Ik vermijd steeds vaker discussies op sociale media. Best een zorgelijke impuls, als je een journalist bent die het debat juist wil aanzwengelen en onrecht aan de kaak wil stellen. Vroeger, en dan heb ik het nog maar over een paar jaar geleden, waren Twitter en Facebook platformen waar je openlijk van gedachten kon wisselen met mensen uit de hele wereld, om je horizon te verbreden en elkaars visies uit te dagen. Er was ruimte voor humor en relativering; fouten werden makkelijk vergeven.

Nu is Twitter één langgerekte schreeuw. We gingen van 140 naar 280 karakters, maar zelfs dat is niet genoeg om een standpunt genuanceerd over te brengen.

Toen ik het woord transgender een keer als zelfstandig naamwoord gebruikte, tweette een vreemde dat ik een graf moest graven en erin moest liggen, dan schepte zij het wel dicht. Toen ik een reisverhaal over de Pakistaanse stad Lahore deelde, volgde een lange reeks van racistische verwensingen. Hoe durfde ik positief te berichten over zo’n...