Niet zo heel lang geleden, namelijk een week of vier, werd Mark Rutte nog achtervolgd door het verwijt dat hij geen politiek leiderschap zou tonen, dat hij geen visie zou hebben, dat hij de ‘BV Nederland’ zou besturen als niet meer dan de behendige manager van een pindakaasfabriek. Waar was de staatsman? Waar waren de vergezichten? Waarom hadden wij geen Obama, of desnoods een Justin Trudeau?

In 2013, toen de kritiek op zijn lege, pragmatische leiderschap al jaren klonk, voelde Rutte zich geroepen het aanhoudende verwijt te pareren. In de HJ Schoo-lezing sprak hij – in een tamelijk kromme metafoor – over visie als ‘een olifant in de kamer die het uitzicht belemmert’: ‘Als visie een blauwdruk voor de toekomst betekent, dan verzet alles wat liberaal is in mij zich daartegen’ – waarna de kritiek alleen maar heviger oplaaide.

Rutte doet het prima als crisismanager, maar zo bijzonder was de speech nu ook weer niet.

Hoe anders is het nu de coronacrisis heeft...