Kamervragen en de opening op de voorpagina van een landelijke krant: menig promovendus zou er een moord voor over hebben als zijn proefschrift dat weet te bewerkstelligen. En dan niet over het verborgen oorlogsverleden van een lid van het Koninklijk Huis of zo, maar over een taai onderwerp dat zelden de gemoederen verhit: de overgang naar een duurzame economie.
Het lukte Magda Smink (29), die aan de Universiteit Utrecht promoveerde op het proefschrift Incumbents and institutions in sustainability transitions. Achter deze weinig uitnodigende titel schuilt een fascinerend en opvallend goed leesbaar onderzoek naar de vraag waarom duurzaamheid in Nederland zo moeizaam op gang komt. Welke partijen remmen de transitie? En hoe doen ze dat?
Nauwgezet...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.
[…] Dit is ook te zien in het proefschrift van Magda Smink aan de Universiteit Utrecht (“Incumbent and institutions in sustainability Transitions” van Magda Smink.). Rond 2005 werd nagedacht over het verbod van de zeer inefficiënte gloeilampen. Philips lobby vóór dit verbod, want het hoopte veel spaarlampen te verkopen. De LED-lamp werd in deze periode ook geïntroduceerd. Philips had toen nog niet geïnvesteerd in de productie van ledlampen, en dus gebruikte het concern haar invloed om de verouderde technische standaarden te handhaven ten nadele van Ledlampen. Vervolgens kocht het bedrijf producenten van LED-lampen op om later weer te kunnen concurreren. Dus ook al mochten deelnemers van de vrije markt meedenken over beleid, het maakte de markt juist minder vrij. Shell is ook niet vies van opportunistisch lobbyen. In 2003 besloot de EU dat brandstoffen ook een deel biobrandstoffen moeten bevatten. Shell lobbyde eerst tegen de maatregel, maar toen de invoering niet meer te stoppen bleek, werd een andere tactiek ingezet. Shell nam dezelfde positie in als Oxfam Novib en andere organisaties die meenden dat biobrandstoffen geen goed effect hebben als de grond ervoor is gewonnen met landroof of boskap. Ook gebruikte Shell andere argumenten zoals technische rapportages die biobrandstof als minderwaardige brandstof neerzetten. Tegenwoordig noemt Shell zich de grootste leverancier van biobrandstoffen, en strijkt het bedrijf samen met anderen in de sector subsidies op om van Liquid Natural Gas dé brandstof van de toekomst te maken, zo wordt aangetoond op FTM. Shell probeert zo en met marketing een duurzaam imago te creëren, maar onder andere The Guardian merkt op dat ze in de praktijk niets met hernieuwbare energie doen. Voor zowel Shell als Exxon geldt dat de ze al heel lang op de hoogte waren van het broeikaseffect en klimaatverandering, zo blijkt uit hun archieven. In plaats van een nieuw bedrijfsmodel te zoeken, proberen ze hun bestaande verdienmodel mondjesmaat aan te passen en te lobbyen zodat het beleid dat verdienmodel niet inhaalt. Wat we hiervan moeten leren, is dat bedrijven ook tegen kunnen stribbelen zonder lijnrecht tegen de wetenschap in te gaan. Als een maatregel niet te stoppen is, dan moet er iets bedacht worden dat het bedrijf het meeste uitstel of wijdste marges geeft. Investeren in nieuwe technologie hoeft dan niet van te voren, maar hoeft pas te gebeuren als het al te laat is. […]