‘We hebben gewonnen!’ jubelden wetenschappers en activisten op 27 april 2018. Voor het Berlaymontgebouw van de Europese Commissie demonstreerde ‘Save the Bees’ met een grote opblaasbij. Ze hadden bijna viereneenhalf miljoen handtekeningen verzameld voor een verbod op gevaarlijke pesticiden. ‘We kunnen de bijen nog voor uitsterven behoeden.’

Die dag besloot een meerderheid van de Europese landen ‘neonicotinoïden’ te verbieden, wereldwijd een van de meest gebruikte typen bestrijdingsmiddelen. In de jaren daarvoor stapelde het bewijs zich op dat deze pesticiden bijdragen aan bijensterfte, maar ook een verwoestende uitwerking hebben op tal van andere insecten, op vogels en vissen en zelfs op zoogdieren. De activisten waren uitzinnig: ‘Dit besluit is een baken van hoop.’

Suikerbietenboeren beleefden het juist als een zwarte dag. De ‘neonics’ mogen dan schadelijk zijn voor nuttige insecten, ze werken ook uitstekend in het bestrijden van ongedierte. Drie weken na de stemming, op 16 mei 2018, was het verbod het gesprek van de dag op het congres voor de suikerbietensector in De Handelsbeurs in Gent. Hoe konden de bietentelers nu nog ziekten en plagen voorkomen? De voorzitter van de koepel van de telers zei ‘extreem bezorgd’ te zijn over de ‘onbegrijpelijke beslissing’. Voor een zaal met mannen in pakken aan wit gedekte tafels sprak de Belgische Landbouwminister Denis Ducarme de suikerindustrie toe. Hij beloofde hard te werken voor een ‘soepele en slimme uitfasering’ van de middelen, en kondigde aan een uitzondering toe te kennen voor suikerbieten.

Ongelooflijk giftig spul

Met België hebben intussen zestien EU-landen waaronder Frankrijk en Duitsland een achterdeurtje in de Europese wetgeving gevonden én geopend. Nederland nog niet, maar ook hier lobbyt de suikerindustrie hard om daar verandering in te brengen. Drie jaar na het Europese besluit om schadelijke pesticiden te verbieden, blijken vele landen het verbod te omzeilen, vooral voor suikerbieten, na aardappelen met 1,5 miljoen hectare de tweede teelt van Europa. Hoe is dat mogelijk en hoe erg is dat?

Het zenuwgif doodt bijen en hommels niet meteen, vertelt de Britse bioloog Dave Goulson. Neonics werken subtieler, maar des te verwoestender. Eerst weten de beestjes de weg terug naar hun nest niet meer te vinden en kunnen ze minder goed proeven, voedsel verzamelen en zich voortplanten. Na een paar weken zijn er zo weinig nieuwe insecten geboren dat er nog weinig van het nest over is.

‘Het was niet dat ze dood neervielen. Maar ze werden nooit geboren.’

De door de agrochemische reuzen Syngenta en Bayer geproduceerde neonics werken zo goed in de bestrijding van ongedierte dat ze vanaf de jaren tachtig uitgroeiden tot de meest gebruikte insecticiden. Zaden van gewassen krijgen een ‘coating’ van de stof, die de ontkiemende plant ‘systemisch’ beschermt tegen ongedierte.

De eerste keer dat Goulson de desastreuze effecten van de stoffen zag, had hij zelf een hommelkolonie vergiftigd. De hoogleraar en hommelexpert aan de universiteit van Sussex gaf de beestjes een dosis van de meest gebruikte neonic: imidacloprid, die ze ook op de Europese velden konden tegenkomen. De hommelnesten groeiden langzamer en het aantal nieuwe koninginnen daalde met 85 procent. ‘Het was niet dat ze dood neervielen,’ zegt de bioloog. ‘Maar ze werden nooit geboren.’

In 2012 stapte hij met zijn onderzoek naar het toonaangevende wetenschappelijke blad Science. ‘Als ik had geweten wat me toen te wachten stond, had ik het misschien niet gedaan,’ zegt Goulson. ‘Volgens de pesticidenindustrie hadden we onze resultaten verzonnen, we zouden vooringenomen zijn. Ze willen je reputatie bezoedelen, het belangrijkste dat je hebt als wetenschapper.’

De resultaten werden wereldnieuws, samen met andere onderzoeken die de vernietigende werking van de neonics aantoonden. ‘Ze zijn ook schadelijk voor duizenden andere insecten,’ zegt Goulson. ‘Voor het water en de grond. Het is ongelooflijk giftig spul dat zich opbouwt in de bodem en heel langzaam afbreekt. Hele ecosystemen worden vergiftigd.’

In het licht van het almaar groeiende inzicht in de schadelijkheid van neonics besloot de Europese Unie in 2013 tot een moratorium op het gebruik van de stoffen bij bloeiende gewassen. In 2018 bekeek de Europese pesticidenautoriteit EFSA al het wetenschappelijk bewijs opnieuw en concludeerde dat neonics bij álle gewassen gevaarlijk zijn. Op die grond besloot een meerderheid van de Europese landen tot een volledig verbod. Dat zou de hele wereld moeten navolgen, betoogden Goulson en 232 andere toonaangevende wetenschappers in 2018 in een brief in Science. ‘Het bewijs is sterk dat deze chemicaliën schade toebrengen aan nuttige insecten en bijdragen aan de huidige enorme teruggang van biodiversiteit.

pesticiden

Noodsituatie

Dat verbod blijkt lang niet zo hard als gehoopt. In de Europese wetgeving voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen staat dat de lidstaten niet-toegelaten middelen voor een periode van 120 dagen toch mogen toestaan, op voorwaarde dat er een noodsituatie is met een gevaar dat op geen andere redelijke manier is te beheersen. Alleen is niet helder omschreven wat als ‘noodsituatie’ mag gelden. EU-landen hebben de plicht uit te leggen waarom het niet toepassen van het middel tot ‘onacceptabele schade aan de plantproductie of ecosystemen’ leidt. Maar harde criteria daarvoor zijn er niet. Het gevolg is dat lidstaten zelf kunnen invullen wat ze onaanvaardbaar vinden. Dat doen ze ruimhartig. Denemarken, dat tegen het verbod stemde, heeft een ontheffing verleend voor golfbanen waar een kleine kever toeslaat. Zonder zouden ze moeten sluiten, wat volgens de Deense overheid ‘grote economische consequenties’ zou hebben.

De meeste ontheffingen zijn voor de suikerbietenteelt. Om aan te tonen dat daar sprake is van een noodsituatie, wijzen bietenboeren op het grote gevaar van een dramatische terugval in de oogst, veroorzaakt door de door luizen overgebrachte vergelingsziekte.

In de ogen van Martin Dermine van Pesticide Action Network (PAN), een coalitie van milieuorganisaties, is er geen sprake van een noodsituatie. ‘Dat is alleen zo als een situatie nieuw en acuut is,’ zegt hij. ‘De luis en de vergelingsziekte kennen we al jaren. Of de luis toeslaat, hangt sterk van de winter af.’ Na een periode met stevige vorst, zoals afgelopen februari, is de kans daarop veel kleiner. Wanneer bietenboeren nu met neonics gecoate zaadjes zaaien, handelen ze niet vanuit een acute nood maar anticiperen ze op een situatie die zich dit jaar misschien helemaal niet zal voordoen.

PAN gebruikt dit argument bij een op dit moment lopende juridische strijd met de Belgische staat, dat op moment van schrijven de middelen 23 keer heeft toegestaan. De organisatie neemt het de Europese Commissie kwalijk dat ze de landen die met noodvergunningen hebben gestrooid geen strobreed in de weg heeft gelegd. Volgens de wet kan de Commissie voedselwaakhond EFSA opdracht geven om de ontheffingen tegen het licht te houden. De Commissie greep die kans pas in december 2020, een oordeel komt in de tweede helft van dit jaar. ‘Te laat en te laks,’ vindt Dermine.

Opgezet door de suikerindustrie

De Europese Commissie geeft landen vrij spel, en sommige landen, zoals België, geven op hun beurt de suikerindustrie de ruimte om daar gebruik van te maken. Van de 23 keer dat België de middelen heeft toegestaan, was dat 19 keer voor suikerbieten. Hoewel de Belgische landbouwminister Ducarme in februari 2020 verzekerde dat voor de neonics het laatste jaar was aangebroken, maakte het ministerie die belofte niet waar. Dit voorjaar kende België voor het derde jaar op rij een uitzondering toe aan de bietenteelt. De uitzonderingen zijn mede aangevraagd door het Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (Kbivb), een researchinstituut dat in de jaren dertig is opgezet door de suikerindustrie, dat samenwerkt met de pesticidenindustrie en waarvan de suikerfabriek en bietentelers het onderzoek co-financieren. De instelling huist in een oude bakstenen suikerfabriek in het Vlaamse stadje Tienen, waar de moderne raffinaderij boven het plaatsje uittorent.

‘Wij hebben de Belgische overheid de situatie van de suikerbiet uitgelegd,’ vertelt André Wauters, zadenexpert bij het Kbivb, in een vergaderzaaltje van de oude fabriek. Hij en zijn collega’s klopten al jaren vóór het verbod van 2018 aan bij het Belgische ministerie van Landbouw. Wauters bezweert dat neonics niet schadelijk zijn in de bietenteelt. Bieten bloeien niet en zijn daarom niet gevaarlijk voor bijen, is de logica van de suikerindustrie. Die insecten komen immers af op bloeiende gewassen voor het stuifmeel en de nectar. ‘Waarom zou je daar dan een probleem van maken?’

Daar heeft bioloog Goulson wel een antwoord op. ‘Het besluit om het verbod op neonics in 2018 uit te breiden tot niet-bloeiende gewassen is genomen omdat we zagen dat de effecten zo groot waren,’ zegt hij. ‘Het was volledig duidelijk dat bijen nog steeds werden geraakt. Dat spul is enorm schadelijk voor de bodem, het onkruid, bloemen naast het veld, het water enzovoorts. Het maakt niet uit of bieten wel of niet bloeien.’

Toen op 27 april 2018 de EU-landen in Brussel stemden, onthield België zich omdat landbouwminister Ducarme onder meer voor de suikerbietenteelt een uitfasering wilde. ‘Wij hebben dat dus goed uitgelegd,’ concludeert Wauters.

pesticiden

Suikerbietonderzoek

Door een meerderheid kwam het verbod er toch. Direct daarna vroeg het bieteninstituut om een vergadering met het Erkenningscomité, dat de Belgische overheid adviseert over de toelating van pesticiden, ‘om te kijken of het mogelijk zou zijn om een ontheffing te krijgen’.

Het gesprek had succes. Het proces van de wetenschappelijke toetsing door het Erkenningscomité was toen nog niet doorlopen, maar landbouwminister Ducarme nam drie weken later op het suikerbietencongres een politiek besluit: neonics moeten kunnen bij suikerbieten. Toen de Belgische overheid in oktober 2018 de Europese Commissie inlichtte over de ontheffing, nam zij het dossier van het bieteninstituut klakkeloos over. ‘Het heeft een wat andere layout,’ zegt Wauters. ‘Verder is het hetzelfde.’

Het Kbivb strooit in de ontheffingspapieren met dramatische en sterk verschillende cijfers over opbrengstverliezen. De opstellers wijzen op een veldstudie die liet zien dat de opbrengst met neonics 19 procent hoger is, en op andere onderzoekers die de opbrengst tot 47 procent zagen afnemen zonder de pesticiden. In de papieren staat niet welke studies dat zijn. Een studie uit 2017 die wel een eervolle vermelding krijgt in verschillende ontheffingsdocumenten, is een onderzoek van Melanie Hauer en anderen, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Crop Protection.

Het onderzoek was volgens de wetenschappers opgezet vanwege het dreigende verbod op neonics en laat zien waarom deze middelen nodig zijn voor de bietenteelt. Ten tijde van publicatie waren alle auteurs verbonden aan een van de Europese instellingen voor suikerbietonderzoek, waaronder het Belgische Kbivb. In de paper staat niet dat die instituten zijn opgezet door de suikerindustrie en daar nog steeds geld van krijgen. De onderzoekers zeiden geen ‘specifieke’ geldsom te krijgen en gaven daarom ondanks de innige banden met de industrie geen belangenconflicten aan.

In Boutersem, tien kilometer van Tienen, verbouwt Kobe Ruell bieten. In zijn kantoortje prijkt een ingelijste foto die is genomen om op de pakken van Tiense suiker te komen. De boer houdt te midden van zijn uitgestrekte velden een suikerbiet in de hand. Op zijn veertiende overleed zijn vader en nam hij de boerderij over die al sinds 1870 in de familie is. Tot het verbod in 2018 gebruikte hij imidacloprid. ‘Wij hadden geen last van luizen,’ zegt hij. ‘Als dat goed werkt, dan denk je daar ook niet over na, hè.’

Hij zou het spul nog steeds graag inzetten. Maar al lobbyen de bietentelers daartegen, aan de ontheffing is de eis verbonden dat ze op hetzelfde veld vijf jaar lang geen bloeiende gewassen verbouwen. En dat past niet in zijn teeltplan. Daarom grijpt hij met tegenzin naar andere middelen. Vorig jaar zaten de luizen meteen op zijn bietenplanten, zodra de kiembladeren uit de grond kwamen. ‘Als je spuit, werkt het twee à drie weken. Dan doe je het nog een keer. In de zomer begon je hier en daar een gele plek te zien. Maar zo kun je de schade nog redelijk beperken.’

Ruell gelooft niet dat de middelen waarmee hij spuit milieuvriendelijker zijn dan de met neonics gecoate zaadjes. Maar zijn grootste probleem is dat het duurder is. ‘Het is toch een flink bedrag dat er ineens bij komt. De suikerprijs was de afgelopen jaren geweldig laag door de wereldmarkt die volledig open is gegaan. Wij concurreren nu ook tegen suikerriet uit Brazilië.’

De echte boosdoener

Op 30 september 2017 kwam er een eind aan de EU-suikerquota en vervielen de gegarandeerde prijs en het productieplafond. Sindsdien moeten de Europese suikerbieten concurreren op de wereldmarkt. De suikerprijs staat sindsdien sterk onder druk. In 2020 stortte die opnieuw in. Die val viel vooral toe te schrijven aan toename van de Braziliaanse productie in combinatie met de devaluatie van de Braziliaanse munt. Dat was de echte boosdoener van de crisis waarin de West-Europese bietenboeren terechtkwamen. De toename van de teeltkosten door het wegvallen van de neonics was voor hen de druppel.

‘Ik denk dat het veel slimmer was geweest om te zeggen: over vijf jaar hebben we geen neonics meer, werk nu aan alternatieven.’

De strijd op de wereldmarkt kunnen de boeren in West-Europa met hun efficiënte productie net aan, zegt Paul Mesters, CEO van de Nederlandse Cosun Beet Company. ‘Maar de boer maakt natuurlijk wel de afweging: welke gewassen zijn voor mij interessant? Als hij veel teeltkosten heeft aan de suikerbiet omdat bijvoorbeeld de neonics niet meer mogen, dan kan hij als het rendement te laag is kiezen voor een ander gewas.’

Ook boer Ruell aarzelt of hij nog wel bieten wil verbouwen nu hij er nog amper geld mee verdient. Van een noodsituatie mogen we in zijn ogen dus zeker spreken, in zijn portemonnee. Hij is vooral boos dat de neonics plotseling zijn afgeschaft, zonder dat er een degelijk alternatief was.

Nu is het bieteninstituut wel bezig met het ontwikkelen van varianten die tegen de luizen bestand zijn. Maar die hadden er eerst moeten zijn. ‘Ze schaffen het af en het komt allemaal op onze nek terecht,’ zegt Ruell.

Paul Mesters vindt dat de suikersector het probleem in de maag gesplitst heeft gekregen. Zijn bedrijf diende in de jaren vóór het verbod verschillende aanvragen in voor onderzoek naar alternatieven, maar kreeg telkens nul op het rekest. ‘Ik denk dat het veel slimmer was geweest om te zeggen: over vijf jaar hebben we geen neonics meer, werk nu aan alternatieven.’

pesticiden

Strijden voor ontheffingen

Waar België al meteen na het verbod ontheffingen begon uit te delen, was Frankrijk lang het braafste jongetje van de klas. Al in 1999 stelde de Franse minister van Landbouw paal en perk aan de behandeling van zonnebloemzaadjes met neonics, nadat imkers hadden geklaagd over de kaalslag in korven in de buurt van zonnebloemvelden. In augustus 2016 nam de Franse senaat een totaalverbod aan op het gebruik van neonics.

Maar toen sloegen in volle coronacrisis de luizen toe op de Franse bietenvelden. In mei 2020 kondigde Olivier de Bohan, de voorzitter van de machtige suikercoöperatie Cristal Union, aan dat hij zou gaan strijden voor ontheffingen op het verbod op neonics. Hij vreesde een terugval van de oogst van 30 procent.

De Franse koepel van bietenboeren verrichtte in het voorjaar van 2020 naar eigen zeggen ‘monnikenwerk door de parlementariërs te ontmoeten en uit te leggen waarom de ontheffing cruciaal is voor de sector’. Met succes. Meer dan honderd parlementariërs en regiovoorzitters schreven een dramatische open brief aan president Macron waarin ze stelden dat Frankrijks suikerindustrie, de trots van Europa, ten onder dreigde te gaan door het vergelingsvirus.

Intussen was ook de minister van Landbouw Julien Denormandie bewerkt. Die bezocht op uitnodiging van Cristal Union op de nationale feestdag de boer Julian Lefort, een felle strijder voor neonics. Lefort liet Denormandie zijn bieten zien, die veel kleiner waren dan gezonde exemplaren en waarvan de bladeren er geel en slap bijhingen.

De minister deed wat de boeren en suikerfabrikanten van hem eisten. In augustus kondigde hij aan met een wetsvoorstel voor ontheffingen te komen. In de aanloop naar de stemming in het Franse parlement bleven de boeren, de suikerfirma’s en de pesticidenfabrikanten eendrachtig de volksvertegenwoordigers masseren. De parlementariër die verantwoordelijk was voor de behandeling van de wet organiseerde aan de vooravond van de stemming een debat tussen boeren en milieuactivisten. Een opmerkelijke rol bij dat debat speelde de voorzitter van een vereniging die zegt te ijveren voor de biodiversiteit onder bijen. Hij vertelde dat neonics naar zijn overtuiging geen negatieve effecten hebben. Een vertegenwoordiger van Tereos, de op een na grootste suikerproducent ter wereld, sprong er gretig op in. Achteraf ontdekte een kritische parlementariër dat de bijenvereniging geld ontvangt van pesticidenfabrikant BASF.

Het lobbywerk wierp zijn vruchten af. Op 6 oktober 2020 gaf een ruime meerderheid van de Assemblée Nationale groen licht voor het gebruik van neonics in de bietenteelt. ‘Nog nooit sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de suikerbietensector in Frankrijk zulke grote verliezen geleden,’ zei Franck Sander, voorzitter van de Franse en Europese koepel van bietentelers, die dag. ‘De rendementen op onze velden zijn catastrofaal.’

Hij verzweeg dat zijn eigen vereniging de diepe crisis in juni nog vooral toeschreef aan de instorting van de waarde van de Braziliaanse munt, wat de Zuid-Amerikaanse suiker veel concurrerender maakte.

Ook Bayer kraaide die dag victorie. In een persbericht sprak de pesticidenfabrikant over een terugval in de oogst tot 80 procent, die volgens het bedrijf te wijten was aan het verbod op neonics. Een tikje overdreven, blijkt uit cijfers die Eurostat recent heeft prijsgegeven. Afgelopen jaar is de opbrengst per hectare in Frankrijk met 26 procent gedaald. Maar de retoriek heeft gewerkt. En zo is de grootste voorvechter van het verbod als een blad aan een boom omgeslagen.

Wel een alternatief

Het vergelingsvirus zal vaker toeslaan vanwege de door klimaatverandering steeds warmere winters. Nu gaan boeren dat te lijf met verboden gif, maar volgens Martin Dermine van milieucoalitie PAN is er wel een alternatief. Hij wijst naar biologische bietenboeren in Noord-Frankrijk die claimen beduidend minder last te hebben van de vergelingsziekte. Door natuurlijke vijanden van de bladluizen als lieveheersbeestjes en gaasvliegen de ruimte te geven. Door iets later te zaaien, als de luis al is geweest, en door het land minder te bemesten, wat het minder aantrekkelijk maakt voor de luis. Alleen kun je dan niet zo grootschalig en intensief produceren. De boeren zitten vast in de logica van het systeem waarin ze de productie moeten maximaliseren tegen zo laag mogelijke prijzen. Hun almaar intensievere teelten op steeds grotere oppervlakten maakt ze zeker nu de aarde opwarmt extra kwetsbaar voor plagen. Effectieve, goedkope pesticiden zijn daarom een onmisbare pijler. Als je die weghaalt, zonder de boeren te helpen bij de overgang naar een ander systeem, stort het hele boeltje in.

Of de biologische landbouw nu al dan niet het alternatief is, ook mét het spuiten van andere pesticiden dan neonics is het milieu beter af. Peter Leendertse van het Nederlandse kennis- en adviesbureau CLM deed in opdracht van Cosun onderzoek naar de milieueffecten van het verbod op neonics. Hij vermoedt dat de suikerfabrikant hoopte dat het verbod slecht uitgepakt zou hebben, maar de resultaten van het onderzoek lieten zien dat hoewel de alternatieven schadelijker zijn voor het waterleven, de totale milieubelasting daalde sinds het verbod, ook voor bijen. Nog beter is het dus als ze de spuitwagen in de schuur kunnen laten en er suikerbietenrassen komen die resistent zijn tegen de vergelingsziekten, maar dat duurt nog minimaal twee jaar.

pesticiden

Glibberig

Vooralsnog is Nederland een rots in de branding. In 2018 hekelde Nefyto, de Nederlandse vereniging van pesticidenfabrikanten, het ‘onbegrijpelijke’ verbod. De pesticidenbedrijven trokken samen op met boerenlobby LTO om tevergeefs voor een uitstel te pleiten. Maar het tij keert. Na Frankrijk besloten in december 2020 vijf Duitse deelstaten, waaronder de drie grootste, ontheffingen toe te kennen.Volgens Royal Cosun ligt een ‘ongelijk speelveld’  op de loer. Dat suikerbietenboeren in andere landen wél gebruik mogen maken van neonics en in Nederland niet is oneerlijk en zorgt voor een verstoorde markt. Het bedrijf wil dat de minister de Nederlandse positie herziet. Ook VVD- en CDA-Kamerleden hameren erop dat het weigeren van de minister om ook hier een noodsituatie af te kondigen een ongelijk speelveld veroorzaakt.

De inmiddels demissionaire landbouwminister Carola Schouten (CU) houdt tot nu toe voet bij stuk. De tijdelijke vrijstellingen zijn ‘niet in lijn met de door mij gesteunde Europese restricties’, zei ze in een debat in november 2020. Landen als België en Frankrijk verlenen ‘helaas’ vrijstellingen. ‘Moet ik dan ook maar overstag gaan, omdat we denken: anders is er geen gelijk speelveld meer?’ zei ze. ‘Het is niet toepasbaar op een manier waarbij mens, dier en milieu niet worden geschaad. Daarin heb ik ook een verantwoordelijkheid.’

Schouten stelt dat zij aan het begin van de kabinetsperiode heeft afgesproken dat ze de wetenschappelijke beoordelingen van de Europese en Nederlandse instanties netjes volgt. Maar het is de vraag of een nieuw kabinet vasthoudt aan die positie. ‘Toen was iedereen voor,’ zei Schouten. ‘Ik merk nu dat het wat glibberig begint te worden.’

Herhaling van zetten

Met vereende krachten verkondigen de bietenboeren, de suikerindustrie en de pesticidenfabrikanten hetzelfde verhaal: neonics kunnen bij bieten weinig kwaad, het verbod is om economische redenen zeer pijnlijk, voor het ontwikkelen van een echt alternatief is geen tijd geweest en de huidige oplossing − spuiten − is nog slechter. Ze verzwijgen dat de crisis in de bietensector vooral is toe te schrijven aan de harde concurrentie op de wereldmarkt na het afschaffen van de quota. Onder de oplopende lobbydruk laten tal van EU-landen zich ertoe verleiden om door het achterdeurtje te kruipen dat Europa heeft laten openstaan. De Europese Commissie verzuimt poortwachter te spelen.

Producenten Syngenta en Bayer blijven volhouden dat de middelen helemaal niet schadelijk zijn voor het milieu. Ze vochten het verbod juridisch aan bij het Europese Hof van Justitie en zijn, nadat ze ongelijk kregen, nog steeds bezig met een procedure in hoger beroep. Syngenta zegt dat de middelen een ‘minimaal gevaar’ voor bijen vormen en bijdragen aan voedselzekerheid, en werden verboden op grond van ‘ondeugdelijke wetenschap’. Ook Bayer stelt dat tot op de dag van vandaag.

Bioloog Dave Goulson slaakt een diepe zucht. ‘Het voelt alsof we in cirkels praten,’ zegt hij. ‘De schadelijkheid is glashelder aangetoond, hele ecosystemen worden vergiftigd. Wij hadden het debat gewonnen, toen is het verbod ingevoerd. Nu wil de industrie de discussie nogmaals voeren. En het lukt ze nog ook.’

The Investigative Desk is een collectief van gespecialiseerde onderzoeksjournalisten. Meer informatie op www.investigativedesk.com. Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.