In de hal van het Tweede Kamergebouw stapt Sybrand Buma op een groep jonge bezoekers af die net een rondleiding krijgen. ‘Aha, uit Leeuwarden!’ zegt hij. ‘Dat is mooi, ik kom ook uit Friesland!’ Glimlachend gaat hij met ze op de foto. De lijsttrekker van het CDA oogt ontspannen, ondanks zijn krankzinnig volle agenda in campagnetijd en de druk van de verkiezingsdebatten die net begonnen zijn. Geen wonder dat Buma zo goedgeluimd op de foto wil: in de peilingen is het CDA al maanden bezig met een gestage opmars.

Hoe anders was het in 2012, toen niemand nog een stuiver gaf voor de politieke toekomst van Sybrand Buma. Onder zijn lijsttrekkerschap verloor het CDA acht zetels, na een mislukt kabinet met de PVV als gedoogpartner. Het CDA belandde roemloos in de oppositie. De koppige houding die Buma in zijn nieuwe rol tentoonspreidde – hij weigerde stelselmatig mee te doen aan achterkamertjesoverleg met het kabinet – werd in Haagse kringen slecht begrepen: de christendemocraten...