Segers vindt het tijd voor een Nieuwe Pacificatie. Hij levert wat in, de andere drie leveren wat in. Maar hoe sluit je in hemelsnaam compromissen als het om zulke beladen kwesties gaat?

Gert-Jan Segers heeft een droom, vertrouwde hij Thijs Broer en mij toe toen we hem in het najaar van 2016 interviewden voor Vrij Nederland. De leider van de ChristenUnie had zich bij het voorbereiden van zijn boek Hoop voor een verdeeld Nederland verdiept in de geschiedenis van de Pacificatie van 1917. Onder leiding van de liberale staatsman Pieter Cort van der Linden was toen een historisch compromis tot stand gekomen tussen seculier en confessioneel Nederland. De seculieren wisten het algemeen kiesrecht in de wacht te slepen, de confessionelen de financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan het openbaar onderwijs. Die doorbraak had bijgedragen aan wederzijds begrip voor elkaar. Precies een eeuw later was een nieuwe vorm van Pacificatie nodig, zei Segers. We leefden in een tijd van polarisatie: ouderen en jongeren groeiden uit elkaar, lager en hoger opgeleiden, autochtonen en allochtonen. Ook de tegenstelling tussen gelovigen en seculieren nam hand over hand toe.

In politiek Den Haag vertoonde de seculiere meerderheid de neiging christenen als een quantité négligeable te beschouwen: er werd voortdurend over hen heen gewalst.

Voor zijn boek had de christenpoliticus gesproken met cabaretiers als Arjen Lubach en Erik van Muiswinkel, die vonden dat geloof per definitie indoctrinatie was en dat er geen cent overheidsgeld meer naar het bijzonder onderwijs en christelijke organisaties als het Leger des Heils mocht gaan. In politiek Den Haag vertoonde de seculiere meerderheid de neiging christenen als een quantité négligeable te beschouwen: er werd voortdurend over hen heen gewalst. Segers had alle voorbeelden paraat: in de jaren negentig hadden de paarse kabinetten het funshoppen op zondag mogelijk gemaakt, de prostitutie gelegaliseerd en de regels voor euthanasie versoepeld. Daarna ging het van kwaad tot erger: toen staatssecretaris Job Cohen van Justitie in 2002 het homohuwelijk invoerde, toonde hij nog respect voor de gewetensbezwaren van christelijke ambtenaren die dat huwelijk niet wensten te voltrekken. Tien jaar later besloot de   Kamermeerderheid dat gemeenten zulke ‘weigerambtenaren’ voortaan niet meer in dienst mochten nemen. Dat gebeurde op voorstel van Gerard Schouw en Pia Dijkstra van D66.

Segers leek het niet erg begrepen te hebben op die libertaire groepering. Hij had zich gestoord aan het D66-initiatief om gemeenten te verbieden adreswijzigingen door te geven aan kerkgenootschappen, aan het voorstel van Stientje van Veldhoven om de formulering ‘bij de gratie Gods’ uit wetsvoorstellen te schrappen, aan de aankondiging van Fatma Koser Kaya dat de laatste restjes zondagsrust moesten worden opgeruimd. ‘D66 beweert tegenwoordig de kwestie pragmatisch te willen benaderen,’ zei Segers, ‘maar ik moet nog beginnen daarin te geloven. Ze lijken er nog steeds op uit de laatste sporen van het christendom in Nederland uit de weg te willen ruimen.’ Hij maakte er geen geheim van dat de ChristenUnie stond te popelen om te regeren. Maar alleen als de nieuwe coalitiepartijen beloofden elkaars overtuiging te respecteren en zich eraan committeerden de breuklijnen in de samenleving te helen. Ook die tussen seculieren en gelovigen. Segers: ‘Als dat de missie van het nieuwe kabinet wordt, doen we héél graag mee.’

Nu zit de voorman van de ChristenUnie in de Stadshouderskamer en het Johan de Witthuis aan tafel met de leider van de partij die afwilde van de ‘weigerambtenaar’ en het ‘bij de gratie Gods’, en de zondag niet vond verschillen van een willekeurige doordeweekse dag: Alexander Pechtold. De pogingen van de pragmatische informateur Gerrit Zalm om de gapende kloof tussen ChristenUnie en D66 te overbruggen hebben tot nu toe nog geen resultaat gehad. Het financieel-economische hoofdstuk van het nieuwe regeerakkoord is zo goed als klaar, over de immateriële kwesties wordt in Den Haag alleen meegedeeld dat die nog niet zijn ‘afgekaart’. Geen wonder, want de lijst van onderwerpen die ChristenUnie en D66 verdeeld houden is lang. In de media is veel te doen geweest over het initiatief Waardig Levenseinde, van Pia Dijkstra, waarover Segers al voor de verkiezingen zijn veto uitsprak (‘Dit is een breekpunt!’). Maar dat is niet de enige ethische kwestie die het vormen van een vierpartijenkabinet bemoeilijkt. Op de agenda staan ook de nieuwe Wet op de orgaandonatie van Pia Dijkstra die tegen de zin van de ChristenUnie werd aangenomen door de Tweede Kamer maar nog door de Eerste Kamer moet worden behandeld, de wietwet van Vera Bergkamp waarvoor hetzelfde geldt, het voorstel van minister Schippers om voor wetenschappelijke doeleinden embryoselectie mogelijk te maken, het plan van dezelfde bewindsvrouw om huisartsen toestemming te geven om ongewenst zwangere vrouwen de abortuspil voor te schrijven. Terwijl de ChristenUnie er in het verkiezingsprogramma ‘Hoopvol Realistisch’ juist voor heeft gepleit de grens voor abortus van 24 naar 18 weken terug te brengen.

In 2012 verliep de kabinetsformatie razendsnel. VVD en PvdA gaven elkaar toen de ruimte. De een kreeg een solide begroting, de ander inkomensnivellering. Maar hoe doe je dat als het om zulke beladen kwesties gaat als voltooid leven, embryoselectie en abortus?

Ik vrees voor Segers dat Rutte III niet de geschiedenis zal ingaan als het kabinet van de Nieuwe Pacificatie.

Max op vrijdag stopt tot er weer nieuws is van het formatiefront. (Laten we hopen dat het een beetje opschiet.)