In zijn boek What Art Is zoekt Danto naar een nieuwe definitie van kunst. En geeft hij gaandeweg de individuele toeschouwer de kunst weer terug.

Toen Arthur Danto, de Amerikaanse kunstfilosoof en criticus van het weekblad The Nation, in 1984 ‘het einde van de kunst’ verkondigde, was dat natuurlijk even schrikken.

Ook al was menigeen geschokt, reden was daar niet voor. Het was louter een objectieve constatering van een feit. Omdat Marcel Duchamp in 1917 een gewoon dagelijks, uit een fabriek afkomstig voorwerp tot kunst had verklaard, kon vanaf dat moment alles kunst zijn. Het voorwerp in kwestie (het is bijna te banaal om het nog in herinnering te brengen) was een urinoir, door Duchamp Fontein genoemd. Het was ‘ready-made’: het was kant en klaar, het hoefde alleen maar door de kunstenaar tot kunst te worden verklaard.

Dood was de kunst alleen in zijn oude betekenis van spiegel van de werkelijkheid. Kunst hoefde geen afbeelding (een representatie) meer te zijn van de...