Auteur Mattijs Smit heeft dit verhaal ook ingesproken. Een versie van dit artikel in eenvoudig Nederlands vind je hier.

‘Au!,’ roept Leo Wessel als hij voor de derde keer in nog geen minuut tijd een bebladerde tak tegen zijn neus krijgt. ‘Vroeger, toen ik nog een klein beetje kon zien, nam ik voor dit soort gevallen nog wel eens een tangetje of een heggenschaar mee en dan knipte ik die gevaarlijke takken zelf weg. Nu probeer ik maar gewoon te onthouden wat er allemaal boven de stoep hangt of uitsteekt, zodat ik er een volgende keer op bedacht ben.’

Dat ál die dingen bijhouden niet te doen is in zijn woonplaats Melissant, bewijst Wessel nog voordat hij goed en wel is uitgesproken. Als hij zich stoot tegen een scheef liggende stoeptegel, weet de boomlange Wessel zich ternauwernood staande te houden. ‘Drie jaar geleden heb ik een hele lijst gemaakt voor de gemeente met te smalle stoepen, scheve tegels, gevaarlijke takken en onhandige struiken. Maar daar hebben ze nooit...