Dit essay is ingesproken door hoofdredacteur Ward Wijndelts.

Als zelfverklaard vooruitgangsdenker vervult het me met enige schaamte, maar ik vraag me wel eens verlekkerd af hoe het zou zijn om in de achttiende eeuw te leven. Om als mens op een ochtend wakker te worden, het verstikkende habijt van christelijke hegemonie af te werpen, de ramen wijd open te gooien en de rede binnen te laten.

Niet meer zaken uit godsvrees voor waar te moeten aannemen, maar te kunnen spelen, experimenteren, analyseren; de boekenexplosie te mogen meemaken, het slopen van heilige huisjes en de nieuwsgierigheid naar natuur en technologie; oftewel: me een weg te mogen banen uit een donker hol waarin alles een onbetwistbaar gegeven is en lichtgaten te zien ontstaan voor vreemde ideeën, gekke vragen, ongekende mogelijkheden.

een donker hol

Hoewel wij zijn grootgebracht als kinderen van de Verlichting, vrij van autoriteit en traditie, heb ik steeds vaker het idee gevangen te zitten in een lus in de tijd....