Liever luisteren dan lezen? Dat kan. Blendle heeft dit verhaal ingesproken.

Hey hey, laten we opstaan en de wereld veranderen. De klep van het roestige veerpontje dat naar Utøya vaart, bevat een bemoedigende boodschap. In 2011 voer de M/S Thorbjørn ook gezelschappen over naar het eiland – vijftig personen per keer, veelal tieners en kinderen. Een kussen onder de arm, zakken chips in hun tas, zich verheugend op een week kamperen en keten.

Hoe hadden ze kunnen weten dat ze slachtoffer zouden worden van een extreemrechtse terrorist die zich heer en meester over hun levens waande? Die hoopte dat degenen die hij niet zou neerschieten het water in zouden vluchten om daar te verdrinken?

Het eiland is nog altijd in handen van Arbeidarane si Ungdomsfylking (AUF), de jongerenafdeling van de Noorse Arbeiderspartij. Utøya kan niet zomaar worden bezocht, al zijn nabestaanden altijd welkom. Dat ik er toch ben, is omdat ik deel uitmaak van een groep terrorismewetenschappers die twee dagen in Oslo waren voor een congres. Tijdens het congres lag de nadruk op data. Eindeloze reeksen waren langsgekomen, van demografische kenmerken van terroristen, tot getelde push- en pullfactoren, en details over verijdelde aanslagen.

Maar hier lijken al die reeksen, tabellen en cijfers ineens van weinig waarde. Utøya herinnert eraan dat terrorisme gaat over emotie. Over impact. Over het schrik aanjagen van burgers. Over het verscheuren van een samenleving.

‘Kruisvaarder tegen het multiculturalisme’

Dat was ook iets wat de zelfverklaarde ‘kruisvaarder tegen het multiculturalisme’ Anders Behring Breivik heel goed wist. In zijn secure voorbereiding van de aanslag had hij aanvankelijk overwogen om migranten of moslims als doelwit te nemen. Maar dat zou een ongewenst neveneffect hebben. Immers, nadat neonazi’s in 2001 de Noors-Ghanese tiener Benjamin Hermansen hadden vermoord, waren 40.000 Noren de straat opgegaan om te protesteren.

Lees ookHoe Anders Behring Breivik voortbouwde op het gedachtegoed van de anti-jihadisten30 juli 2011

Walgend van zoveel potentiële solidariteit besloot Breivik zijn kogels op de ‘verraders’ te richten, op degenen die hij het meest verantwoordelijk achtte voor het migratiebeleid: de Arbeiderspartij. Omdat hij zijn bom niet op tijd af kreeg voor hun jaarlijkse congres, paste hij zijn plan aan. Breivik besloot een autobom te laten afgaan in Oslo en een massaslachting aan te richten bij het jaarlijkse jeugdkamp van AUF. Op Utøya maakte hij 69 slachtoffers, 33 van hen waren jonger dan 18.

Gesmolten resten

Utøya ligt op ongeveer 45 minuten rijden van Oslo, in het Tyrifjordenmeer, slechts 850 meter varen van de kant. Vanaf de steiger waar de veerpont op het eiland aanmeert, leidt een slingerend grindpad omhoog langs het witte houten huis dat als kantoor van het eiland dient. Het huis werd gebouwd door Gunerson Pettersen, een zakenman die Utøya in 1860 kocht en als zomerverblijf gebruikte. Nadat het in 1898 overging naar een andere particulier, kwam het eiland in 1930 in handen van de Noorse arbeidersbeweging. Die gebruikte het voor zomerkampen voor kinderen van voornamelijk werkloze arbeiders uit Oslo. Ook de in ballingschap levende Leo Trotski (1879-1940) bracht er een zomer door en verbleef in het witte huis.

Voor veel jongeren was Utøya een plaats om in de zomer te zwemmen, te zingen en te zoenen. En dat is het nog steeds.

Nadat Utøya tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Noorse nazipartij was gebruikt voor zomerkampen en als propagandacentrum, werd het in 1950 aan jongerenafdeling AUF geschonken.

Verderop langs het grindpad ligt een voetbalveld, vlak daarachter staat een rode houten schuur. Het podium dat eraan vast zit, staat haaks op de omlaag glooiende heuvel. De afgelopen decennia was dit de plaats waar jaarlijks honderden jongeren in de zomer naar politieke toespraken luisterden. Mede om die reden noemde toenmalig premier Jens Stoltenberg Utøya in 2010 ‘een van de plekken die de afgelopen zestig jaar de grootste invloed hebben gehad op de Noorse politiek.’

Al is die kwalificatie misschien wat geflatteerd, want voor veel jongeren was Utøya een plaats om in de zomer te zwemmen, te zingen en te zoenen. En dat is het nog steeds. Verwacht geen herdenkingscentrum, geen bordjes die melden wie waar is doodgeschoten, geen folders of tentoonstelling over wat er is gebeurd. Die tentoonstelling kan je in Oslo vinden op de plaats waar de autobom afging en waar nog gesmolten resten te bezichtigen zijn. Hoe afschuwelijk de gebeurtenissen in 2011 ook waren, Utøya is geen monument voor het verleden.

Loodzware gesprekken

‘Hoe ga je door zonder de geschiedenis uit te vagen?’ Het is een vraag die de jonge Jørgen Frydnes zichzelf de afgelopen acht jaar vaak heeft gesteld. Hij werd op 1 augustus 2011, een week na de massamoord, aangesteld als nieuwe directeur van het eiland. Zijn voorganger Monica Bøsei (45) was de eerste die op het eiland door Breivik werd doodgeschoten.

Frydnes: ‘Een van onze eerste beslissingen was: we gaan vier jaar lang niets met het eiland doen. We gaan eerst nadenken en praten met de families van de slachtoffers.’ De Noorse overheid kon dan wel van alles willen, maar uiteindelijk had ze er geen enkele zeggenschap over omdat Utøya in handen van AUF is.

Er volgden vier jaren van loodzware gesprekken met geëmotioneerde nabestaanden. ‘Niet in een zaaltje met woedend publiek, maar bij ieder gezin thuis aan de keukentafel. Meerdere malen. Sommigen vonden dat het hele eiland een herdenkingsplaats moest worden. Andere nabestaanden wilden juist geen enkele herinnering.’

Omwonenden werden niet goed bij het idee dat er een kloof zou worden uitgehakt, die een wond in het landschap moest voorstellen.

Ook omwonenden voelden weinig voor een grote herdenkingsplaats. Ze hadden in het holst van de nacht al een keer met een tractor een steen aan de kade weggehaald omdat mensen er maar bloemen bleven neerleggen. Het leek hen niks om dagelijks uit te kijken op een monument dat dood en verderf zou symboliseren. En ze werden al helemaal niet goed bij het idee dat er een kloof zou worden uitgehakt in een landtong, een prijswinnend plan van de Zweedse kunstenaar Jonas Dahlberg dat een wond in het landschap moest voorstellen.

Toekomst, hoop en vooruitgang

Hoewel er tot op de dag van vandaag nabestaanden zijn die het liever anders hadden gezien, kwam er een compromis. Sinds 2015 zijn er iedere zomer weer jeugdkampen op Utøya. ‘Je kan als samenleving niet alle plekken sluiten die pijn doen,’ zo vat Frydnes die keuze samen. Voor hem zijn zomerkampen ieder jaar weer een emotioneel moment. ‘Dan zie je weer honderden kleurige tentjes op het kampeerveld verrijzen. Het symboliseert toekomst, hoop en vooruitgang.’

Op het eiland herinneren slechts twee plaatsen expliciet aan wat er op 22 juli 2011 gebeurde. In 2015 kwam op een open plek tussen de bomen een grote zilverkleurige ring te hangen met daarop de 69 namen en leeftijden van de slachtoffers die op het eiland omkwamen. Families van zo’n 25 nabestaanden hielpen met het aanleggen van het pad, de ondergrond en de afwerking.

Daarnaast is de kantine waar Breivik dertien mensen doodschoot inmiddels overdekt. Precies 69 pilaren dragen het dak, zij symboliseren de 69 slachtoffers. De constructie wordt aan de buitenkant omringd door 495 dikke houten planken, die staan voor de 495 overlevenden. De ramen van de kantine waardoor velen naar buiten klommen, staan open. Kogelgaten zitten nog in de muur. Op plekken waar iemand omkwam, liggen bloemen en foto’s op de grond die door nabestaanden zijn neergelegd.

Breivik liep verkleed als politieagent rond, deed alsof hij jongeren gerust wilde stellen en schoot hen neer zodra hij dichterbij kwam.

Willekeur

Het stilleven symboliseert niet alleen het gemis, maar ook de willekeur. Toen Breivik binnenkwam en begon te schieten, verschansten tieners zich in de wc’s. In theorie is dat de slechtst denkbare schuilplaats omdat er geen ontsnappingsmogelijkheid is. Maar ze overleefden het omdat Breivik er niet keek. Degenen die zich achter de piano verstopten, hadden minder geluk.

In een van de zijruimtes van de kantine hangt een tijdlijn waar het verhaal wordt verteld door sms’jes en telefoongesprekken tussen tieners en hun ouders.

Wat er ook gebeurt mamma, weet dat ik van je hou. (18:12)
– Ik heb nogmaals met de politie gesproken. Ze kunnen elk moment op het eiland komen. Bel me. Kan ik je komen ophalen
– Bel me. Kan ik komen en je ophalen?
– Kan ik komen?
– Bel me alsjeblieft. Ik moet weten waar je bent zodat ik je kan komen halen.
(Er kwam nooit antwoord. Benedichte Vatndal Nielsen overleed om 18:14, 15 jaar oud.)

Breivik liep verkleed als politieagent rond, deed alsof hij jongeren gerust wilde stellen en schoot hen neer zodra hij dichterbij kwam. Toen agenten 1 uur en 12 minuten na de eerste dode met veel machtsvertoon riepen dat jongeren met hun handen omhoog tevoorschijn moesten komen, was dat voor ruim 40 procent van de overlevenden een beangstigende ervaring, zo blijkt uit grootschalig onderzoek. Hoe konden ze weten dat het om echte agenten ging en niet om handlangers?

Ook ouders van jongeren en kinderen die de aanslag overleefden, zijn getraumatiseerd. Ze zagen op televisie dat er op Utøya werd geschoten, of ontvingen smsjes en hoorden daarna niets meer. Soms duurde het wel vier tot vijf uur voor zij het verlossende nieuws kregen. Velen slikten daarna hun emoties in om er voor hun kinderen te zijn, die niet meer degenen waren die enkele dagen eerder opgetogen naar zomerkamp waren vertrokken.

Nog altijd bedreigd

Utøya is nog steeds een plaats waar uitgelaten jongeren in de zomer komen om te flirten, plezier te hebben en te leren. Maar veel overlevenden worstelen met de gevolgen: 87 procent heeft dode lichamen gezien, 37 procent heeft gezwommen om het eigen leven te redden. Wat het verwerkingsproces niet helpt, is dat velen acht jaar na dato nog steeds worden bedreigd vanuit extreemrechtse hoek. Zelfs al zijn ze niet meer politiek actief en mijden ze de media, hun namen zijn bekend uit publicaties die daags na 22 juli 2011 verschenen. Er zijn zelfs websites met fotoanalyses waaruit zou moeten blijken dat hun kogelwonden nooit echt waren.

‘Iedere keer wanneer er politiek of maatschappelijk een discussie is over migratie, vluchtelingen, feminisme, LGBT-onderwerpen of islam, volgt er weer een nieuwe golf aan bedreigingen,’ vertelt een van de overlevenden in het nieuwe kantinegebouw, dat in 2015 werd gebouwd en opvallend veel nooduitgangen heeft. Hij was 16 toen Breivik schietend over Utøya liep. Die dag verloor hij twee goede vrienden, zelf ontkwam hij door naar de overkant te zwemmen.

In de voetsporen van Breivik

In de krochten van het internet de afgelopen acht jaar een ware cultus rondom Breivik ontstaan, die in de eerste jaren na 2011 hoogstwaarschijnlijk werd geleid door een Nederlander die in de VS woont. Dat het niet altijd bij online verheerlijking blijft, blijkt wel uit de copycats die de afgelopen jaren opdoken en de aanslag afgelopen jaar in Christchurch. De dader van het bloedblad in Nieuw-Zeeland schreef in zijn manifest dat hij voor zijn aanslag de zegen van Breivik had gekregen – al is dat vrijwel onmogelijk. Wellicht heeft Tarrant een bericht naar Breivik gestuurd, maar het is Breivik niet toegestaan om vanuit zijn cel brieven terug te sturen. 

Overlevenden ontvangen teksten als: ‘Ook jij wordt binnenkort alsnog afgemaakt.’ En: ‘Ik hoop dat Breivik zijn goede daden zal herhalen, zodat we van alle asielminnaars op Utøya afkomen.’ De bedreigingen namen in maart 2018 in alle hevigheid toe nadat toenmalig minister van Justitie Sylvi Listhaug van de Vooruitgangspartij over Noorse IS-strijders op haar Facebookpagina schreef dat ‘de Arbeiderspartij zich drukker maakt om de rechten van terroristen dan om de nationale veiligheid.’ Er volgde een stortvloed aan kritiek, hoe durfde zij zoiets te beweren over de partij die in de Noorse geschiedenis het grootste slachtoffer van terrorisme was geweest. Listhaug bood excuses aan en trad af.

Lees ookDe ideologie achter de aanslag in Christchurch leeft online - ook in Nederland26 maart 2019

De toegenomen bedreigingen vormden voor de Noorse politie aanleiding een grootschalig onderzoek te starten naar de herkomst van alle haatberichten. Inmiddels is een persoon officieel verdacht en heeft de politie nog eens acht verdachten in het vizier.

‘Veel van de mensen met wie ik hier in 2011 op zomerkamp was, doen niets meer met politiek,’ vertelt de overlevende. ‘Breivik mag dan wel vast zitten, zijn gedachtegoed is nog altijd springlevend. Ik denk dat het een extreem gevaarlijke weg is voor de democratie wanneer jongeren niet meer openlijk voor hun ideeën durven uit te komen, zich terugtrekken uit het openbare leven en van sociale media gaan.’