Bij veel radicalen is hun radicaliteit wel enigszins uit hun uiterlijk op te maken, maar bij Willem Schinkel (1976) gaapt een groot gat tussen vorm en inhoud. Een witte man van middelbare leeftijd, brilletje, marineblauwe trui. Licht voorovergebogen, zowel zittend als lopend. Doorsnee blauwe balpen in de hand, van die bulkpennen die je in dozen van honderd koopt. Niets aan zijn uiterlijk verraadt dat hij een van de radicaalste denkers van Nederland is.

Hij is hoogleraar sociale theorie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en actief lid van politieke partij Bij1. Zo nu en dan verschijnt hij in de media, vaak met stevige kritiek of verfrissend radicale standpunten. Hij is een originele denker die je op een fundamenteel andere manier kan laten kijken. Juist door heel veel afstand te nemen, kan hij een groot gevoel van urgentie oproepen. Want waarom is de wereld zoals die is?

Waar de avondklokrellen van januari 2021 alom werden veroordeeld en de jongeren werden weggezet als onbeschaafd tuig dat zich stierlijk verveelde, zag Schinkel politieke expressie. ‘Eindelijk wordt de macht uitgedaagd,’ tekenden de dagbladen op uit zijn mond. De hamsteraar van toiletpapier aan het begin van de pandemie was geen egoïstische idioot, maar voor Schinkel een figuur die de fragiliteit van het logistiek kapitalisme blootlegde. Hij schreef er in twee maanden een boek over: De hamsteraar (2020). En de complotdenkers, stelt Schinkel, zijn wel degelijk iets op het spoor. Mensen worden ook genaaid, het systeem klopt inderdaad van geen kant. De verklaringen van de complotdenkers zitten er kentheoretisch naast, maar het is een veel te makkelijke en luie manoeuvre om ze weg te zetten als wappies en verder te negeren, aldus Schinkel.

En waar bijna heel Nederland tijdens de coronapandemie meeging met het narratief van de overheid en een obsessie met cijfers achter de komma, gaf Schinkel een diepgravende analyse van wat hij necropolitiek noemt – een politiek van de dood. Hij schreef er opnieuw in enkele maanden een boek over: Pandemocratie (2021). Schinkel ziet connecties tussen alles, en daarmee is alles voor hem een potentieel aanknopingspunt voor een fundamentele analyse. Ik spreek hem in zijn thuisstad Rotterdam om de staat van de wereld door te nemen.

Wat komt er op ons af?

‘Er komt niet zozeer iets op ons af – er is zich iets al heel lang aan het ontvouwen. Het is meer van hetzelfde: steeds verdere uitputting van aarde en lichamen. Meer en meer mensen zijn in de positie om te zien dat dat aan de hand is en vinden dat daar iets aan gedaan moet worden. Dat is waartegen veel vormen van strijd zich keren.’

Zijn we niet te laat?

‘Ten eerste: er is geen alternatief. We moeten wel, want niks doen is nog veel hopelozer. En ten tweede: natuurlijk is het allang te laat, op een bepaalde manier. We leven al in de ruïnes van wat de aarde had kunnen zijn. Mondiale opwarming is ook niet één singulier catastrofaal moment waarop alles radicaal verandert of waarop alles verloren is. Heel veel ís al verloren. Dus je kunt alleen maar doorgaan in de strijd daartegen. De vraag is: over de lijken van welke mensen is men nu bereid te gaan? En kunnen we daar iets tegen doen? Want op dit moment is de keuze gemaakt dat veel mensen vervangbaar zijn, en heel vaak zijn dat niet-witte mensen. Het is niet een soort van modernistische megarevolutie. Het is het werken aan strijd op allerlei plekken. Het is ook niet alsof de bestaande orde nooit veranderd is. Die heeft de hele tijd mensen moeten accommoderen, ze iets geven, ze laten participeren. Het is helemaal geen hopeloze geschiedenis; daar zitten heel veel successen in.’

‘Het kapitaal gaat zijn macht echt niet zonder slag of stoot prijsgeven. Hoe meer succes er is op links, hoe gevaarlijker het wordt.’

De Democraten hebben Trump uit het Witte Huis gekregen. Centrumlinkse partijen in Italië wonnen bij lokale verkiezingen. Sociaaldemocraten in Duitsland versloegen de christendemocraten, de Groenen werden er historisch groot. Sociaaldemocraten wonnen in Portugal, Finland, Zweden, Noorwegen. Heeft links na jaren oprukkend rechts eindelijk de wind mee?

‘Dat is een te oppervlakkige, door politieke peilingen ingegeven analyse. Daaronder ligt iets veel fundamentelers. Dat heeft te maken met de lange geschiedenis sinds 1492: de totale vernietiging van de verbeelding om anders te leven dan via exploitatie en extractie. De graven met inheemse kinderen die nu nog steeds worden gevonden in Canada, bijvoorbeeld, herinneren aan de genocides in het kader van het vernietigen van levensvormen die op andere manieren georganiseerd waren. Een proces dat eeuwen heeft geduurd en nog steeds voortgaat. En die destructie van de verbeeldingskracht is niet te onderschatten. Bovendien: het kapitaal gaat zijn macht echt niet zonder slag of stoot prijsgeven. Hoe meer succes er is op links, hoe gevaarlijker het wordt. Trump is niet het einde van het gevaar dat we gaan zien. Misschien wordt het al erger onder Biden, die veel van Trumps beleid bewust voortzet. Dus dit is geen moment om te zeggen dat links de wind mee heeft. Als je het wereldhistorisch beziet, kan kijken naar wat er bij de laatste verkiezingen is gebeurd je in de luren leggen.’

Waar moeten we dan naar kijken?

‘Het beginpunt: er is allerlei strijd gaande. Inheemse volken wier bossen worden kapotgemaakt, voeren al eeuwen strijd. Strijd is er altijd al geweest en is doorlopend. Als we dat niet doorhebben, dan missen we iets belangrijks.’

Journalist Sjors Roeters zoekt naar alternatieven voor kapitalisme. In zijn nieuwsbrief De Guillotine doet hij verslag van zijn zoektocht. Schrijf je hier in.

Heilige huisjes

Het ontbreekt Schinkel niet aan de kracht om uit te zoomen, zaken in grotere context te plaatsen. Daarbij schopt hij tegen heilige huisjes. In Pandemocratie schreef hij dat hij het bijna aandoenlijk vond om te zien hoe mensen op links vol afschuw reageerden op de ‘groepsimmuniteit’ die leidend werd in veel westerse landen, ‘alsof ze voor het eerst tot het besef komen dat de staat niet het beste met de mensen voorheeft’.

De staat heeft niet het beste voor met mensen?

‘Nee, natuurlijk niet. De staat werkt in eerste instantie om de belangen van het kapitaal veilig te stellen; dat is de bestaande orde. Zolang wij daarin participeren, kun je de illusie wekken dat de staat voor ons werkt. Maar zodra je niet meer wilt participeren in de bestaande orde, blijkt dat de staat helemaal niet voor jou werkt. Neem de klimaatactivisten van Extinction Rebellion, die hun participatie opzeggen door kruispunten te blokkeren. Dan blijkt dat de staat alleen voor je werkt zolang je bereid bent om in een blik op wielen over dat stukje aarde te rijden terwijl je de rest vergiftigt. Dat is goed. Dat is de bedoeling. Dan werkt de staat voor jou. Maar zodra je daar samen gaat zitten en de vraag stelt of we deze aarde ook anders kunnen gebruiken, komen de lui in uniformen je met veel geweld weghalen.’

Extinction Rebellion is nog een relatief kleine groep mensen. Hoe kun je meer mensen betrekken bij de vaak abstracte problemen in de wereld?

‘Overal is een toenemend besef dat het zo niet verder kan. Maar besef an sich is nog niet zoveel. Veel belangrijker is dat je bij jezelf nagaat wat nou de dingen zijn waar je feitelijk last van hebt. Op welke manier geeft dat jou aanknopingspunten om je aan te sluiten bij een strijd die andere mensen al voeren? Dat vind ik een van de sterke dingen van het woonprotest. Dat is niet abstract. Dat gaat heel concreet over: kan ik ergens leven? Veel vormen van strijd beginnen bij heel concrete dingen. De Arabische Lente had te maken met stijgende broodprijzen. De gilets jaunes in Frankrijk begonnen door stijgende brandstofprijzen. In Rio de Janeiro begonnen jaren geleden grootschalige protesten om de prijsstijgingen van ov-kaartjes. Maar vervolgens gingen ze connecties leggen met antiracisme, met inheems activisme, omdat ze een ingang zagen naar iets wat veel groter is. Want waarom zijn die ov-kaartjes zo duur? Vanwege de neoliberalisering van het openbaar vervoer. Wie doen dat? Dat zijn dezelfde lui die de Amazone kapotmaken. Dus natuurlijk moet je kijken naar de mogelijkheden die er zijn om die strijd uit te breiden, en hoe coalities daartussen te vormen. Maar mensen hebben concrete ingangen nodig. Het punt is om uit alle eenzijdigheid een veelzijdigheid te maken.’

Er zijn mensen die zeggen dat het woonprotest zo groot is geworden omdat het nu de kinderen van de witte middenklasse raakt. Het is helemaal niet zo radicaal, ze proberen gewoon hun eigen comfortabele positie weer veilig te stellen.

‘Daarmee sla je de hele boel plat. Ook al zit er iets in: de wooncrisis raakt gemarginaliseerde groepen mensen al veel langer, en toen was er minder aandacht voor. Dat is belangrijk om te erkennen. Elke vorm van strijd heeft misschien zijn eigen eenzijdigheden en prioriteert misschien eigen privileges. Maar dat is geen reden om het te diskwalificeren, om te zeggen: deze mensen behoren tot de witte bourgeoisie dus hun protest is beperkt. De vraag is steeds: wat kan die vorm van strijd nog meer zijn? En uiteindelijk zijn het verschillende vormen van strijd die samen optellen tot een meer algemeen verzet tegen de bestaande orde. En dat is wat nodig is.’

Je kunt je als individu natuurlijk niet met al die verschillende strijdfronten verbinden.

‘Nee, en dat hoeft ook niet. Niet ieder individu moet alles doen. Dat is ook een valkuil van links, dat we onszelf soms met een te zware last opzadelen. En dat er ook een soort morele policing is of je wel alles helemaal goed doet. We moeten juist accepteren dat er allerlei onvolkomenheden en eenzijdigheden zijn, en tegelijkertijd proberen die te overstijgen door connecties te maken.

‘Je moet ook geduld hebben met de ander. Mensen participeren altijd noodzakelijkerwijs voor een belangrijk deel in de bestaande orde.’

Je moet ook geduld hebben met de ander. Mensen participeren altijd noodzakelijkerwijs voor een belangrijk deel in de bestaande orde. Dat kan dus ook nooit een kritiek zijn, dat is de meest slappe moraliserende en dus depolitiserende kritiek die er is. Dat slaat alles dood. Natúúrlijk zijn we allemaal inconsistent. Wat had je dan verwacht? Dat er een of andere supermens is? Het is een fascistische drive om te verwachten dat mensen consistent zijn, dat ze een soort superheld zijn.

Het verwachten van een soort puurheid van mensen is ook een heel gevaarlijk motief op links. We kunnen en moeten aansluiten bij onze inconsistenties. Juist de inconsistenties zijn ook aanknopingspunten – geen redenen om makkelijke kritiek te geven. Dat brengt niemand verder. Voor je het weet, ben je het grootste deel van je energie kwijt met het bevechten van mensen die in principe je medestander zijn. Dus als jij ergens een ingang hebt die selectief is, is dat geen probleem. Zo lang je maar niet tegen anderen gaat zeggen dat het vooral om jouw issue moet gaan. Mondiale opwarming is ook niet hét overkoepelende issue. Dat is niet waar alles op neerkomt.’

Toch komen daar wel veel van die strijdpunten samen. Want de gevolgen zijn wel asymmetrisch verdeeld.

‘Zeker. Dus het biedt een heel goede ingang om duidelijk te maken dat er connecties zijn tussen issues. Maar dan gaat het om die connecties. We moeten niet doen alsof er één onderliggend iets is. Want hoe komt mondiale opwarming tot stand? In eerste instantie door een geschiedenis van kolonisatie en het transformeren van de aarde tot plantage. Die eeuwenlange planetaire destructie is van meet af aan een combinatie geweest van patriarchaat, kapitalisering, racialisering.

Dus iemand die zich verzet tegen Zwarte Piet is net zo goed bezig een strijd te voeren tegen kapitalisme, tegen mondiale opwarming. Misschien heeft niet iedereen die tegen Zwarte Piet strijdt dat op elk moment door. Dus voor zover er bewustwording nodig is, is het bewustwording van de connecties tussen die thema’s. Dat zijn ingangen in het bevechten van een orde. En die orde is niet alleen maar een orde van enkel klasse, of “ras”, of klimaatverandering. Die orde is een manier om te zeggen: er is één manier om te leven, en dat is deze manier. Dat doet geweld aan het feit dat leven de woekering van levensvormen is. In het dagelijks leven komt het dus aan op het aansluiten bij een strijd. Dat kan een woonprotest zijn. Dat kan een strijd voor de rechten van vluchtelingen zijn. Dat kan van alles zijn. Je organiseert noodzakelijkerwijs ook lokaal.

Aan de ene kant is het intimiderend, dat we álles moeten doen. Maar aan de andere kant betekent dat ook dat je overal kunt beginnen. Het biedt aanknopingspunten. Het verlaagt de drempel. Elk issue is een ingang in plaats van een hinderpaal.’

Ondanks alle schandalen in zijn partij en zijn drie kabinetten is Rutte voor het tiende jaar op rij de populairste politicus van Nederland. Willen mensen wel radicale veranderingen?

‘Wat er gebeurt binnen een zeer beperkt democratisch representatiesysteem is niet alles wat mensen willen of kunnen. Onder de huidige condities weten we nauwelijks wat we nog zouden kunnen willen. Daarmee zeg ik niet dat mensen een vals bewustzijn hebben, maar als je mensen deze structuren oplegt om hun wil te uiten, reduceer je ze. Natuurlijk willen mensen niet de planetaire destructie waar Rutte een van de afgevaardigden van is. Natuurlijk zouden ze anders willen. Maar er is ook angst om verworvenheden en privileges te verliezen.’

In Pandemocratie schrijft u dat de sociaaldemocratie voor een leukere exploitatie is, niet voor het einde ervan.

‘De sociaaldemocratie was altijd al een project om mensen juist bij kapitaal te betrekken, in plaats van als kracht ertegen. Een deal zodat witte mensen niet solidair zijn met andere arbeiders. Die deal is ten einde nu witte arbeiders onder het neoliberaal regime niet langer de mogelijkheid hebben om te participeren in de groei.’

Het economische beïnvloedt het democratische?

‘Veel mensen denken dat we in een democratie leven omdat we eens in de zoveel jaar mogen stemmen. Maar heel de economie is autoritair georganiseerd. We prijzen onszelf gelukkig dat we in een vrije democratie te leven, maar dan komen we op ons werk en dan zeggen we “ja baas”. Dat is toch krankzinnig? Door democratie te reduceren tot het aankruisen van een vakje sla je alles plat.’

‘Radicale veranderingen komen niet tot stand door gezellig om een tafel te gaan zitten. De orde laat ook altijd zijn tanden zien, en het is goed als mensen dat ook doen.’

Maar waar te beginnen?

‘We hebben een politiek systeem dat het heel moeilijk maakt voor mensen om zich te verbinden en strijd te voeren. Omdat alle strijd meteen gesublimeerd wordt door een partijpolitiek representatiestelsel. En dat is precies waarom het zo belangrijk is om verschillende vormen van strijd met elkaar te verbinden, want dan krijgen mensen het gevoel dat er wel degelijk iets kan. En dan blijkt ook dat wat zo massief lijkt, namelijk die bestaande orde, heel fragiel is.’

Wacht even. Die orde is dus heel fragiel, maar tegelijkertijd wordt de planetaire destructie al eeuwen erger.

‘Die orde die tot massale destructie leidt, kan dat doen omdat wij nog steeds, in meer of mindere mate en op heel asymmetrische manieren, gemobiliseerd worden. Want wij nemen deel aan wat een “economie” heet. Omdat wij voor ons voortbestaan zo afhankelijk zijn van loon, worden wij gedwongen hierin te participeren. Wij werken voor loon. Wij worden zelf tot individueel entrepreneur gemaakt. Die fragiliteit van de orde wordt duidelijk als we onze participatie opzeggen. Dan wordt duidelijk dat ze niks zonder ons kunnen. Dat is simpelweg wat Marx al zei. Ons sociaal-zijn, dat wij samenwerken, is waar de productie van meerwaarde plaatsvindt. Dus onze participatie in de planetaire destructie is wat het gaande houdt. Wij kunnen onze participatie opzeggen door werk te weigeren. Door te staken. Door te gaan blokkeren, zoals op straat letterlijk gebeurt. Door de circulatiestromen waar het huidige kapitalisme op draait te stremmen. Ons opzeggen van die participatie laat zien dat dat wat heel massief lijkt, heel fragiel is.’

Als alles verbonden is, is stoppen met Zwarte Piet dan ook een manier om planetaire destructie tegen te gaan?

‘Dat juist dít, een kinderfeest, een van de meest ontwrichtende thema’s van de afgelopen jaren in Nederland is, laat zien hoe fragiel die orde is. En dat is precies waarom het ook over Zwarte Piet moet gaan. We zijn niet klaar als Zwarte Piet niet meer bestaat. Dat is pas het begin. Hard doordrukken daarop laat zien wat er dan allemaal ontrafelt. Dat is een ontzettende kracht geweest van de antiracismebeweging, zoals bijvoorbeeld Kick Out Zwarte Piet. Als er om zo’n schijnbare trivialiteit meteen al dat geweld nodig is, dan weet je dat je goed bezig bent.’

Ook blokkades zijn een bedreiging voor die bestaande orde?

‘Ja, dat zijn ze in onmiddellijke zin. Macht bestaat tegenwoordig bij de gratie van het gaande houden van de circulatie van goederen, van kapitaal, van mensen. Dan is de blokkade een heel krachtig middel. Dat is een van de sterke kanten van Extinction Rebellion.’

In aanloop naar het woonprotest zei een historicus gespecialiseerd in de krakersbeweging van de jaren tachtig dat de krakersrellen veel verandering teweeg hebben gebracht. Wat is de rol van rellen?

‘De meeste meer radicale veranderingen komen niet tot stand door gezellig om een tafel te gaan zitten. De orde laat ook altijd zijn tanden zien, en het is goed als mensen dat ook doen. De afschaffing van slavernij was niet iets wat witte abolitionisten deden. Daar waren actief vormen van verzet voor nodig, verzet in enigerlei vorm. De rel en het plunderen zijn altijd vormen daarvan geweest. Die zijn soms nodig voor radicale verandering. Bovendien: als het gaat om het bekritiseren van geweld, moeten we in eerste instantie naar de staat kijken, daar komt het overgrote deel van het geweld van de afgelopen eeuwen vandaan.’

Radicale liefde

Schinkel kan behoorlijk stellig zijn. ‘Er is een woord voor de manier waarop we genaaid worden, en dat woord is kapitalisme,’ schrijft hij in Pandemocratie. Maar hij laveert constant tussen grote woorden over de staat van de wereld en fundamentele onzekerheid over wat die wereld allemaal nog meer zou kunnen zijn. ‘We weten nog niet hoe te leven. Dat is een begin,’ schreef hij samen met Rogier van Reekum in hun boek Theorie van de kraal (2019).

Misschien nog wel belangrijker dan Schinkels antwoorden zijn de vragen die hij soms expliciet en soms impliciet stelt. Het zijn fundamentele vragen. Vragen die aan de kern van ons gezamenlijke bestaan op aarde raken, maar die weinig gesteld lijken te worden. Vragen die, als je ze werkelijk toelaat, je verbeelding openbreken. Een van de consequenties van dit verre uitzoomen is dat hij mij soms verliest in abstracties. Zo schrijft hij in Pandemocratie over radicale liefde. Wat bedoelt hij daarmee?

‘Als je een strijd voert, voer je die onder erkenning van het feit dat je tegenstander in de wereld is. En in de wereld moet zijn. Je kunt er niet van uitgaan dat de wereld waarin we uitkomen een wereld is waarin de fascisten niet meer bestaan. Omdat je dan simpelweg zelf een fascistisch element in je politiek opneemt, namelijk: de wereld zuiveren van bepaalde mensen. Natuurlijk gaat het erom een wereld te creëren waarin de fascisten niet langer fascisten zijn. Maar je zult iets met ze moeten. Dus moet je bereid zijn om die ander altijd het aanbod van liefde te doen: kijk, jij staat een leven voor waarin we samen zijn op grond van geweld, maar wij doen je het aanbod om met minder geweld te leven. Tot nog toe ben jij daar niet toe bereid, maar wij zijn bereid om dat met jou te doen. En dat “met jou” is belangrijk.’

Radicale liefde klinkt wel erg soft in vergelijking met de taal van strijd.

‘Een politiek van radicale liefde is niet soft. Blokkade en sabotage kunnen ook daden van radicale liefde zijn. Omdat ze duidelijk maken aan de ander dat die participeert in een gewelddadige orde. Radicale liefde is feitelijk iets wat we gewend zijn te doen, we doen ook altijd al dingen voor elkaar die niet verhandelbaar zijn, waar we geen geld voor krijgen. Ook mensen die volledig overtuigd zijn van de noodzaak van de neoliberale orde doen in hun dagelijks leven dingen die daaraan ontsnappen. We doen de hele tijd net iets meer voor de ander dan van ons wordt gevraagd. We leven altijd al dat leven dat woekert voorbij de grenzen van de bestaande, kapitalistische orde – dat moeten we nooit vergeten.’

‘Iets is zich aan het vormen. Het is nog in een tunnel, het is ondergronds. Maar dat is precies waar het leven altijd gebeurt. Daar onder die orde, daar woekeren we.’

Dat is dat alledaagse communisme wat u in uw boeken noemt?

‘Ja, en dat is de basis van de bestaande orde. Want zonder dat vriendschappelijk samenzijn is er geen kapitalistische orde.’

Hebt u een concreet voorbeeld?

‘Neem Facebook. Ons sociaal-zijn maakt het tot businessmodel. Het gaat als een bloedzuiger op onze vriendschappen zitten. Het heeft onze vriendschappen nodig om te overleven. Maar onze vriendschappen zijn er ondanks al die shit. Als we ons dat realiseren, realiseren we ons dat onze vriendschappen belangrijker zijn. Die kunnen we misschien wel vormgeven zonder die bloedzuigers. Met dit besef is het dus helemaal niet hopeloos. We staan alleen onder zware druk. En we houden het alleen met heel veel moeite vol. Dus we moeten af van die ballast. Want dan kunnen we dat wat we toch al doen, en waarin we de echte voldoening in ons leven vinden, met minder stress en minder geweld doen.’

Dat klinkt redelijk hoopvol.

‘Ja, het grappige is dat ik het nooit zo over hoop heb als term, omdat ik vind dat dat iets passiefs kan worden. Maar het is belangrijk om in de gaten te houden dat we al de hele tijd levens leiden die voorbijgaan aan die orde.’

Andere werelden

Wat Schinkel vooral doet, is de vraag stellen hoe we anders samen zouden kunnen leven op deze planeet. Door de huidige orde van onze wereld fundamenteel te bevragen, schept hij ruimte voor de verbeelding en de constructie van andere werelden, anders met elkaar samenleven. Niet alleen door nieuwe voorstellen te doen, maar juist ook door te wijzen op dingen die nú al gebeuren, maar waar we weinig oog voor lijken te hebben.

Het woord ‘woekeren’ komt vaak in uw boeken voor. Wat bedoelt u daar precies mee?

‘Dat is wat leven simpelweg doet. De bestaande, ordenende modus zegt dat leven afgegrensd en ingekaderd moet worden. Ook dát is een vorm van woekeren. Het is alleen een vorm die andere vormen van leven, andere woekeringen, probeert te beknotten. Het idee dat we binnen een bepaalde orde moeten leven, is een heel gewelddadig idee. Het werkt ook nooit, want er zal altijd leven zijn dat nooit helemaal ingekapseld raakt. Tegelijkertijd is er de ordenende poging om daar middels geweld kaders aan op te leggen.’

Laatst fietste hij weer door een tunnel in de buurt waar hij vaker doorheen komt. ‘Hij hangt vol met posters van klimaatrebellie, stickers tegen fascisme, graffiti met antikapitalistische en antiracistische leuzen en gedichten. Dat was tien jaar geleden niet zo. Er zijn dus weer mensen die de noodzaak en de vrijheid voelen om zich zo te uiten in de publieke ruimte. Je ziet allerlei verschillende issues daar, maar die tunnel verbindt ze. En dan zie je: iets is zich aan het vormen. Het is nog in een tunnel, het is ondergronds. Maar dat is precies waar het leven altijd gebeurt. Daar onder die orde, daar woekeren we. Daar hoeven we geen geld voor wat we doen voor elkaar. Daar vangen we onze kinderen op, ook al hebben we eigenlijk geen tijd. Daar zijn we bereid meer te doen.’

herstel

In het artikel ‘Onteigeningsreferendum in Berlijn’ in VN 10 werd een bewoonster geciteerd die vastgoedbedrijf Heimstaden beticht van bepaalde praktijken. Dit betrof Heimstadens voormalige partner Skjerven Group (die meerdere opdrachtgevers heeft), en is online aangepast.