De onvolprezen Latijnse dichter Ovidius, de schrijver van de Metamorfosen en de Ars Amatoria, was in het prille jaar 8 van onze jaartelling net vijftig toen hij door keizer Augustus uit Rome werd verbannen naar een uithoek van het Romeinse rijk. Hij kwam terecht in Tomis (het huidige Constanta), een plaats aan de kust van de Zwarte Zee in wat nu Roemenië is.

Reden om er flink de pest in te hebben, zou je denken, maar Ovidius heeft zich nooit persoonlijk over Augustus beklaagd. Waarom hij werd verbannen is altijd onduidelijk gebleven. Het zou om een verkeerd gevallen gedicht zijn geweest en om iets dat hij had gezien en niet had mogen zien. Dat zegt hij zelf in de gedichten over zijn verbanning, zijn Treurzangen (Tristia). Hij was treurig omdat hij zich daar omgeven voelde door barbaren en zijn vrouw miste, die in Rome achter had moeten blijven.

Beroerd karakter

Het was een hard gelag voor de erudiete en vrolijke Ovidius. Hij had het er moeilijk mee omdat Augustus ook aan een soort...