Autoriteit wordt in twijfel getrokken, gezag ondermijnd, heilige huisjes worden bespot, de vertrouwde zingeving is weggevallen. Wanneer dit rijtje aangevuld wordt met standaardcrises als de opvang van vluchtelingen, de woningbouw, de stikstof, het klimaat, de toeslagen, corona, Gaza en Oekraïne, dan hebben we alles om te spreken van ‘tricky tijden’, zoals de antropologe Jitske Kramer doet. Voor Kramer zijn het niet alleen precaire tijden; het wegvallen van de zingeving ziet ze als een teken dat we ons aan het bezinnen zijn op iets nieuws. We leven naar keuze in een ‘vloeibare tussentijd’, een drempeltijd, een ‘liminale tijd’, een overgangstijd.

Dit een overgangstijd noemen wil zeggen dat je al afscheid hebt genomen van wat achter ons ligt. Kramer laat de mens als homo economicus achter zich, ‘het beperkte en eenzijdige mensbeeld van de strikt calculerende, rationele burger’. Omdat economie volgens Kramer toch maar ‘een verhaal’ is, kunnen we beter...