‘Armoede is als een bijtend zuur dat overal doorheen vreet. Het tast lichaam en geest aan, vertroebelt gedrag en relaties, berooft mensen van hun maatschappelijke functie en betekenis.’ Dat schrijft bioloog en filosoof Geerdt Magiels in zijn boek De kinderen van de rekening. Daarin betoogt hij – onder heel veel meer – dat kinderarmoede de hele samenleving ondermijnt.

Magiels wil ‘een inkijkje geven in de effecten van chronische schaarste op de fysiologische, cognitieve en emotionele processen in lichaam en geest’. ‘Wie met een achterstand begint, loopt die maar al te dikwijls niet meer in. Deze kinderen beginnen aan hun schoolloopbaan met een achterstand in taal- en cognitieve ontwikkeling, waardoor de verschillen in leerprestaties en later hun kansen op de arbeidsmarkt alleen maar groter worden.’

Als ik Magiels spreek in een etablissement vlak bij het Centraal Station van Antwerpen, is die ochtend net een studie verschenen van het Centraal Bureau voor de Statistiek...