Van de Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe is bekend dat hij er een aantal gewoonten op nahield die zijn dagelijks leven enigszins moesten stroomlijnen. Afgezien van dichter was Goethe ook een soort minister en ‘geheimraad’ voor hertog Carl August van Saksen-Weimar-Eisenach. Er werd zo vaak een beroep op hem gedaan dat enige vaste regelmaat moest voorkomen dat zijn gedachten zouden verwaaien richting trivialiteiten. Zo noemde Goethe zijn knecht, dienaar, secretaris en vliegende keep altijd Carl, ook al heetten ze van zichzelf Paul of Christoph.

Toen Johann Geist in 1795 bij Goethe in dienst trad ging hij dan ook Carl heten, ook al heette hij Johann. Na zeventien jaar Paul Götze en twintig jaar Christoph Sutor Carl genoemd te hebben kon Goethe niet zomaar overstappen naar Johann. Goethe was in goed gezelschap: toen Immanuel Kants trouwe dienaar Lampe overleed schreef hij in zijn aantekenboekje dat hij moest ophouden zijn opvolger Lampe te blijven noemen.

In Jena kwam...