Ze deed het zonder erbij na te denken, zegt Anika Altaf. Uit spontaniteit pakte ze een vrouw bij haar arm met wie ze de hele ochtend had gesproken om haar levensverhaal op te tekenen. Zoals ze dat bij iedereen zou hebben gedaan. Maar de vrouw was van haar stuk gebracht. ‘Je raakt me aan,’ zei ze. ‘Ik ben al zolang niet meer aangeraakt.’

Het is illustratief voor wat Altaf tegenkwam in haar onderzoek. Ze reisde naar Bangladesh, Benin en Ethiopië en vroeg in gemeenschappen daar wie er de allerarmsten waren. Ze keek in deze gebieden naar alle ontwikkelingsprojecten van de afgelopen dertig jaar. Vervolgens interviewde ze zeventig van de allerarmste mensen om hun levensverhaal te achterhalen en om te kijken of ze iets hadden gehad aan die dertig jaar hulp. De meesten van hen bleken al langdurig arm. Ze waren buiten het zicht van alle ontwikkelingsorganisaties in hun gemeenschappen gebleven en hadden niks aan de hulp gehad.

En dat is opmerkelijk. Hoewel in veel landen in...