Er is iets heel aantrekkelijks aan de onmogelijke combinatie praktisch idealisme. Die woorden kunnen eigenlijk helemaal niet samen. Idealisme moet puur idealisme kunnen zijn, geen compromissen sluiten, niet aangelengd worden met de praktijk. En de praktijk moet op zijn beurt ongestoord zijn daadkrachtige gang kunnen gaan, een hamer stevig kunnen laten neerkomen, niet halverwege gestoord worden door het opkomen van een halfzachte idealistische gedachte zodat de spijker blij is dat hij de dans ontspringt. Voor een echte idealist is een ‘praktische idealist’ een spelbederver, een zwakkeling die het idealisme niet serieus genoeg neemt. Die is niet bestand tegen de eisen die het echte idealisme stelt.

Maar er blijken zelfs verschillende soorten praktisch idealisme te zijn. Het hedendaagse ‘activisme’ is er nu de meest in het oog lopende variant van. Activisme is nog nooit zo gewoon geweest. Het heeft geen last van het zachte-krachtenaura dat om idealisme heen hangt. Sterker nog,...