Nog nooit in de Nederlandse politieke geschiedenis heeft de kiezer zo’n stortvloed aan informatie over zich heen gekregen als tijdens de campagne voor de verkiezingen van de Tweede Kamer op 22 november. Het regent debatten en gesprekken met lijsttrekkers en andere politici – op de radio, de televisie, in podcasts, in dag- en weekbladen en in zalen door heel het land. Elseviers Weekblad houdt een lijst bij van de grotere debatten. Op 14 november stond de EW-teller op 55 stuks, gemeten vanaf begin oktober.
Helpt die tsunami de kiezer om te bepalen welke partij dit keer zijn stem zal krijgen?
De ideale verkiezingscampagne zou een ideologische ideeënstrijd moeten zijn, waarin het schuurt en knettert tussen de politieke partijen en kiezers duidelijke keuzes krijgen voorgeschoteld. Maar deze campagne begon als een echoput waarin de partijen elkaar napraatten en eindigde in een boksring waar zij – opgehitst door peilingen – door elkaar heen kakelden. Ze willen allemaal meer woningen, betere en betaalbaardere zorg, meer groen en voor iedereen een goed belegde boterham. Alleen het hoe blijft vaak onduidelijk. Laat staan dat daar een goed debat over wordt gevoerd.
Exemplarisch is een moment bij Khalid & Sophie, maandag 13 november. Een quasi-lollig filmpje introduceerde Harm, een inwoner van Budel, een Noordbrabants dorp met een kleine tienduizend inwoners en een centrum waar vijftienhonderd asielzoekers zijn gehuisvest. De man, die vrijwillig helpt bij de buurtpreventie, vertelde over de overlast die hij en zijn dorpsgenoten dagelijks ervaren.
Tafelgast Caroline van der Plas van BBB ontstak in woede. ‘Ik vind het verschrikkelijk, serieus, dat jullie het op deze manier laten zien,’ brieste ze, terwijl ze met een priemende vinger richting de presentatoren wees. ‘Budel. Jullie zijn nog nooit in Budel geweest. Jullie hebben geen idee. (…) Jullie maken er een karikatuur van, ga een week naar Budel.’
Dat was haar ferme opmaat naar het programma van haar partij: BBB wil niet meer dan vijftienduizend migranten per jaar toelaten in Nederland. Hoe dan, vroeg presentator Khalid Kasem. Van der Plas liet het bij een stekelige verwijzing: ‘Ik heb gewoon een asielvisie op onze website staan.’
De volgende dag ‘duidde’ producent en presentator Jeroen Pauw dit fragment uit Khalid & Sophie – in Khalid & Sophie. ‘Dit is een cadeau van dit programma aan Caroline van der Plas,’ doceerde Pauw, werkzaam voor TVBV, het bedrijf dat hij ooit oprichtte, en dat ook een verkiezingsdebat organiseert voor SBS6. ‘Er zat een zekere randstedelijke arrogantie in het filmpje.’ Het was geen toeval dat Van der Plas juist Harm uit Budel aangreep voor een emotionele reactie: ‘Zij weet: dit zijn mijn kiezers.’
Lijsttrekkers debatteren deze campagne vooral over elkaar, en nauwelijks met elkaar.
Duiders als Pauw benaderen het politieke debat meestal als een voetbalwedstrijd. Zij beperken zich tot winnaars en verliezers, blunders en briljante acties. Er moest op dinsdag 14 november een andere tafelgast van Khalid & Sophie aan te pas komen om de vinger op een politiek-inhoudelijk zere plek te leggen. ‘We hebben een spreidingswet,’ zei Henri Bontenbal, de nieuwe lijsttrekker van het CDA. ‘Die gaat over asielzoekers die nu in Budel zitten, en Ter Apel.’ Op grond van deze wet kan de Staat gemeenten dwingen asielzoekers op te vangen om hen zo beter te verspreiden over het land. BBB is tegen de spreidingswet. Bontenbal legde Van der Plas’ quasi-oprechte woedeaanval bloot als populisme: ‘Ze laat die mensen zelf in de kou staan.’
Het was nota bene de man uit Budel zelf die in het filmpje opriep tot spreiding van asielzoekers. ‘Zodat niet alles op het bordje van Ter Apel en Budel wordt gegooid.’ Maar Van der Plas werd daar niet meer mee geconfronteerd, noch door journalisten, noch door tafelgasten. Diezelfde dinsdagavond mocht zij in Op1 reageren – niet op Harm, maar op Henri Bontenbal. ‘Hij heeft totaal niet begrepen waar het over gaat,’ zei ze over haar CDA-rivaal. De man uit Budel ‘staat niet burgerwacht te spelen’ omdat er te veel asielzoekers zijn, beweerde ze stellig. ‘Of je er nou tachtig hebt of duizend, het gaat om het aantal mensen dat overlast geeft.’
Heel veel begrip
Lijsttrekkers debatteren deze campagne vooral over elkaar, en nauwelijks met elkaar. Als ze alleen in een interview zitten, halen ze fel uit. Dan heeft die ene opponent echt heel slechte plannen waardoor banen verloren gaan. Of ze sneren over de vermeende besluiteloosheid van een andere tegenkandidaat. De ene partij maakt het land kapot, de andere is een gevaar. Het is met name voor de tv-kijker onduidelijk wat de partijen dan zélf een ideaal Nederland vinden.
Gezamenlijk staan de lijsttrekkers – van links tot rechts – om de gewone man en vrouw heen in deze campagne. Die heten Harm, zoals Harm uit Budel. Of Bea, de fulltime werkende vrouw die in het RTL-debat liet zien hoe ze in haar eentje haar hulpbehoevende moeder verzorgt. Liefdevol, maar toch snakt ze naar een beetje tijd voor zichzelf. Wat doen de politiek leiders voor iemand als Harm of Bea?
Ze tonen begrip. Heel veel begrip. Allemaal willen ze als ‘normale’ mensen naast de burger staan. Van der Plas vertelde over haar moeder die ze samen met haar familie verzorgt. En VVD-leider Dilan Yeşilgöz haastte zich om te vertellen dat ook zij mantelzorger voor een naaste was. ‘Ik hoor u! Ik zit ook met dit probleem,’ persifleerde cabaretier Peter Pannekoek politici in verkiezingstijd in het programma Dit was het Nieuws. ‘Ze willen zich nog net niet opensnijden: “Kijk, ik bloed ook, ik bloed ook!”’
De campagne van de VVD is op dat gevoel gestoeld. ‘Voor mij draaien de verkiezingen om jou,’ is de boodschap van Yeşilgöz. Ze benadrukt dat ze heus de problemen van Nederlanders ziet. ‘Ik wil een ambtenaar die straks tegen iemand die een fout heeft gemaakt zegt: hé, geen zorgen. Ik sta aan jouw kant.’
In debatten en interviews wil ze vooral niet terugblikken. ‘Ik wil vooruit kijken,’ zegt ze steevast. En dat is niet zo gek, want veel van de problemen die gewone burgers nu veel pijn doen – de woningcrisis, de zorgcrisis, de personeelstekorten bij de politie, in het onderwijs, in de zorg, de almaar stijgende kosten van levensonderhoud – zijn terug te voeren op beleid van opeenvolgende kabinetten onder leiding van haar partij, de VVD.
Spreektijd voor iedereen
Yeşilgöz komt ermee weg in haar campagne. Als Lilian Marijnissen van de SP haar tijdens het lijsttrekkersdebat van RTL probeert te interrumperen over de jarenlange bezuinigingen op de ouderenzorg, bijt Yeşilgöz haar toe: ‘Ik bezuinig niet op de ouderenzorg. Goed gelezen, is niet aan de orde.’
In het RTL-debat zaten zes lijsttrekkers. De omroep had het debat opgehangen aan verschillende thema’s – migratie, wonen, zorg, bestaanszekerheid – die steeds werden ingeleid met filmpjes met en over gewone burgers die rond deze thema’s in de knel zaten. Tussendoor moesten al die zes lijsttrekkers, en de burgers uit de filmpjes, die ook in het publiek zaten, allemaal enige spreektijd krijgen.
Dat was het format van vrijwel alle debatten op de lineaire televisie, nog altijd het meest bekeken medium. Je zag de presentatoren ermee worstelen. Ze waren zo zeer bezig met dat format, en die spreektijd voor iedereen, dat ze nauwelijks toekwamen aan goed luisteren naar de politici, en ingrijpen wanneer die even stellige als dubieuze uitspraken deden. Soms debatteerden ze zelfs mee, zoals RTL-coryfee Frits Wester. Anderen gedroegen zich meer als stokebrand dan scheidsrechter, zoals SBS-ster Wilfred Genee.
Aan thema’s geen gebrek
De politici, maar ook de journalisten, hadden zich voorgenomen dat het dit keer toch echt over de inhoud moest gaan. Voorgaande verkiezingscampagnes waren steevast verzand in een van tevoren bedachte tweestrijd. De Tweede Kamerverkiezingen van 2021 gingen over ‘leiderschap’. In haar campagnefilmpjes stond de VVD op de markt met een bordkartonnen afbeelding van Mark Rutte. Zorgvuldig gecaste voorbijgangers zeiden dan aardige dingen zoals ‘mensen hebben gewoon iemand nodig die ze vertrouwen omdat dit een zware tijd is’.
Het ging tijdens de campagne in 2021 niet of nauwelijks over de horde waarover het kabinet Rutte-III was gevallen: de toeslagenaffaire, en met name het afbrokkelende vertrouwen in de overheid die steeds vaker niet bij machte bleek schandalen goed af te handelen. Na de verkiezingen gingen diezelfde partijen (VVD, D66, CDA en ChristenUnie) weer met elkaar regeren met de belofte van ‘een nieuwe bestuurscultuur’. Terwijl de gedupeerden van het toeslagenschandaal nog steeds niet zijn gecompenseerd, groeide de onvrede en het aantal crises: de wooncrisis, de stikstofcrisis en de klimaatcrisis. Inmiddels belooft Yesilgöz van de VVD onbeschaamd weer af te rekenen met ‘de oude politiek’.
Aan thema’s is er deze campagne geen gebrek. Kranten, bladen en journalistieke sites schreven uitgebreid over wat in de verkiezingsprogramma’s staat. Talkshows als Op1 hadden informatieve specials over de zorg, of over de 2,5 miljoen Nederlanders die laaggeletterd zijn. In zaaltjes door heel het land gingen specialistische politici in debat over allerlei thema’s – en alles was te volgen via live streams. En er waren heel veel podcasts, zoals De Rudi & Freddie Show, een podcast van de Correspondent, waarin Rutger Bregman en Jesse Frederik één op één langdurig in gesprek gingen met een aantal lijsttrekkers.
Het motto van Bregman en Frederik was ‘de inhoud’. ‘We wilden gewoon de saaiste verkiezingspodcast van Nederland maken, over de feiten, de cijfers, de taaie dossiers.’ Al zouden ze ‘nooit op het CDA stemmen’, ze waren enthousiast over hun gesprek met Henri Bontenbal, die her en der, in geïsoleerde beeld- en geluidsfragmenten uit het verkiezingscircus, kon laten zien dat hij hun voorkeur voor de inhoud deelde. Maar in de peilingen bleef het CDA steken op vijf Kamerzetels, een historisch dieptepunt voor de partij die decennialang kon claimen: ‘We rule this country.’
Beperkingen
Een andere bron van inhoud zijn de verkiezingsprogramma’s. NRC berekende dat alle partijen gezamenlijk 585 duizend woorden aan tekst hebben geproduceerd, wat ‘bijna net zoveel is als het Oude Testament’, aldus journalist Nina Eshuis. Wie gaat zich door zo’n brij aan tekst worstelen om te bepalen op wie hij gaat stemmen?
Nog afgezien van het feit dat in het Nederlandse stelsel van coalitiekabinetten nooit één partij de gelegenheid krijgt om zijn programma volledig en naar de letter uit te voeren. Dat is een ander element dat tijdens de campagne van 2023 onderbelicht is gebleven: de beperkingen van het Nederlandse politieke systeem. Wij burgers kiezen de Tweede Kamer. Over wie er vervolgens een kabinet gaan formeren hebben wij niets te zeggen, laat staan over wie daarvan de premier wordt, en over de ministers die in dat kabinet zitting nemen.
Oud-CDA’er Pieter Omtzigt, een van de helden van de toeslagenaffaire, ging met zijn nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract enige tijd aan kop in de peilingen. Als NSC de grootste partij wordt, dan zou hij volgens de grotendeels ongeschreven regels van het Nederlandse bestel ook als eerste een poging mogen doen om een kabinet te formeren. Zou die poging slagen, dan ligt het voor de hand dat hij ook premier wordt. Maar Omtzigt heeft aangegeven dat hij Kamerlid wil blijven.
Harde feiten dringen niet langer door tot het publieke debat tijdens de verkiezingscampagne.
In de laatste weken van de campagne hebben alle duiders en politieke opponenten daar steeds meer een issue van gemaakt. Is dat geen teken van zwakte? Bewijst dat niet dat Omtzigt, die al eens langdurig door een burn-out uitgeschakeld is geweest, eigenlijk ongeschikt is als politiek leider? Het is een spin die zijn politieke tegenstanders maar al te graag levend houden. Zo zette de VVD vertrekkend minister-president Rutte in om aan te kaarten dat een premier ‘wel een beetje besluitvaardig’ moet zijn.
Los daarvan spreekt het allerminst vanzelf dat de grootste partij de premier levert. Slechts vier van de vijftien premiers die Nederland kreeg sinds de Tweede Wereldoorlog hadden hun partij tijdens de voorafgaande Kamerverkiezingen tot de grootste weten te maken, zo friste historicus Jan Dirk Snel ons collectieve geheugen op in een opinie-artikel in NRC. De andere elf waren ofwel niet afkomstig uit de grootste fractie in hun coalitie, ofwel geen politiek leider van die grootste fractie. Twee van hen – Willem Schermerhorn (PvdA, 1945) en Jan de Quay (KVP, 1959) – waren zelfs nooit Kamerlid geweest. Dries van Agt (CDA, 1977) werd pas premier nadat de formatiepoging van de grote winnaar van de verkiezingen, Joop den Uyl (PvdA), was mislukt.
Psychologen van de koude grond
Maar zulke harde feiten dringen niet langer door tot het publieke debat tijdens de verkiezingscampagne. In de primetime talkshows op de televisie, de best bekeken bronnen van politieke informatie, duiken steeds dezelfde ‘duiders’ op die alle inhoud platslaan tot een wedstrijdje ver plassen en zich gedragen als psychologen van de koude grond. ‘Hij is zestig geworden hè,’ zei politiek duider Joost Vulling van EenVandaag over PVV-leider Geert Wilders tegen zijn NOS-collega Xander van der Wulp in podcast De Stemming. ‘Misschien denkt hij: ik doe nog één rondje mee, dan stap ik eruit en dan wil ik potjandorie geregeerd hebben ook.’
Het is een van de vele theorieën die journalisten opperen over een ‘totaal andere’ Wilders die ‘milder’ zou zijn geworden. Ja, hij zegt alles vriendelijker, maar zijn standpunten zijn niet veranderd. Een koran- of moskeeverbod heeft nu even niet zijn prioriteit, vertelde Wilders in Nieuwsuur, maar ‘de islam zou nooit uit ons dna gaan’. Hij wil nog precies hetzelfde.
Omdat Wilders de vrijheid van godsdienst niet respecteert in zijn partijprogramma, wil Omtzigt niet met de PVV regeren, zei hij aan het begin van de campagne. Toch werd hij daags na Nieuwsuur wederom bestookt met de vraag of hij met Wilders zou gaan regeren. Waarom? Wilders was een zeteltje gestegen in de peiling van I&O, Nieuw Sociaal Contract was er vier kwijtgeraakt.
‘Peilingen zijn niet goed in staat om kleinere veranderingen op korte termijn te meten,’ twitterde politicoloog Tom van der Meer van de Universiteit van Amsterdam. Peilingen, is al jaren zijn boodschap, zijn goed om langlopende trends te analyseren. Maar: ‘Doe geen duiding op basis van peilingen die je niet hard kunt maken. Want die duiding zet kiezers, media, politici in beweging.’
Het was aan dovemansoren gericht. In het laatste weekend voor de verkiezingen ging het uitentreuren over de peiling van Maurice de Hond die zelf repte over een gamechanger. Vrijwel alle media namen die term klakkeloos over.
De onttakeling van het publieke domein
Op televisie is in de eindfase van de campagne toch vooral de vorm dominant. Onderbelicht blijft zo waar deze campagne vooral niet over ging: over de onttakeling van het publieke domein, die al decennia gaande is, maar onder de vier kabinetten-Rutte een versnelling beleefde. Het resultaat is een serie problemen die in hun onderlinge samenhang schier onoplosbaar zijn.
Volgens VVD-leider Yeşilgöz kunnen we niet zomaar ‘een blikje nieuwe mensen opentrekken’ om de personeelstekorten in het onderwijs, de zorg, het leger en bij de politie op te lossen.
Fair enough. Maar waarom dan de instroom van migranten beperken, zoals veel partijen voorstaan? We moeten ‘bouwen, bouwen, bouwen’ om de woningcrisis op te lossen. Maar hoe kan dat als de grondprijs zo hoog blijft, nog los van het ernstige tekort aan bouwvakkers? Hoe kunnen we boeren uitkopen om de veestapel te verkleinen zonder het overheidstekort te veel te laten oplopen? Hoe wordt het land veiliger als de politie nu al het werk niet aankan? De toeslagen moeten worden afgeschaft, vinden veel partijen, en belastingen moeten omlaag of juist omhoog. Maar hoe dan, met een totaal uitgewoonde Belastingdienst, die geen enkele hervorming meer aan kan? Het is domweg niet sexy om in je programma te bepleiten eerst eens fors te investeren in de automatisering van de fiscus.
En dan het buitenland. De oorlogen in Oekraïne en Israël, en hun consequenties voor de enorme buitenwereld waarin het kleine Nederland heeft te opereren, bleven vrijwel onbesproken tijdens de campagne. NRC stuurde 25 verslaggevers het land in om te praten met 336 kiezers in 24 dorpen en wijken in heel Nederland, en zag ‘een land dat naar binnen keert’, en bovendien geen enkel vertrouwen heeft dat de politiek de grote problemen van deze tijd kan oplossen. In de talkshows bekrachtigden politici en journalisten dat naar binnen gekeerde, door iedere grote kwestie te reduceren tot Bea, mantelzorger voor haar moeder, of Harm, de bezorgde burger uit Budel.
U vraagt, wij draaien
Zie daar een fenomeen dat tijdens de campagne van 2023 een nieuw hoogtepunt beleefde: de terreur van het algoritme. Gevestigde politieke partijen, de VVD voorop, hebben ideologie en ideeënstrijd ingeruild voor een ‘U vraagt, wij draaien’. Zij laten hun standpunten en stellingnames bepalen door continu te peilen wat de burger belangrijk vindt. Wonen, zorg, migratie, bestaanszekerheid – dat waren de thema’s die uit deze peilingen naar voren kwamen. Daar hamerden de lijsttrekkers op, met ieder een eigen invulling. Zo werd bestaanszekerheid een containerbegrip dat de VVD bijvoorbeeld reduceerde tot lage brandstofprijzen.
Dilan Yeşilgöz staat ‘aan jouw kant’, roept ze ons toe vanaf posters waarmee inmiddels heel Nederland is volgepleisterd – de machtigste partij van het land is een geoliede en goed gefinancierde campagnemachine. ‘Ik luister,’ herhaalt ze tot vervelens toe in de debatten. Onbesproken blijven de harde keuzes die politici moeten maken om de grote kwesties van deze tijd op te lossen.
Hoe kunnen we meer investeren in onderwijs, zorg en het leger zonder de schulden en het tekort van de overheid al te hoog te laten oplopen? Hoe kunnen we meer betaalbare woningen creëren, nadat we de sociale-huursector massaal in de verkoop hebben gedaan? Hoe kunnen we meer bouwen zonder het stikstofprobleem op te lossen? Moeten we het minimumloon wel verhogen, als we daarmee tal van kleine ondernemingen op verlies zetten?
Vijfenvijftig debatten in een dikke maand hebben de Nederlandse kiezer niet veel verder gebracht naar het antwoord op de hamvraag: op welke partij moet ik nu weer gaan stemmen?
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.
De kernzin is volgens mij:onbesproken blijven de harde keuzes die politici moeten maken . Mijn vraag is hoe dit komt, en hoe zou het anders kunnen? Iets voor een volgende keer?
Het Narrenschip van Plato, binnenkort afgemeerd in de Haagse Hofvijver.
Is dit politiek?
Glimlachend daalt hardvochtige kilte neer,
als giftige nevel op de akkers.
Op een hete, kreunende aarde bezoedelen vingers van de macht onze kleinkinderen.
Debatteren polariseert