Toen oud-minister Henk Kamp deze week voor de enquêtecommissie verklaarde waarom hij tijdens Rutte I ondanks waarschuwingen van zijn ambtenaren voor een keiharde aanpak van bijstandsfraude had gekozen, verklaarde hij: ‘Ja, mijn ambtenaren vertelden mij dat de naleving tussen de 90 en de 96 procent lag. Maar dat is in strijd met wat in het land leeft.’ Zo zette de VVD-minister niet op basis van feiten maar vanuit zijn eigen waarheid een beleid in gang waardoor duizenden mensen in de ellende werden gestort: in de jaren die volgden was drie keer in een week eten met een vriend of vriendin al genoeg om als fraudeur te worden bestempeld en een AOW-uitkering te verliezen. En toen moest het Toeslagenschandaal nog komen.

Meteen moest ik weer denken aan die andere Henk: Henk Bleker, die in hetzelfde kabinet de onderbuik ook belangrijker vond dan de feiten. Nadat Bleker in 2010 als CDA-voorzitter geestdriftig had meegewerkt aan de totstandkoming van het gedoogkabinet met de PVV...