Interview

‘Er is veel sluimerende corruptie in Nederland’

Author

Na een kwart eeuw is Paul Bovend’Eert hoogleraar Staatsrecht af, net nu het kabinet Schoof is aangetreden. Over deze coalitie heeft hij hardnekkige staatsrechtelijke twijfels. ‘De PVV is wat mij betreft de anti-integriteitpartij.’

Auteur
Caspar van de Poel

Fotografie Frank Ruiter

8 tot 10 minuten leestijd

Net op het moment dat Nederland zich op staatsrechtelijk onontgonnen gebied begeeft, gaat hoogleraar Paul Bovend’Eert (67) met emeritaat. Slechte timing? ‘Nee, het is mooi geweest. Je moet oppassen dat je niet te lang doorgaat en wartaal gaat uitslaan. Ik heb wel artikelen van oud-collega’s voor mijn neus gekregen en gedacht: waar gáát dit over?’
Bovend’Eert was bijna 25 jaar hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit. Hij doceerde niet alleen, hij mengde zich ook uitdrukkelijk in het maatschappelijk debat.
Dat laatste zal hij blijven doen. Voor journalisten en Pieter Omtzigt fungeert hij geregeld als vraagbaak – Bovend’Eert schreef twee hoofdstukken in de NSC-bundel Een nieuw perspectief op goed bestuur. Maar een van de staatsrechtelijke gewetens van Nederland wil hij zichzelf niet noemen, zegt hij vanuit zijn ruime jarendertigwoning in Nijmegen. Hij vindt zichzelf slechts ‘een van de staatsrechtbeoefenaars’ met een warm hart voor politiek. En juist op dat snijvlak is het al maanden spannend.

Het pas aangetreden kabinet, dat Bovend’Eert beschouwt als staatsrechtelijk experiment, vindt hij ‘bijzonder’. Premier Dick Schoof speelt daarin volgens hem een ‘best wel problematische’ rol: ‘Dick Schoof komt uit het niets, terwijl we gewend zijn aan minister-presidenten die partijleider waren, die gekozen waren in het parlement. Dit is een stap terug. Schoof hoort niet bij een partij, dus hij zal waarschijnlijk bij de volgende verkiezingen ook geen verantwoording afleggen aan kiezers, zoals andere premiers wel deden. Die gingen als lijsttrekker de verkiezingen in. Over Rutte hebben we vier keer een oordeel kunnen uitspreken.’
Dat Schoof niet bij een partij hoort en geen eigen achterban heeft, betekent ook dat hij soms lijkt te functioneren als generaal zonder leger, die in zijn eentje vier partijen in het gareel moet zien te houden. ‘Het is hoogst twijfelachtig of deze los-vaste samenwerking met weinig onderling vertrouwen perspectief biedt.’

Macht