Als er iemand reden heeft de jaren vijftig van de twintigste eeuw ‘een heerlijke tijd’ te noemen dan is het Cyrille Offermans. Door zijn twee boeken in de Privé Domein-reeks Een iets beschuttere plek misschien en Midden in het onbewoonbare, weten we hoe dat zit met die gelukkige tijd. Die heerlijke jaren vijftig worden zo genoemd wanneer Offermans herinneringen ophaalt aan zijn passie voor het voetballen, speciaal het voetballen van Fortuna 54. Dat was een club met een collectie vedetten zonder weerga, zoals Cor van der Hart, Bram Appel, Faas Wilkes, Jan Notermans en niet te vergeten doelman Frans de Munck, de zwarte panter die voor 100.000 gulden bij FC Köln was weggekocht. Het zijn namen die ook mij niet onberoerd laten.

Bij een heerlijke jeugd hoort een dosis spontaan geluk. Dat nam in Cyrilles geval de gedaante aan van een dokter, dokter Van der Hoff, geneesheer-directeur van het ziekenhuis met de toepasselijke naam De Goddelijke Voorzienigheid. De dokter woonde in...