Het is half september, en bij het Berlijnse station Zoölogischer Garten denderen treinen over de gietijzeren spoorbrug. Rond het drukke kruispunt laven forenzen, toeristen en daklozen zich aan de laatste zonnestralen van de zomer. Kunstenaar Raquel van Haver (1989, Bogota, Colombia) bestelt een cappuccino in het rumoerige café van het Amerikahaus, een architectonisch icoon uit de jaren vijftig, en thuishaven van fotogalerie C/O Berlin. Het Berlin Gallery Weekend is in volle gang, en met de U-Bahn raast Van Haver door de stad, van opening naar opening. Haar tentoonstelling Rundhalle, een reusachtige mural in krijt, verdeeld over vier muren, is net onthuld in Galerie Wedding. Berlijn is geen stad voor belangrijke beurzen, en er wonen weinig vermogende verzamelaars, maar het loont om je hier als kunstenaar te profileren, vertelt ze. ‘Als je in Berlijn een goede show hebt, leer je interessante curatoren kennen.’
Interview
‘Mijn werk is een uitroepteken’
Als Colombiaans kind in West-Friesland werd kunstenaar Raquel van Haver aangestaard en nageroepen. Maar met haar schilderijen stuurt zij zelf de blik van de kijker. ‘Mijn werk geeft een gevoel van herkenning voor mensen die zichzelf zelden terugzien in kunst.’