Na het sporten mag de sauna worden bezocht, het is ten strengste verboden zomaar zonder eerst inspanning te hebben geleverd te ontspannen. En een klein beetje ‘cardio’ telt niet mee. Minstens een uur staand en hangend, dan pas liggend zweten. Zo zijn mijn sportschoolregels, en er blijkt maar weer uit dat ook in mijn vrije tijd het arbeidsethos dienst blijft doen.

De houten bank is klein, iemand moet plaatsmaken, en dat doet een jongeman royaal: ‘Gaat u hier maar zitten.’ Hoe oud is die jongen? Hier wreekt zich het probleem van mijn leeftijd, of liever gezegd: van het ouder worden. Dat doen we in beginsel allemaal, maar boven de vijfenveertig lijkt de klok ineens harder te lopen. Ik merk dat ik het onderscheid tussen twintigjarigen en dertigers niet mee zie: dat is een grote samenklontering geworden van ‘jonger’. Mensen die ik inschat als min of meer mijn gelijken zijn dus allemaal tweeënvijftig, wat mij meermalen in de problemen heeft gebracht, want een begin veertiger...