Het antwoord op de eerste vraag is: twee keer. In Van Agt II (1981-1982) en Balkenende IV (2007-2010) vochten premier, vicepremiers en ministers elkaar letterlijk de tent uit. Het ging niet alleen om verschil van mening over het te voeren beleid, maar vooral ook om incompatibilité d’humeur tussen de hoofdrolspelers.

In 1981 kostte het CDA-premier Dries van Agt de grootste moeite zijn ambtsvoorganger Joop den Uyl als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te accepteren. Hij was bang dat de PvdA’er in de vergadering van de ministerraad altijd het laatste woord zou willen hebben, en die angst kwam ook uit. Volgens het CDA was er geen geld voor het banenplan dat Den Uyl wilde opstellen. Het kabinet was al gevallen voordat in de Kamer de regeringsverklaring kon worden afgelegd. Een lijmpoging hielp alleen tijdelijk: in mei 1982 zeiden de PvdA-bewindslieden nee tegen nieuwe bezuinigingsvoorstellen van minister Van der Stee van Financiën. Het was het eind van een kabinet...