Toen Kamervoorzitter Martin Bosma de Algemene Politieke Beschouwingen van de week opende met gevleugelde woorden uit het Bijbelboek Prediker – ‘IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid’ – moest ik spontaan denken aan de traditionele ontmoeting van het nieuwe kabinet met de parlementaire pers, direct na de beëdiging in juli.
Toen ik kersvers premier Dick Schoof tijdens de borrel in het Catshuis vroeg waarom hij in godsnaam zijn nek in de strop had gestoken om minister-president te worden in zo’n wankele constellatie, verklaarde hij opgewekt: ‘Afbreukrisico? Welk afbreukrisico?’ – waarna hij bekende dat een paar uitvoerige telefoongesprekken met Mark Rutte hem over de streep hadden getrokken: zeg maar eens nee tegen zo’n eervol verzoek. Kortom: Dick Schoof was de man die het land door de storm moest leiden, en zo zag hij het zelf eigenlijk ook.
Sinds deze week weet Schoof hoe dat voelt. Tijdens de allereerste Algemene Politieke Beschouwingen van de nieuwe premier kwam het al bijna tot zijn eerste kabinetscrisis. Steen des aanstoots: het staatsnoodrecht waarmee het kabinet de door de PVV gepropageerde asielcrisis wil bestrijden, en dat het parlement tijdelijk buitenspel zou zetten.
Martelgang
Omdat asielminister Marjolein Faber van de PVV in de media had beweerd dat het beroep op de noodwet getoetst zou zijn door ‘de beste juristen’, eiste de oppositie, met onverwachtse steun van Nicolien van Vroonhoven van NSC, dat de ambtelijke adviezen over het omstreden voorstel per direct geopenbaard zouden worden, waarna de martelgang van Dick Schoof begon.
Weldra bleek uit de stukken dat de juristen van Binnenlandse Zaken vernietigende kritiek hadden op het kabinetsplan: omdat er volgens de wet helemaal geen sprake is van een noodsituatie zoals oorlog of watersnood is de inzet van de noodwet ‘democratisch en rechtsstatelijk niet aanvaardbaar’, en moet de inwerkingstelling ‘uit het regeerprogramma worden gehaald’.
Op geen van de tientallen pagina’s was ook maar een spoor van een positief advies te vinden.
Toen ook de door ambtenaren van Justitie vlijtig zwartgelakte passages op aandringen van de Kamer werden geopenbaard, bleek dat Schoof daar zelf ten onrechte over had beweerd dat ze niet relevant zouden zijn voor het onderwerp. Sterker nog: volgens de betreffende passages had hij er persoonlijk op aangedrongen het staatsnoodrecht in het regeerprogramma op te nemen omdat het nu eenmaal zo was afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord, en hadden niet alleen de Raad van State maar ook VVD-leider Dilan Yeşilgöz in haar eerdere hoedanigheid als Minister van Justitie geconstateerd dat ‘activering van het staatsnoodrecht voor de reguliere asielvang niet mogelijk is’. Saillant detail: op dat moment was Dick Schoof secretaris-generaal op Justitie, en wist hij dus al donders goed van de fundamentele bezwaren tegen de noodwet.
Op geen van de tientallen pagina’s was ook maar een spoor van een positief advies te vinden.
Ongemak
In een van de vele schorsingen beklaagde Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel zich erover dat de Kamer ‘een brug over’ zou gaan door ambtelijke adviezen op te eisen voordat besluitvorming in het kabinet heeft plaatsgevonden: als dat staande praktijk zou worden, kunnen ambtenaren niet meer in vrijheid adviseren. Maar dat ongemak hebben deze coalitie en dit kabinet over zichzelf afgeroepen door vast te houden aan een noodwet zonder acute noodzaak en zonder wettelijke onderbouwing.
Zo zag Schoof zich niet alleen gedwongen de onwaarheden van Marjolein Faber recht te praten, maar ook nog die van hemzelf, en aan de Kamer uit te leggen waarom hij nog steeds bereid is een onrechtsstatelijk voorstel in de lucht te houden. Hij kwam niet veel verder dan keer op keer te verklaren dat de noodwet nu eenmaal in het Hoofdlijnenakkoord staat en dat het betreffende kabinetsbesluit nog niet genomen is. Intussen liet PVV-leider Geert Wilders weten dat hij absoluut niet van plan was zijn streven naar de asielcrisiswet op te geven. ‘Ik heb niet de ruggengraat van een banaan.’
Van de noodwet komt uiteindelijk naar alle waarschijnlijkheid weinig terecht, niet alleen omdat het plan juridisch volstrekt onhoudbaar is, maar ook omdat NSC, de partij die haar bestaansrecht ontleent aan ‘goed bestuur’, geen knip voor de neus waard zou zijn als ze wel met de wet zou instemmen. Niet voor niets kondigde Nicolien van Vroonhoven, vervanger van Pieter Omtzigt bij NSC, aan dat haar fractie tegen de noodwet zal stemmen bij negatief advies van de Raad van State, en beloofde minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark, de voormalige rechter die binnen de NSC-fractie tijdens de formatie de grootste moeite had met de PVV, een ‘stevig robbertje’ te gaan vechten in het kabinet als het voorstel ter tafel komt. Dilan Yeşilgöz zag de bui tijdens het debat al hangen en riep het kabinet op om ook het middel van een spoedwet te onderzoeken om migratie te bedwingen: een alternatief dat het parlement niet buitenspel zou zetten, en wel kan rekenen op een ruime meerderheid in de Kamer.
Cynische politiek
De enige reden dat de spoedwet niet al veel eerder als alternatief is ingezet door de coalitiepartijen heet Geert Wilders, de man die koste wat het kost een asielcrisis wil uitroepen, met warme steun van BBB, want ‘zo ervaren de mensen dat’. Kennelijk gingen de VVD en NSC, de coalitiepartners met meer staatsrechtelijk besef, er tot dusverre vanuit dat ze best in konden stemmen met het streven naar een noodwet, omdat die wet toch onhoudbaar zou blijken en Wilders dan hopelijk in zijn eigen zwaard zou vallen.
Maar dat laatste is nog maar zeer de vraag. Als de noodwet uiteindelijk toch getorpedeerd wordt kan Wilders altijd Pieter Omtzigts NSC, de tegenstribbelende ambtenaren en de ‘D66-rechters’ de schuld geven, en wordt het ressentiment in zijn achterban alleen maar gevoed.
Onder druk van schaduwpremier Geert Wilders dreigt Dick Schoof een heilloze weg in te slaan.
VVD en NSC gokken erop dat de noodwet vanzelf zal ontploffen in het gezicht van de PVV, maar in wezen is dat cynische politiek. Alleen al door tegen alle adviezen in maandenlang in volle ernst te overwegen een asielcrisis uit te roepen, ondermijnen coalitie en kabinet het vertrouwen in de rechtsstaat. Dat de vrijwel voltallige oppositie eraan te pas moest komen om de rechtsstaat tegen zulk gemarchandeer te verdedigen is op zichzelf al een veeg teken.
Dat is dan misschien nog de enige opsteker van deze Algemene Politieke Beschouwingen: de oppositie, onder aanvoering van Rob Jetten van D66, Henri Bontenbal van het CDA, Mirjam Bikker van de ChristenUnie en een verrassend scherpe Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA, was opmerkelijk eensgezind in haar oordeel: onder druk van schaduwpremier Geert Wilders dreigt Dick Schoof een heilloze weg in te slaan. De komende weken zal moeten blijken waar de ruggengraat van de partijloze premier van gemaakt is.