De nieuwe volksvertegenwoordigers hadden nog geen cactus, pennenbakje of familiefoto neergezet in hun kamer aan het Binnenhof of de grote baas kreeg een motie van afkeuring aan zijn broek, aangevoerd door coalitiepartners D66 en CDA, vanwege zijn rol in de Omtzigt-‘functie elders’-affaire. De feestelijke beëdiging op 1 april (coronafeestelijk welteverstaan: in drie etappes naar binnen, iedereen met één invité), twee weken na de verkiezingen, ontaardde in ‘de nacht van Rutte’: een koningsdrama rond ook nog een motie van wantrouwen, ingediend door Geert Wilders.

De verse Kamerleden mochten zich voor het eerst doen gelden, tot diep in de nacht. Nilüfer Gündogan (Volt) steunde de motie van wantrouwen, evenals Habtamu de Hoop (PvdA). De vier andere eerstejaars in dit verhaal – Lucille Werner (CDA), Lisa van Ginneken (D66), Mariëlle Paul (VVD) en Don Ceder (ChristenUnie) – stemden tegen, along party lines. Rutte bleef natuurlijk zitten. Alles goed en wel met die nieuwe...