Een egel, een steenmarter, de alpenwatersalamander en natuurlijk de langkopsmaragdgroefbij, rimpelkruinbloedbij en zwartbronzen houtmetselbij. Zo wist Jochem Kühnen al 1574 soorten te determineren in een tuin van zo’n honderd vierkante meter. Een momentopname, want de lijst groeit nog steeds. Voorlopig laatste aanwinst: Passaloecus corniger, een 6 millimeter lang donkergekleurd graafwespje.
Jochem vindt die tuin niet heel bijzonder. Ook in jouw tuin kunnen duizenden soorten leven, zegt de geboren Nijmegenaar, mits je kiest voor inheemse bomen en bloemen en ook wat ruimte houdt voor rommelhoekjes met dode takken. En bij voorkeur een vijver zónder vis en op een zonnige plek een ‘insectenwand’. Komen we zo op.
Dit verhaal komt uit onze special over praktische idealisten. Mensen die de wereld, ondanks alles, toch een beetje willen verbeteren. Lees hier meer verhalen.
Typisch Nederlandse proporties
Links de Ooijpolder, een van de ecologisch rijkste stukken cultuurland van...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.
Beste Rolf, veel dank voor dit artikel en deze schets van een eco-mohikaan. Besef je dat ik zomaar niet weet wat een gierzwaluw is? En dat er mensen zijn die niet weten wat een zwaluw is? Pijnlijk?