Het is nog geen jaar geleden dat de coalitiepartners rondom de presentatie van hun Hoofdlijnenakkoord tevreden spraken over de ‘staatsrechtelijke basislijn’ die ze met elkaar overeen waren gekomen. Daarin beloofden ze niet alleen de rechtstaat te respecteren, maar ook elkaar ‘heel te laten’. In juni spraken de aspirant-bewindslieden hen na, tijdens hoorzittingen in de Kamer en interviews in de krant. Zo verklaarde oud-rechter en beoogd minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC), die verantwoordelijk zou worden voor goed bestuur en de democratische rechtsstaat, dat ze heel blij was op dat ministerie terecht te komen. ‘Bewindslieden hebben een voorbeeldfunctie. En wij moeten ons allemaal verantwoordelijk gedragen.’ Ze hoopte met haar mede-kabinetsleden bij te dragen aan een ‘positieve bestuurscultuur’.
Column
De politieke moraal keldert in hoog tempo
Van een minister die probeert koninklijke onderscheidingen te blokkeren tot een staatssecretaris die met haar scriptie fraudeerde en gewoon blijft zitten: de politieke moraal keldert in hoog tempo, schrijft Thijs Broer. In de praktijk blijkt de ‘staatsrechtelijke basislijn’ van de coalitie helemaal niets waard.
