Het was in pre-coronatijden, bij een bezoek aan het geweldige museum Micropia in Amsterdam. Ik stond voor het grote raam dat het museumdeel van het laboratorium scheidt en staarde naar een stapel afgedekte kweekschaaltjes. Er was niets in te zien, behalve het dunne laagje zogeheten agarose-gel. Omdat de schaaltjes met een zwarte stift beschreven waren, dus een verse kweek herbergden, beloofde de gel binnen een paar dagen in een fantastisch en kleurrijk microbenlandschap te veranderen. Een vriend, een microbioloog, sloot zich bij me aan en vroeg: ‘Weet je dat we deze gels aan de vrouw van een microbioloog te danken hebben? Zij gebruikte het in haar keuken.’

Mijn nieuwsgierigheid was onmiddellijk gewekt. Die avond ging ik op zoek naar de geschiedenis van het bescheiden werkpaardje van praktisch alle microbiologische en genetische laboratoria: agarose. Ook als u het nooit in handen heeft gehad, bent u er ongetwijfeld indirect mee in contact geweest: via een kweekje bij de...