Het is vandaag nog geen minuut droog geweest. Carbon Equity heeft een kantoor in Amsterdam-West, maar Jacqueline van den Ende (38) – innemende lach, en voor de gelegenheid een gigantisch oranje regenpak – moet zo met de trein naar Parijs, dus spreken we elkaar in een café op de Amsterdamse Nieuwmarkt over haar missie: zo veel mogelijk kapitaal de goede kant op krijgen, naar bedrijven die de wereld een stukje beter maken. Haar bedrijf Carbon Equity is het eerste fintechplatform ter wereld voor private klimaatinvesteringen. Inmiddels zijn zo’n vierhonderd mensen aangesloten, die in totaal ruim 90 miljoen euro investeren. In groen staal, duurzame batterijen, plantaardig vlees of CO2-vrij cement.

Haar taalgebruik, doorspekt met Engelse termen, verraadt een internationale achtergrond. Ze heeft het over single focus growth en dying businesses. Haar north star vision: over tien jaar wil ze een platform hebben met 10 miljard euro en tienduizend investeerders. Ze zitten op het platform voor bedragen vanaf een ton, al wordt er gewerkt aan een mogelijkheid om voor tienduizend euro in te stappen. Het zijn partners bij advocatenkantoren, mensen uit de bankwereld, jonge ondernemers of juist mensen die al richting hun pensioen gaan, een vermogen hebben opgebouwd en nu bezig zijn met de vraag hoe ze een betere wereld kunnen achterlaten. ‘Sommigen willen met hun geld bijdragen aan het oplossen van klimaatproblemen. Anderen zitten er opportunistischer in. De komende dertig jaar moet álles anders: we moeten op een andere manier gaan reizen, gaan werken, gaan produceren om onze CO2-uitstoot te verminderen. Dat is een enorme groeimarkt. Je geld steken in klimaatoplossingen is dus ook gewoon een goeie investering.’

Zoals op je site staat: ‘fixing the planet is good business’. Vind je het niet cynisch om het zo te zeggen? 

‘Nee. Geld verdienen is op zich niet het probleem. Als jij investeert in een oplossing, een waardevolle oplossing omdat die CO2-uitstoot vermindert, dan mag je daar best aan verdienen. Dat is een van onze mantra’s: je mag wel geld verdienen.’

Spreek je je investeerders zelf? 

‘De eerste anderhalf jaar deed ik alle salesgesprekken zelf. Heel leuk, want niets is zo persoonlijk als een gesprek over geld. Wat wil je met je vermogen, wat is belangrijk voor jou, maar ook: waar ontleen je je status aan? Vroeger waren dat, denk ik, vooral materiële dingen. Een auto, een huis. Nu draait het meer om impact. Mensen willen bijdragen aan het oplossen van een maatschappelijk probleem. Het is onderwerp van gesprek op de borrel. “Ik ben bezig met klimaatinvesteren” klinkt toch heel anders dan vertellen in welke leasebak je rijdt.’

‘Ongelimiteerde groei is een van de oorzaken dat we in deze crisis zijn beland.’

Wat zeg jij op zo’n borrel als mensen vragen wat je doet?

‘Dat ik mensen help met investeren in klimaattechnologie. Sommigen krijgen dan een groot vraagteken boven hun hoofd, anderen vinden het cool. Mensen vinden het steeds gaver om in zoiets te investeren. Neem die hype met de flitsbezorgers: heeft het zin om daar kapitaal achter te scharen? Wil je niet liever investeren in iets wat een echt probleem oplost? Je ziet dat na corona die hele bezorgmarkt is ingestort. Onze filosofie is: als je een echt probleem oplost, creëer je ook echte waarde.’

Moet je eigenlijk nog wel willen dat bedrijven groeien?

‘Dat is een faire vraag. Ongelimiteerde groei is een van de oorzaken dat we in deze crisis zijn beland.’

Krijg je deze vraag de hele tijd?

‘Nee. Maar ik vroeg het zelf laatst aan iemand. Die vond dat veel bedrijven inderdaad niet meer moesten groeien – maar dat van hem wel, want zijn bedrijf bood duurzame oplossingen. Dat is het dilemma: moeten we groei blijven nastreven, of is er een moment waarop je kunt zeggen: nu is mijn business groot genoeg?’

Je kunt ook zeggen: laat sommige bedrijven groeien ten koste van andere. 

‘Dat gebeurt ook. De fossiele industrie is een dying business. Ze maken nu nog wel gigantische winsten, door de oorlog in Oekraïne, maar op termijn wordt het steeds moeilijker voor dit soort bedrijven omdat grote banken en verzekeraars hun handen aftrekken van deze vervuilende industrie. Bedrijven in elektrische auto’s of batterijen, die groeien als kool. Maar die ongeremde groei heeft ook externe kosten. Die elektrische auto’s hebben allemaal lithiumbatterijen nodig. Allemaal chemisch afval. Er zijn wel bedrijven die dat afval helpen verwerken, daar kun je dan via Carbon Equity weer in investeren, maar je moet die kosten wel meenemen in je prijs. Als een batterijenfabriek de maatschappelijke kosten van de vervuiling zou moeten dragen, worden die batterijen duurder. Dat kan een goede prikkel zijn om op zoek te gaan naar schonere manieren om batterijen te maken.’

Groei mag dus, vind je, als een bedrijf maar opdraait voor alle kosten. 

‘Exact. De mens is nu eenmaal gemaakt om te groeien, om zich verder te ontwikkelen. Als Carbon Equity volgend jaar nog steeds op 100 miljoen zou zitten, heb ik nog steeds een aardig bedrijf, maar raak ik wel al mijn getalenteerde medewerkers kwijt. Die gaan dan liever ergens anders werken waar ze wél worden uitgedaagd.’

Denk je dat alles op te lossen is met technologische vernieuwing?

‘Niet alles. Wel veel. Voor het beprijzen van CO2, dus voor het maximeren van de CO2-uitstoot van bedrijven, heb je de overheid nodig. Dat gaat de industrie echt niet zelf doen. Er gaat nog steeds 6000 miljard wereldwijd aan subsidies naar de fossiele industrie, een fractie daarvan gaat naar duurzaamheid. De overheid moet ofwel die geldstromen stoppen, of nu eens beginnen met het subsidiëren van schone activiteiten.’

Volgens minister Harbers mag Schiphol vanaf 2027 weer onbeperkt groeien, omdat vliegtuigen dan schoner en stiller zijn. 

‘Dat vind ik kortzichtig. Technologisch wensdenken. Die schonere luchtvaart is er pas over dertig jaar. Er is duurzame brandstof, maar lang niet genoeg voor alle vluchten. Vliegen op waterstof zou misschien kunnen, en elektrisch vliegen, ooit, voor heel korte afstanden.’

Is dit technologie waarin je kunt investeren bij Carbon Equity? 

‘Elektrisch vliegen wel. Maar dit is typisch zo’n voorbeeld waarvan ik denk: technologie is een deel van de oplossing, voor het luchtvaartprobleem hebben we de politiek en de consument ook nodig. Die kan stemmen voor de juiste partijen, zodat we fatsoenlijke klimaatwetgeving krijgen. En je stemt met je geld: door je investeringen en je aankopen. Nu ligt de nadruk meestal op de eigen consumptie: eet je nog vlees, ga je met het vliegtuig? Maar de meeste impact als consument heb je niet door te consuminderen, maar door invloed uit te oefenen op je omgeving. Het gaat er uiteindelijk om hoeveel mensen je mee kunt krijgen.’

‘Er is een lichtje gaan branden. Ik denk dat het klimaatprobleem van abstract opeens persoonlijk is geworden.’

De meeste mensen zijn volgens mij helemaal niet bezig met anderen meekrijgen.

‘Dat hoeft ook niet. Volgens mij heeft het geen zin om de klimaatpaus uit te hangen, dat is niet constructief. Maar kijken waar je op stemt en af en toe de discussie aangaan, dat werkt.’

Captains of industry

Dit is waar het bij Jacqueline van den Ende eigenlijk altijd om draait: impact maken. Een vliegwieleffect bereiken, zorgen dat je als individu zo veel mogelijk mensen achter je schaart.

Haar vader heeft jaren bij Shell gewerkt, en vertelde haar op een gegeven moment dat hij minder vlees wilde gaan eten, voor het milieu. Interessant, reageerde zijn dochter – maar kun je niet beter kijken hoe je meer leverage krijgt? Je bent lid van de Industrieele Groote Club, kijk eens wie daar rondlopen, CEO’s, captains of industry… Als je die mensen kunt overtuigen van de urgentie van het klimaatprobleem, krijg je toch veel meer voor elkaar? Dus heeft haar vader een klimaatcommissie opgericht binnen dat old boys network aan de Dam, en organiseert hij nu een klimaatweek.

Best een opmerkelijke beslissing, voor een Shell-man. Voor zijn werk als mijnbouwkundige reisde hij de hele wereld over. Het maakte dat Jacqueline de eerste dertien jaar van haar leven in het buitenland doorbracht. Het gezin woonde in Australië en Syrië, tot Jacqueline naar de middelbare school zou gaan en haar vader uitgezonden zou worden naar Gabon. Jacqueline zou naar een internaat moeten, waar haar oudere zus al zat. ‘Toen vond mijn moeder het genoeg geweest.’

Wat vond jij van het werk van je vader?

‘Ik was daar niet mee bezig. Maar als ik het had geweten, had ik er ook geen waardeoordeel over gehad. Ik denk dat we pas de laatste paar jaar echt anders aan zijn gaan kijken naar fossiele brandstof. Mensen zeggen nu pas: ik wil niet meer in Shell investeren.’

Het heeft iets ironisch dat jij als Shell-dochter dit duurzame platform leidt.

‘Ik denk dat voor heel veel mensen geldt dat hun ouders bij grote bedrijven hebben gezeten. Nestlé heeft een enorm probleem met plastic afval, de banken zitten achter de financiële crises. Voor mij ligt de schuld minder bij het individu en meer in het systeem van het eenzijdig streven naar winst, het niet inprijzen van maatschappelijke kosten en onethisch bestuur.’

Wat voor gesprek voeren jullie daarover?

‘Nu hebben we het er veel over. Er is een lichtje gaan branden – niet alleen bij hen, het is veel wijder verspreid. Ik denk dat het klimaatprobleem van abstract opeens persoonlijk is geworden. Het was eerst een macroprobleem, zoals armoede in Afrika of migratieprocessen, een gevalletje not in my backyard. Nu zien we onze eigen leefomgeving veranderen. Al is het bewustzijn nog steeds vrij grootstedelijk. Als je het in een curve bekijkt: eerst had je de early adopters, nu zitten we denk ik in de early midstage van mass adoption, en dan heb je nog de late adopters.’

Op wie wachten we nog?

‘Zorgen om het klimaat worden nu nog vaak gecorreleerd aan progressief-liberaal stemmende mensen. Maar het moet geen klassending worden. De associatie van klimaatactie met woke links is heel schadelijk. Je moet het klimaat niet politiseren.

Dat heeft Joe Biden heel goed gedaan: die kwam met de Inflation Reduction Act, de allergrootste klimaatsubsidie ooit, een gigantisch pakket aan maatregelen, maar zo is het nooit verkocht. Hij verkocht het als economische maatregelen tegen de inflatie. Biden zei: we gaan de kosten van fossiele energie reduceren door te investeren in duurzame energie. We creëren banen in Amerika – dus niet in China of Europa – door duurzame energie te stimuleren. De hele klimaatindustrie, die eerst nice to have was, een beetje voor erbij, wordt nu het centrum van competitie tussen Europa, Amerika en China. Dat protectionisme van Amerika, het voortrekken van de Amerikaanse groene industrie, vind ik een heel positief punt. Er komt geopolitieke competitie om de groene industrie.’

Het had een Republikeins plan kunnen zijn. 

‘Precies! Dat is de magie.’

Terwijl in Nederland nog steeds wordt gesproken over klimaatdrammers. 

‘De overheid komt nog niet met plannen voor hoe wij ons voordeel kunnen halen uit de klimaatindustrie. Wij staan bekend om onze waterwerken, waarom blinken we niet uit in de waterstofindustrie? We hebben de kennis in huis, we zouden voorop kunnen lopen in innovatie, in klimaatvriendelijk voedsel, dat zou ons exportproduct kunnen zijn als land. Ik wil de discussie niet reframen, er is een enorm probleem, maar er valt ook voordeel uit te halen. We kunnen hier leidend in worden. Het is toch cool als iemand zou zeggen: dit is onze agenda, dit zijn de industrieën waar wij ons hard voor gaan maken en waarmee wij gaan concurreren met de rest van Europa?’

Gratis advies

Bedrijven starten zit in haar bloed, zegt Van den Ende. Elke maand valt haar wel een businessidee in. Ze schrijft ze allemaal op, in een boekje, en eens in de zoveel tijd bladert ze dat door. ‘Het feit dat je iets kunt opzetten dat doorleeft zonder jou. Ik heb een grote behoefte om iets achter te laten op de wereld.’

Haar eerste bedrijf, De kleine consultant, richtte ze op tijdens haar bachelor Social Sciences in Utrecht. Het was een organisatie van studenten, begeleid door consultants, die gratis advies gaven aan kleine ondernemers. Een Syrische vluchteling die een groentewinkel wilde beginnen, een bioscoop die een businessplan nodig had. Inmiddels heeft De kleine consultant negen vestigingen in Nederland en één in Londen, en zijn er elk jaar honderd studenten actief die worden begeleid door consultants van bijvoorbeeld McKinsey en WSG.

‘Ik denk dat het niet helpt als je de klimaatpaus uithangt. Je kunt juist met win-winoplossingen zorgen dat mensen gaan bewegen.’

Na haar afstuderen ging Van den Ende aan de slag bij HAL Investments, maar het ondernemen bleef trekken. Ze veranderde het wachtwoord van haar laptop in startup2013, om zichzelf eraan te blijven herinneren dat ze weer een bedrijf wilde oprichten.

Eind 2013 was het inderdaad zover: ze mocht voor Rocket Internet, het bedrijf achter Zalando, Hello Fresh en Deliveroo, een bedrijf opstarten op de Filipijnen. Een maand later zat ze in Manila. Ze bleef er uiteindelijk vijf jaar, ontmoette er haar vrouw, tot ze in Nederland partner kon worden bij Peak Capital. Dat was ook het moment dat het idee ontstond voor Carbon Equity. ‘Ik zat in het vliegtuig van Manila naar Amsterdam, en las het boek The Sixth Extinction van Elizabeth Kolbert, een wetenschapsjournalist. Een fascinerend boek, ik kan het iedereen aanraden. Zij schrijft: als we klimaatverandering niet stoppen, dan houdt de mensheid op te bestaan. Toen dacht ik: het slaat helemaal nergens op als ik mijn tijd ergens anders aan besteed. Ik had op dat moment net getekend bij Peak Capital, maar woonde nog in Manila. Voor mijn vlucht had ik 28 euro betaald om mijn CO2-voetafdruk te compenseren. Dat had ik ergens uitgezocht: mijn vlucht stootte drie ton CO2 uit, en dan was dat het bedrag dat daarbij hoorde.’

Is dat niet het afkopen van schuldgevoel?

‘Totaal. En blijkbaar ging dit geld naar zonnepanelen in India. Toen dacht ik: waarom is dit eigenlijk een donatie, waarom krijg ik daar niet een stukje zonnepaneel voor terug?’

Nou, omdat je net de aarde weer een stukje verder naar de klote had geholpen.

‘De visie die ik toen voor me zag, was: wat nou als we in plaats van bomen te planten bij elke vlucht direct zouden investeren in technologie die klimaatverandering oplost? Die 28 euro is het afkopen van je schuld. Als je iemand medeaandeelhouder maakt, is die persoon voor de lange termijn betrokken. Als je eigenaar bent van een bedrijf, werk je net een uurtje langer door. Je eigen huis onderhoud je beter dan een huurhuis. Als jij hebt geïnvesteerd in vleesvervangers, zul je er meer van kopen. Het straalt ook uit: eigenaren van Tesla’s zijn ook meer geneigd om zonnepanelen op hun dak te zetten. Niet alleen om hun laadpalen van schone energie te voorzien, maar ook omdat mensen zich op die manier een identiteit aanmeten. Waar je in investeert, is ook een stukje van jouw identiteit.’

Zou je je niet liever op idealisten richten?

‘Ik denk dat we op een gegeven moment ook filantropie gaan aanbieden. Er zijn zoveel goede producten die gewoon niet rendabel zijn. Neem nou educatie van vrouwen in Afrika. Hogeropgeleide vrouwen krijgen minder kinderen, dat helpt tegen de overbevolking, en meer vrouwen op belangrijke posities zorgt voor betere besluitvorming. Superbelangrijk als klimaatoplossing, maar is dat een rendabel businessmodel? Of CO2 opslaan door het in de grond te pompen. Is dat een businessmodel? Ik weet het niet. En sommige projecten zijn nog te riskant om door de markt te laten financieren, baanbrekende innovaties die de wereld echt kunnen veranderen. Daar zou filantropie een uitkomst kunnen zijn.’

Hoe werkt dat dan?

‘Dat kan bijvoorbeeld wanneer mensen die extra impact willen maken de eerste 20 procent van hun winst steken in technologieën die voor een gewone investeerder eigenlijk te riskant zijn. Als zij met dat vermogen de eerste verliezen pakken, wordt het voor andere investeerders aantrekkelijker om mee te doen. Dat eerste vermogen brengt ander vermogen op gang, daarom heet het katalytisch kapitaal, waardoor je ook heel interessante, spannende start-ups een kans kunt geven.’

Er sluiten zich steeds meer mensen aan bij Extinction Rebellion. Hoe kijk jij daar tegenaan?

‘Ik sta daar wel achter. Ze zetten het klimaatprobleem op de agenda, ze creëren het bewustzijn dat we nodig hebben. We zijn veel te ontspannen over dit hele klimaatprobleem. Tegelijk vraag ik me af hoe effectief ze zijn. Ik denk dat ze ook veel mensen tegen zich in het harnas jagen. Met een pragmatische route kun je de gematigde burger makkelijker meekrijgen.’

Is Carbon Equity die pragmatische route?

‘Ik denk het. De middenweg.’

… voor als je honderdduizend euro hebt liggen. 

‘Het kan al vanaf tienduizend euro, hè? Maar zeker, dit is niet voor iedereen. Wat ik bedoel: ik denk dat het niet helpt als je de klimaatpaus uithangt. Je kunt juist met win-winoplossingen zorgen dat mensen gaan bewegen. Maar bij een volgend protest van Extinction Rebellion gaan we zeker mee. We willen die beweging steunen, want hun punt is supervalide.’

Ben je hoopvol als je naar de toekomst kijkt?

‘Ik denk dat we er uiteindelijk wel gaan komen. Ik vraag me alleen af of we er op tijd gaan komen. We zullen op schone energie overgaan, er zullen veel omslagpunten komen. Kijk naar Noorwegen: daar is 90 procent van de nieuw verkochte auto’s elektrisch, 60 procent van alle auto’s rijdt elektrisch. Het is duidelijk dat elk land deze route gaat bewandelen, zeker nu China heel goedkope elektrische auto’s gaat bouwen. Alle innovatie, alle budgetten zijn erop gericht om groene technologieën te ontwikkelen en te stimuleren. De vraag is: hebben we genoeg haast om binnen een veilige bandbreedte van klimaatverandering te blijven?’

‘Als CEO van Nederland moet Mark Rutte veel meer visie tonen. Ik mis het verhaal hoe Nederland van de Gouden Eeuw naar de Groene Eeuw kan gaan.’

Wat denk jij?

‘Ik denk dat we onderschatten hoe exponentieel klimaatverandering kan zijn. We denken dat de aarde lineair opwarmt, telkens ietsje warmer. Twee graden warmer in Nederland, dat lijken we te accepteren. Maar als een groot deel van de ijskappen is gesmolten, er enorm veel methaan vrijkomt doordat de permafrost is ontdooid en de koraalriffen zijn afgestorven, dan kan er een tipping point ontstaan waardoor binnen het leven van één generatie de wereld er totaal anders uit gaat zien. Ik denk niet dat we genoeg doen om dat tegen te houden.’

Hoe blijf jij daar positief onder?

‘Ik lees niet elk klimaatrapport, ik volg niet al het klimaatnieuws. Ik kan het genoeg onderdrukken om er niet wakker van te liggen. Als ik de ernst van het probleem elke dag zou voelen, had ik me misschien ook wel aangesloten bij Extinction Rebellion. Dan zou ik nog bozer zijn op de overheid.’

Wil jij kinderen?

‘We zijn erover na aan het denken. Het is zo moeilijk om te beslissen het niet te doen. Maar we vragen ons wel af in welke wereld je kinderen nu neerzet. Ik zie regelmatig mensen een vierde kind krijgen. Dan denk ik wel: heb je hier eigenlijk over nagedacht?’

Wat moet er nu gebeuren om zo veel mogelijk mensen mee te krijgen?

‘We moeten nu opstaan en persoonlijk verantwoordelijkheid nemen. We hebben geen tijd meer om te wachten tot het systeem verandert. Veranderingen moeten komen vanuit CEO’s die zeggen: we gaan het helemaal anders doen. De elektrische auto was er zonder Elon Musk ook wel gekomen, maar door zijn pionierswerk heeft hij elektrisch rijden op de agenda gezet.

Daarom ben ik zo geïnteresseerd in leiderschap. Van die enorme winsten die Shell nu maakt, is 3,5 miljard gestoken in de energietransitie, en 26 miljard naar de aandeelhouders gegaan. Terwijl: die winsten hebben niets te maken met de performance van Shell, die zijn een gevolg van de oorlog in Oekraïne. Waarom zegt CEO Marian van Loon niet: met exceptionele winsten gaan we exceptionele dingen doen. Gebruik de kennis die Shell al in huis heeft voor geothermieprojecten, of voor het afvangen en opslaan van CO2. Hoe gaat zij ervoor zorgen dat mensen het lef krijgen om hun morele verantwoordelijkheid te nemen? Neem Paul Polman, de oud-topman van Unilever, die steekt zijn nek uit voor een duurzaamheidsagenda, ook als hem dat in conflict brengt met de aandeelhouders. Mensen die nu in charge zijn, moeten hun nek uitsteken.’

Wie is de eerste die dat moet doen?

‘Mark Rutte. Als CEO van Nederland moet hij veel meer visie tonen. Ik mis het verhaal hoe Nederland van de Gouden Eeuw naar de Groene Eeuw kan gaan. Mensen worden niet enthousiast als je alleen zegt: we moeten minderen, dit en dit kan niet meer. We hebben iemand nodig die zegt welke rol wij kunnen spelen in een nieuwe, groene economie. Hoe wij, plat gezegd, hier ons voordeel uit kunnen gaan halen.’