Het gebeurde toen Ferd Grapperhaus nog geen drie minuten aan het woord was, tijdens het Kamerdebat dat het einde van zijn ministerschap had kunnen betekenen. Nadat opnieuw foto’s waren opgedoken waaruit bleek dat de bewindsman zich op zijn eigen bruiloft niet aan de door hemzelf uitgedragen coronaregels had gehouden, moest hij zich verantwoorden in het parlement, dat vrijwel voltallig van mening was dat hij daarmee zijn geloofwaardigheid op het spel had gezet. Het felst was Geert Wilders, die Grapperhaus eerder in het debat toebeet of hij de minister van Justitie was of van Klassenjustitie.

‘Alle voorbereidingen op mijn huwelijk waren erop gericht om er een veilige en ook een mooie dag van te maken,’ sprak de minister. ‘En toch heb ik het verkeerd ingeschat. Mensen zijn te dicht bij elkaar gekomen. Ik heb ook mezélf verkeerd ingeschat.’ Opeens viel er een geladen stilte, en vocht Grapperhaus zichtbaar tegen zijn tranen.

‘Voorzitter,’ hervatte hij even later met een...