Je hoeft Rousseaus Bekente­nissen maar op een willekeurige pagina op te slaan of het speciale Rousseau-aroma van hoogmoed en zieligheid, zelfoverschatting en zelfbeklag, isolement en hunkering naar vriendschap komt op je toe: ‘Mijn hart is gelouterd in de smeltkroes van de tegenspoed’; ‘Zij (zijn voormalige vrienden) hebben mijn hart elk plezier in menselijk gezelschap ontnomen’; ‘Ben ik dan van alle mensen de enige wijze, de enige verlichte?’; ‘Zo heb ik rust op de bodem van de afgrond.’ Er is geen filosoof met de vermaardheid van Rousseau die zo onafgebroken kan zeuren.

Dat opslaan van de Bekentenissen kan nu in een mooie herdruk van de vertaling die Leo van Ma­ris in 1996 voor de reeks Privé Domein maakte, nu voorzien van een nawoord van Fou­ad La­roui. De nieuwe uitgave verschijnt als deel tien in de serie Perpetua van Athenaeum-Po­lak & Van Gen­nep waarin ‘de beste boeken uit de wereldliteratuur’ worden opgenomen. Hoeveel gezeur er ook in de...