Dit verhaal komt uit de nieuwe VN. Bestel ‘m hier zonder verzendkosten.

Het is 26 mei 2021 als de Limburgse advocaat Roger Cox voor de tweede keer in zijn leven wereldgeschiedenis schrijft. Hij wint – met zijn team – de rechtszaak tegen Shell. Daarmee wordt Shell gedwongen om zijn CO2-uitstoot in 2030 met 45 procent gereduceerd te hebben ten opzichte van 2019. Een van de betrokkenen houdt een speech: ‘Onderschat nooit het vermogen van een kleine groep burgers om de wereld te veranderen. Dat is een beroemde quote onder activisten. Maar die kleine groep burgers heeft daarvoor wel een idee nodig. Het idee dat Roger Cox de wereld inbracht, was daarbij cruciaal.’

Dat idee draait om de maatschappelijke zorgplicht, de duty of care. Volgens die wettelijke regeling staat het niemand in de samenleving vrij om gevaren voor anderen te creëren die je redelijkerwijs had kunnen voorkomen. Het vormde de basis voor de beroemde ‘Urgenda-zaak’, die Cox samen met Marjan Minnesma tegen de Nederlandse staat aanspande.

Je zou kunnen zeggen dat Roger Cox machteloosheid bestrijdt. De machteloosheid die je kunt voelen door de grootsheid die de klimaatstrijd behelst.

Inmiddels zijn er tweeduizend klimaatrechtszaken aangespannen, veelal geïnspireerd door de Urgenda-zaak en de zaak tegen Shell. Een van die zaken wordt geleid door Marie Toussaint tegen de Franse oliegigant Total. ‘Als je het opneemt tegen de staat of zo’n groot bedrijf, denk je dat je machteloos bent, dat je daar niets tegen kunt beginnen. Klimaatrechtszaken zijn er om dat toch te doen,’ zei Toussaint.

Roger Cox

Roger Cox is van huis uit geen klimaat­advocaat, maar bouwadvocaat. Hij schrok toen hij in 2006 Al Gore’s documentaire An Inconvenient Truth zag. Eerst zorgde hij er als bezorgde burger voor dat de film een maand lang gratis te zien was in filmhuizen door heel Nederland. Later vroeg hij zich af wat hij als advocaat kon betekenen. Dat leidde ertoe dat hij in 2011 niet op vakantie ging, maar een boek schreef: Revolutie met recht. Marjan Minnesma van Urgenda las mee en wilde de theorie toetsen in de praktijk. Samen spanden ze met succes een rechtszaak aan tegen de Nederlandse overheid. Er volgden meer dan duizend klimaat­rechtszaken, waaronder die tegen Shell. De aanklagers laten zich inspireren en soms ook adviseren door Roger Cox.

Wegrennen is zinloos

We spreken elkaar in zijn advocatenkantoor aan het Maastrichtse Stadspark. Hier voelt Roger Cox zich thuis. Hij komt zelfverzekerd maar bescheiden over. Niet iemand die je onderwijst, ook al weet misschien wel niemand in de wereld meer van klimaatrecht dan hij. Ik vraag iets, Cox antwoordt. Niet te kort, niet te lang.

Tot ik vraag wat volgens hem het belangrijkste is dat moet veranderen. Dan ontvlamt Cox voor één keer in een monoloog. ‘Waarom zou ik als burger de macht uit handen geven aan de staat, als diezelfde staat niet de wil heeft om mijn grondrechten te beschermen? Of niet bij machte is om dat te doen? Waarom zou ik dulden dat een bedrijf als Shell 38 miljard euro winst maakt in een jaar, terwijl ze de wereld om zeep helpen? Waarom zou ik nog accepteren dat een CEO van Boskalis – die net zo goed weet wat er op het spel staat – dreigt te vertrekken naar het buitenland omdat we hem hier te veel op normen en waarden aanspreken? We laten ons het mes op de keel zetten door deze mensen, met hun dreigementen dat ze met werkgelegenheid en al naar het buitenland vertrekken als het ze hier niet meer bevalt.

Ik vind dat we dat niet meer moeten tolereren. We moeten terug naar wat ons mens maakt en wat maakt dat we als mensen in een samenleving kunnen functioneren. Dat betekent niet alleen kijken naar de winstbalans, maar ook naar de negatieve balans. Als samenleving moeten we bedrijven als Boskalis, Shell en andere olie- en gasgiganten daar veel kritischer op bevragen. Waarom pluk je deze samenleving alleen maar leeg en draag je er niks aan bij, behoudens wat belastingafdrachten en werkgelegenheid? We hebben winstcijfers en kortetermijnbelangen tot norm verheven, alsof dat een aflaat kan zijn voor elk asociaal gedrag. Als een bestuurder roept dat er geen level playing field is als hij op zijn verantwoordelijkheid wordt gewezen, staan we nog net niet te applaudisseren dat zo’n man gelijk heeft. Terwijl die man helemaal geen gelijk heeft. In de verste verte niet.’

Lees ookDe rebel en de CEO: Extinction Rebellion vs. Boskalis15 november 2022

Waarom niet?

‘Omdat hij van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid wegloopt. Het heeft bovendien weinig zin. Als het over klimaat gaat, kún je helemaal niet wegrennen naar een ander land. Of je nou met je hoofdkantoor in Argentinië, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten zit, uiteindelijk kun je alsnog in Nederland gedagvaard worden voor de ellende die je hier aanricht.’

Dus jij kunt in theorie – als je daar de capaciteit voor hebt – ook buitenlandse bedrijven als BP en Exxon Mobil aanklagen?

‘Ja. En als Shell al vóór die rechtszaak was vertrokken, hadden we ze ook in Nederland kunnen dagvaarden.’

Roger Cox

Voorbereid op elk tegenargument

Het grote voordeel van klimaatrechtszaken is volgens Cox dat het recht een filter is om de zin van de onzin te onderscheiden. Hij veert daarom steeds verder overeind wanneer ik wat tegenargumenten in de strijd gooi. Het is bekend terrein. Voor de klimaatzaken heeft hij zich tot in den treure voorbereid op elk tegenargument.

‘Shell controleert 2,5 procent van alle emissies wereldwijd. Er zijn maar vier landen die meer uitstoten: China, India, Rusland en de Verenigde Staten.’

Hoe kijk je naar het argument dat het hypocriet is dat wij als
samenleving zelf om olie vragen en vervolgens boos worden op Shell als het in die vraag voorziet?

‘Dat is precies het narratief dat Shell goed uitkomt, natuurlijk. Shell stelt dat burgers naar olie vragen, en het aan overheden is om die vraag te reguleren. Maar op het moment dat overheden dat daadwerkelijk doen, gaat Shell met de hakken in het zand. Dan komen ze met een eisenpakket en dreigen ze naar het buitenland te vertrekken als daar niet aan voldaan wordt. Tegelijk lobbyen ze achter de schermen voor regelgeving die hun goed uitkomt, waarbij zoveel mogelijk schade die ze creëren wordt afgewenteld op de burger. En wat die burger betreft: wat kun je doen als de grootste energiebedrijven in de wereld ons alleen maar olie en gas blijven aanbieden? Je bent grotendeels afhankelijk van de investeringen die de politiek en het grote bedrijfsleven in alternatieven steken.’

En dat level playing field-argument, dat Shell het aflegt tegen de concurrentie als zij sneller moeten vergroenen dan de rest?

‘Juridisch is dat een heel raar argument. Het is hetzelfde als stellen dat jij wel mag stelen, omdat anderen dat ook doen. Inhoudelijk klopt het ook niet. Shell controleert 2,5 procent van alle emissies wereldwijd. Er zijn maar vier landen die meer uitstoten: China, India, Rusland en de Verenigde Staten. Daar komt de financieel-economische en politieke macht die ze in de afgelopen honderd jaar hebben opgebouwd nog bij. Het is evident dat je met zoveel invloed ook een rol moet spelen in de oplossing.’

Er zijn mensen die zeggen dat ze dat al doen. Van alle bedrijven in Nederland is Shell de grootste duurzame investeerder.

‘Dat is totaal beside the point. Shell is een internationaal bedrijf, waar Nederland een klein onderdeeltje van is. Kijk je naar het totaalplaatje, dan gaat al jarenlang rond de 95 procent van alle investeringen naar fossiel. Dat zijn investeringen die ze in de komende decennia weer willen terugverdienen. Ze creëren dus dag in, dag uit hun eigen weerstand tegen de energietransitie.

Zeggen dat je de grootste duurzame investeerder van Nederland bent, is gewoon het uitlichten van de kleine dingen die je wel doet. Zo zetten ze de samenleving continu op het verkeerde been. Shell heeft maatschappelijk draagvlak nodig voor zijn activiteiten en dat krijg je door groene praatjes te verkopen en die zo te framen dat iedereen er nog intrapt ook.’

Veel mensen trappen er inderdaad in.

‘Ja, mensen horen die verhalen ook graag, omdat het betekent dat je niets hoeft te veranderen. Daar komt bij dat je ontzettend veel moet weten om te zien wat er werkelijk gaande is. Bijna niemand heeft daar de tijd voor.

Daarom is een debat in de rechtszaal ook zo fijn. Al die flauwekul houdt in een rechtszaal geen stand, want dan moet je met feiten komen. Een klimaatrechtszaak is een filter voor bullshit.’

Welke flauwekul heb je nog meer gehoord?

‘Dat we nog heel lang olie en gas nodig hebben, en daarom moeten blijven investeren in nieuwe velden. Bestaande olie- en gasvelden kunnen ons ruimschoots van voldoende energie voorzien tijdens de gehele energietransitie naar klimaatneutraal in 2050. Het is dus helemaal niet waar dat er een tekort aan olie en gas ontstaat als we morgen ophouden met investeren in nieuwe velden.’

Roger Cox

Niemand is onschendbaar

Een belangrijke ontwikkeling in het klimaatrecht is het persoonlijk aansprakelijk stellen van bestuurders. Vorig jaar stuurde Cox met Milieudefensie een brief aan de bestuursleden van Shell. Met die brief waarschuwen ze de bestuurders dat zij persoonlijk verantwoordelijk kunnen zijn als ze niet op tijd handelen naar het vonnis van de rechter.

Hoe moet ik dat voor me zien? Kunnen die bestuurders in de gevangenis belanden?

‘Nee, dan heb je het over strafrecht, en dat is niet mijn vak­gebied. Bestuurders kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld, nog naast de aansprakelijkheid van de vennootschap zelf. Je moet dan denken aan schadevergoedingen, en dat gaat over enorme geldsommen.

De schade die jaarlijks wordt aangericht als het klimaat ingrijpend verandert is zo groot, dat geen olie- en gasgigant op kan draaien voor hun aandeel daarin. Als Shell aansprakelijk wordt gesteld voor hun aandeel van 2,5 procent, dan kunnen ze dat nooit betalen. De bestuurders van Shell behoren dat te weten. Volgens de wet zijn bestuurders van een vennootschap in principe niet persoonlijk aansprakelijk, zodat ze de risico’s durven te nemen die nodig zijn om een bedrijf te laten groeien. Maar in bijzondere omstandigheden ben je wél persoonlijk aansprakelijk. Een van die omstandigheden is als je jouw bedrijf verplichtingen laat aangaan waarvan je behoort te weten dat het bedrijf daar niet aan kan voldoen. Dat is hier het geval en daar hebben we Shell op gewezen.’

Is het probleem niet juist dát ze die verplichtingen nooit kunnen dragen en ze er dus mee weg kunnen komen? Net zoals de banken in de kredietcrisis?

‘Dat zou kunnen, maar het verschil is dat de bestuurders zelf nu meer gevaar op aansprakelijkheden lopen dan in de kredietcrisis. We zijn nu al veel langer gewaarschuwd door de wetenschap. Dat zou tot inkeer moeten leiden om het zover niet te laten komen.’

Het doet me denken aan de onschendbaarheid die bestuurders van grote banken in de kredietcrisis ook leken te voelen.

‘Ik denk inderdaad dat veel bestuurders van zulke grote bedrijven zich onschendbaar voelen. Ze worden door politici met een rode loper ontvangen, hebben veel aanzien binnen hun eigen bedrijf, verdienen zoveel dat ze van niets of niemand afhankelijk zijn. Dat zorgt ongetwijfeld voor een gevoel van onschendbaarheid.’

Maar dat zijn ze dus niet?

‘Nee, juridisch zeker niet. Ze hebben een juridische verantwoordelijkheid, waar wij ze nu op wijzen. En ik vind dat we hen als samenleving nog veel meer op hun morele verantwoordelijkheid moeten wijzen.’

Roger Cox

Opofferingen

Op de meeste momenten komt Roger Cox rationeel over. Het is een deel van zijn kracht. Voor zijn werk creëert hij – doelbewust – afstand tot het onderwerp. Door die afstand kan hij beter bedenken welke stappen hij het best kan zetten om voor verbetering te zorgen. Maar onder die oppervlakte gaan wel degelijk emoties schuil: de emotionele betrokkenheid die noodzakelijk is om tegen de stroom in te blijven vechten. In de documentaire Duty of Care, een portret van Cox, zie je zijn emoties op twee momenten omhoogkomen: vlak na het winnen van de Urgenda-zaak, en bij een voicemailbericht van zijn schoonmoeder na het winnen van de Shell-zaak.

Waarom komt de emotie op die momenten omhoog?

‘Ontlading, denk ik, net als bij een topsporter die een medaille heeft gewonnen. Ik wist wat er afhing van die uitspraken en ook welke opofferingen ik heb moeten doen om ze te winnen.’

Wat zijn die opofferingen?

‘Dag en nacht werken. Bijna nooit thuis zijn om iets met je kinderen te doen, vakanties voorbij laten gaan, bijna geen weekend waarin je met je gezin of vrienden bent. Een monnikenleven, in feite. In die zin is het ook topsport. Zorgen dat je je door niets
laat afleiden, alleen aandacht voor dat ene doel dat bereikt moet worden.’

‘Op het moment dat ik naast dit werk nog andere dingen wil, wordt het een interne strijd.’

Een topsporter moet toch ook rusten?

‘Daarom is het ook belangrijk om op tijd naar bed gaan. Geen alcohol drinken, fatsoenlijk eten. Natuurlijk zitten er ook wel dagen tussen dat je een keer niks moet doen omdat je merkt dat je exhausted bent.’

Is dat vol te houden?

‘Alleen als je steun krijgt van je omgeving. En het helpt om je niet te veel te verzetten. Op het moment dat ik naast dit werk nog andere dingen wil, wordt het een interne strijd. Zo’n strijd kost energie en ik wil geen energielekken hebben. Alles moet dus wijken, tenzij er iets ergs gebeurt met familie of vrienden. Ik heb geaccepteerd dat dit het voor nu is. Door die acceptatie is het ook geen last en kan ik ermee omgaan.’

Dat gaat niet ten koste van je huwelijk?

‘Gelukkig niet, omdat mijn echtgenote heel goed begrijpt wat we aan het doen zijn en daar zelf ook veel aan bijdraagt.’

En je kinderen?

‘Die hebben niet het idee dat ze iets tekort zijn gekomen, omdat mijn echtgenote er altijd voor ze was. Die indruk krijg ik in elk geval en dat is ook wat ze zeggen als ik ze ernaar vraag.’

Zijn ze trots op hun vader?

‘Ja. In 2015 heeft de VPRO een documentaire gemaakt over ons werk. Toen kregen ze voor het eerst een beeld van waar we mee bezig zijn. Mijn oudste was toen 15 en heeft na die documentaire een foto van mij als screensaver gebruikt.’

Hij moet lachen. ‘Toen dacht ik wel: nú heb ik status bereikt. Gelukkig heeft ze dat na een week weer omgeruild voor een of andere zanger. Maar die week heb ik er wel van genoten!’

Misschien een impertinente vraag, maar heb je financieel ook offers moeten brengen? Je ziet vaak dat werk waar mensen intrinsiek voor gemotiveerd zijn, slecht betaald wordt.

‘Er zit veel pro deo werk in, ja. Ik ben al sinds 2006 bezig. De eerste zes jaar was alles onbetaald en deed ik het naast mijn gewone werk als bouwadvocaat. Daarna werd het een mix van betaald werk en pro deo werk. Sinds de overwinning in de Shell-zaak komen er wel meer middelen vrij.’

Maar die steek je ook in het uitbreiden van het team.

‘Ja, dat klopt. Hoe verder je wilt komen, hoe groter het team moet zijn. En het maakt het leven ook makkelijker. Het is uiteindelijk veel fijner als je met mensen samen kunt reflecteren en ook andere mensen dingen kunnen doen.’

Niet recht wat krom is

Over de toekomst houdt Cox zijn kaarten nog tegen de borst. Hij wil – zoals dat een topsporter betaamt – de concurrentie niet wijzer maken. Wel wil hij nog wat kwijt over een laatste misverstand: dat rechters partijdig zijn.

Rechters zijn toch ook mensen? Kun je dan voorkomen dat ze worden beïnvloed door wat er speelt in de samenleving?

‘Het zijn zeker mensen, maar ze kunnen niet recht praten wat krom is, of omgekeerd.’

Dus rechters nemen geen andere beslissingen als half Nederland roept om meer klimaatmaatregelen?

‘Nee. Voor een rechter maakt dat niet uit. Die toetst of de wetten en regels die door de politiek tot stand zijn gebracht worden nageleefd.’

De uitspraken in de klimaatrechtszaken kunnen dus niet aan ‘linkse rechters’ worden toegeschreven?

‘Nee, dat zijn echt opmerkingen van mensen die niet op de inhoud kunnen winnen. Dan ga je op de man spelen. De rechters in de Shell-zaak hebben jarenlang alle proces- en bewijsstukken moeten lezen. Ze hebben de beste stellingen van ons en van Shell zien langskomen en hebben overal op door moeten vragen, totdat ze alles volledig begrepen. Voor de rechters van alle klimaatzaken in Duitsland, België, Frankrijk en alle andere landen geldt hetzelfde. Men zou zich juist kapot moeten schrikken dat rechters die zo goed geïnformeerd zijn tot de conclusie komen dat er echt wat aan de hand is en dat er harder ingegrepen moet worden.

Ik denk dat die rechters van hun stoel vielen op het moment dat ze zagen wat er werkelijk gaande is. Dat is ook waarom ze ingrijpen. Als we de opwarming van de aarde te groot laten worden, is dat de grootst mogelijke mensenrechtenschending. Wat is een groter basisrecht dan in een leefbare wereld wonen? Daarom word ik ook zo boos van zo’n opmerking van die Boskalis-CEO. Heb je dan helemaal geen reflectie op wat er maatschappelijk gezien van je gevraagd wordt als je in de positie bent om bij te dragen aan een oplossing? Moet je dan gelijk een uitweg zoeken voor die verantwoordelijkheid? Daar zouden mensen mee op moeten houden, met het zoeken van uitwegen om verantwoordelijkheid te nemen.’