In dit land van krentenwegers, waar alles uiteindelijk om de centjes draait, zijn ministers van Financiën al zolang ik me kan herinneren bijna net zo populair als de premier. Van Onno Ruding, Wim Kok en Gerrit Zalm tot Wouter Bos, Jeroen Dijsselbloem en Wopke Hoekstra: als ze bruut bezuinigden werden ze geprezen om hun strengheid want dan pasten ze ‘goed op onze portemonnee’, als ze bakken geld uitgaven was dat ook geen probleem, want dan streken ze over hun hart en deden ze ‘mooie dingen voor de mensen’.

Maar die triomfantelijke optocht van de schatkistbewaarders eindigde bij Sigrid Kaag. De eerste vrouwelijke minister van Financiën is volgens de peilingen al geruime tijd de minst populaire bewindspersoon, of ze nu bakken geld uitgaf of harde bezuinigingen aankondigde. Sinds haar aantreden wordt ze weggehoond, en ontvangt ze de ene doodsbedreiging na de andere. Terwijl bedreigde politici van de beveiliging en de politie het dringende advies krijgen daarover te zwijgen,...