Eind maart van dit jaar, toen het Britse parlement steeds verder wegzakte in chaos en besluiteloosheid over de brexit, deed de Britse historicus Timothy Garton Ash in The Guardian een dringende oproep aan de Europese regeringsleiders. De strekking van zijn betoog: help ons om brexit te voorkomen, bied ruimte voor uitstel van de beslissing zodat een tweede referendum mogelijk wordt, geef de Britten een laatste kans.

Of er naar hem geluisterd is, kan Garton Ash niet met zekerheid zeggen. ‘De reacties op mijn oproep waren zeer verdeeld. Veel mensen op het continent hebben ons opgegeven. Er is een groeiend koor van Europeanen die zeggen: genoeg is genoeg, de Britten hebben deze ellende aan zichzelf te wijten, en áls ze in de Europese Unie blijven, als verdeeld land, importeren ze het gif van de brexit in de bloedbaan van Europa. Zulke commentaren had ik al verwacht. Maar opbouwende reacties waren er ook. Een paar dagen na mijn oproep verklaarde mijn goede vriend Donald Tusk, voorzitter van de Europese Raad, tegenover het Europees Parlement ongeveer wat ik wilde zeggen: denk aan de miljoenen Britse Europeanen die vechten voor onze gemeenschappelijke zaak. Het argument is in elk geval doorgedrongen in het hart van Europa. En nu de Europese regeringsleiders uitstel van de beslissing hebben verleend tot oktober, hebben we de kans te laten zien hoe sterk en vastbesloten we zijn bij de Europese verkiezingen eind mei.’

Een groot drama

In een met klimop begroeide villa even buiten de campus van St Antony’s College in Oxford bevinden zich de werkvertrekken van Timothy Garton Ash: hoogleraar Europese Studies, fellow aan Stanford University in Californië, columnist bij The Guardian en The New York Review of Books en al decennia een van de meest prominente historici van Engeland. Time Magazine schaarde hem onder de honderd meest invloedrijke personen ter wereld.

https://www.vn.nl/product/vrij-nederland-nr-5-2019/

In de kasten van de common room in het studiecentrum staan zijn boeken, die over de hele wereld werden vertaald: over Polen en de DDR, over de omwenteling van 1989 in Centraal- en Oost-Europa, over de hereniging van Duitsland, over de bedreiging van de vrijheid van meningsuiting in deze tijd en over de toekomst van het Westen.

Al in de jaren zeventig reisde Timothy Garton Ash (1955) uitvoerig door Oost-Europa, aan de andere kant van het IJzeren Gordijn. In de jaren tachtig en negentig maakte hij als wetenschapper en journalist van nabij mee hoe de Oost-Europese landen losbraken van de Sovjetunie en zich in korte tijd ontwikkelden tot vrije, Europese democratieën. En nu is hij er getuige van hoe zijn eigen Engeland afstevent op een vertrek uit de Europese Unie.

‘Mijn hele leven is verbonden met Europa,’ zegt Garton Ash. ‘Maar nu dreigt mijn Europese burgerschap me te worden afgenomen. Dat is voor mij een groot drama, net als voor miljoenen andere Britse Europeanen. Bij het referendum stemden zestien miljoen Britten tegen brexit, dit jaar zijn een miljoen mensen in Londen de straat op gegaan om tegen brexit te demonstreren en binnen twee weken tekenden zes miljoen Britten een petitie om in de Europese Unie te blijven. In getal zouden we de bevolking kunnen vormen van een middelgroot Europees land.

Maar dit gaat niet alleen om ons belang, maar ook om dat van Europa, want de impact van brexit op de rest van de Europese Unie wordt zwaar onderschat. In alle scenario’s is brexit slecht nieuws voor Europa. Als de economie in Groot-Brittannië na brexit in elkaar dondert, zoals ik verwacht, worden de Britten een ongelooflijk moeilijke partner voor de Europese Unie. Maar als de welvaart tóch overeind blijft, zullen Marine Le Pen en andere populisten zeggen, om het beroemde zinnetje uit de film When Harry met Sally te citeren: “I’ll have what she’s having”. Zolang er nog een kans is om Groot-Brittannië binnen de Europese Unie te houden, moet Europa die kans grijpen. Wat ik in mijn artikel in The Guardian probeerde te zeggen, is: de Britten moeten zichzelf uit het moeras trekken, maar laat ons niet in de steek.’

De brexit heeft de Britse politiek de afgelopen maanden in chaos gestort, en inmiddels is duidelijk dat het vele miljarden gaat kosten. Toch willen veel Britten niets liever dan uit de Europese Unie vertrekken, met als argument: dan moeten we maar offers brengen, we are taking back control. Hoe is dat blinde enthousiasme te verklaren?
‘“Take back control” was een briljante campagneslogan, want het ving in drie woorden alles wat mensen voelden, ook in hun persoonlijke leven. Een ander krachtig argument van de brexiteers is de uitzonderingspositie van Groot-Brittannië, als een land dat altijd een onafhankelijke rol heeft gespeeld ten opzichte van Europa. Dat hardnekkige idee is zelfs overgenomen door vurige voorstanders van de Europese eenwording. De Oostenrijkse schrijver Robert Menasse ging zo ver te stellen dat Groot-Brittannië nooit echt een lidstaat van de Europese Unie is geweest. Dat is complete onzin.

Het is een voorbeeld van hoe de geschiedenis wordt herschreven: alsof het onvermijdelijk was dat het zo zou aflopen. Engeland heeft juist decennialang een grote rol gespeeld in het opbouwen van de Europese Unie. Als het referendum over brexit in 2016 anders was uitgepakt, was de geschiedenis op een andere manier geschreven: als de triomf van het Britse pragmatisme. Bovendien: andere Europese lidstaten zijn óók uitzonderlijk, elk op zijn eigen manier. Duitsland vanwege de Sonderweg – de ontwikkeling van het negentiende-eeuwse keizerrijk via het nazisme naar de democratie van de Bondsrepubliek; Polen omdat het 123 jaar lang niet als soeverein land heeft bestaan op de kaart van Europa, enzovoort.

Wat écht uitzonderlijk is aan de Britten, is de wijdverbreide overtuiging dat we als land prima in ons eentje kunnen doorgaan, en de fixatie op onze puur formele, wettelijke soevereiniteit, die teruggaat tot de Act in Restraint of Appeals in 1533, waarin Engeland brak met de paus van Rome en tot een onafhankelijk rijk werd uitgeroepen. Die obsessie is een belangrijke drijvende kracht voor brexit.’

U bedoelt dat Engeland, ondanks die formele soevereiniteit, in feite al eeuwenlang intensief met Europa verbonden is?
‘Inderdaad. In de eerste plaats the bleeding obvious: Engeland kan net zomin vertrekken uit Europa als Piccadilly Circus uit Londen, het blijft liggen waar het ligt. Ten tweede: we zijn altijd deel geweest van de Europese politiek. Er wordt gezegd: jullie zijn een eiland. Maar we waren ook al een eiland van de elfde tot de veertiende eeuw, en al die tijd bedreven we al politiek over het Kanaal, door de bezittingen van de Engelse koningen in grote delen van Frankrijk. Zelfs op het hoogtepunt van het Britse wereldrijk in de negentiende eeuw zei de premier: we maken deel uit van Europa, en laten we als zodanig onze plicht vervullen. Winston Churchill, die een kind was van de negentiende eeuw, zag Groot-Brittannië als een Europese grootmacht. En sinds 1945 hebben we wat we eeuwenlang niet hadden: een staand leger op het Europese continent. Er zijn nog steeds Britse troepen permanent gelegerd in Estland bij de Russische grens. Het idee dat we Europa echt kunnen verlaten, terwijl we nog steeds lid zijn van de Navo, is complete onzin.’

‘Boris Johnson heeft inderdaad – helaas moet ik het toegeven – hier in Oxford gestudeerd.’

De jonge Nederlandse historicus Felix Klos, die een biografie schreef over Winston Churchill als vader van Europa, stelt dat de brexiteers terug willen naar een land dat niet meer bestaat, door het verlies van het Britse wereldrijk. Terwijl de Europese Unie eigenlijk de plaats van het Empire heeft ingenomen. Heeft hij een punt?
‘Ik ken Felix uit de tijd dat hij in Oxford studeerde en ik heb grote waardering voor zijn werk. Hij heeft een punt. De nasleep van wereldrijken speelt een veel grotere rol in de eigentijdse Europese geschiedenis dan de meeste mensen aannemen. De Britse post-imperiale erfenis, die we bepaald niet goed hebben verwerkt, heeft ons aanvankelijk juist de Europese gemeenschap binnengebracht. Misschien is dat wat Felix bedoelt. Voor de generatie van Edward Heath, premier in de jaren zeventig, en Roy Jenkins, voorzitter van de Europese Commissie in dezelfde periode, was het idee: Groot-Brittannië kan niet langer op eigen kracht een wereldmacht zijn, en moet dus een wereldmacht zijn als onderdeel van Europa. Een heel goed argument, dat tegenwoordig nog sterker geldt.

Maar voor de generatie van hun kinderen en kleinkinderen is het argument omgedraaid: eigenlijk zijn we een grootmacht die gereduceerd wordt tot een kolonie van een Frans-Duits wereldrijk, dat is een onacceptabele vernedering en daarom moeten we de Europese Unie verlaten. Boris Johnson heeft het letterlijk gezegd op de dag dat hij de kant koos van de brexiteers: we hebben het grootste rijk geleid dat de wereld ooit heeft gezien, dus kunnen we het prima alleen. Die illusie speelt een grote rol in het Britse denken.’

Brexit is in veel opzichten een anti-elitaire beweging, maar belangrijke kopstukken als Boris Johnson en Jacob Rees-Mogg zijn zelf uitgesproken elitair: ze gingen naar Eton, de elitaire kostschool, en studeerden allebei in Oxford.
‘Brexit heeft veel gemeen met andere populistische stromingen in Europa, zoals de retoriek van “het volk” tegen de corrupte elite. Terwijl in werkelijkheid een deel van de elite dat argument uitbuit tegen een ánder deel van de elite. Boris Johnson en Jacob Rees-Mogg komen van Eton en hebben inderdaad – helaas moet ik het toegeven – hier in Oxford gestudeerd. Het idee dat juist zij het volk zouden vertegenwoordigen tegen de elite is volkomen belachelijk. Maar ze zijn heel behendig in het exploiteren van het anti-elitaire sentiment.’

Begrijpt u waar dat sentiment vandaan komt?
‘Jazeker. Wij, als de oude, progressief-liberale, pro-Europese, internationaal georiënteerde elite, moeten toegeven wat we verkeerd hebben gedaan. We hebben niet gezien hoe slecht de andere helft van de samenleving eraan toe was, hoezeer ze zich achtergelaten voelden, niet alleen in economisch maar ook in cultureel opzicht. Dat is waar de aanhang van de AfD in Duitsland, Front National in Frankrijk, Cinque Stelle in Italië en de PVV en Forum voor Democratie in Nederland heel veel gemeen hebben met de voorstanders van brexit. Mensen denken niet alleen: we zijn economisch achtergelaten, maar ook: we worden volledig genegeerd en niet gerespecteerd door de elites in Berlijn, Parijs, Rome, Den Haag of Londen.’

‘Brexit is een schreeuw om aandacht: luister naar ons, hier zijn we, wij bestaan ook.’

Heeft de progressieve elite in Europa daar decennialang een blinde vlek voor gehad?
‘Veel te lang hebben we alleen gedacht aan de andere helft van de wereld, en niet aan de andere helft van onze eigen samenleving. Begrijp me niet verkeerd: we hadden er absoluut gelijk in over de andere helft van de wereld na te denken. De afgelopen jaren heb ik veel tijd besteed aan het schrijven van een boek over de vrijheid van meningsuiting, dat erover gaat hoe we de verworvenheden van free speech naar andere delen van de wereld kunnen brengen. Daar heb ik geen seconde spijt van. Maar intussen heb ik zelf ook veel te weinig omgekeken naar de andere helft van onze samenleving. Brexit, net als andere populistische bewegingen in Europa, is een schreeuw om aandacht: luister naar ons, hier zijn we, wij bestaan ook. In alle Europese landen heeft de populistische revolte een politieke aardbeving veroorzaakt, maar in Groot-Brittannië betekent het ook nog een absolute breuk in de geopolitieke geschiedenis.’

Neemt u het zichzelf kwalijk dat u de revolte niet aan zag komen?
‘Absoluut. Ik ken de arme delen van Polen en Duitsland beter dan de arme delen van Engeland. Maar ik ben niet de enige. Neem The Guardian, de krant waar ik regelmatig voor schrijf. Hoeveel reportages of grotere, met inlevingsvermogen geschreven verhalen over de arme wijken en de mijnbouwgebieden in het noorden van Engeland hebben we daarin gelezen in de jaren voor het brexit-referendum? Hetzelfde geldt voor Le Monde en de Süddeutsche Zeitung, en voor The New York Times, die vóór de verkiezing van Trump nauwelijks schreef over de ellende in de Rust Belt. We zijn er allemaal schuldig aan. Ook de universiteiten zijn deel van het probleem, want de progressieve droom – ook de mijne – was dat vijftig procent van de jonge mensen naar de universiteit zou gaan, met als onbedoelde consequentie dat we de samenleving in tweeën hebben gespleten.

Bij het referendum over brexit werd dat pijnlijk zichtbaar. Een van de belangrijkste factoren in het stemgedrag was het opleidingsniveau. Veel mensen die geen universitaire opleiding hebben, voelen zich in de steek gelaten, en daar hebben ze gelijk in. In 2014 was het gemiddelde inkomen van topmanagers in Groot-Brittannië meer dan vier miljoen pond, en het modale inkomen 26.000 pond. Dat zijn verbijsterende getallen, die wijzen op een schrijnend gebrek aan waardering, aan respect, aan aandacht. Het gaat er niet alleen om dat je armer bent dan anderen, maar ook dat niemand over je schrijft. En áls ze aandacht aan je besteden, word je weggezet als racist. Het is geen toeval dat de populisten zo hard van leer trekken tegen politieke correctheid: daarmee raken ze een gevoelige snaar.’

In een interview zei u vorig jaar dat de wereld zo snel verandert dat veel mensen zich niet meer thuis voelen in hun eigen land, dat ze de greep op hun leven zijn kwijtgeraakt.
‘Dat is een belangrijke oorzaak van het succes van populistische bewegingen in de hele westerse wereld. In 2016 heb ik van deur tot deur campagne gevoerd tegen brexit in het oosten van Oxford, waar veel migranten wonen, vooral moslims uit Zuid-Azië. Die klaagden tegen mij over de bloody foreigners. En die bloody foreigners waren witte, christelijke Europeanen, namelijk Oost-Europese immigranten uit Polen en Litouwen. Dat is de ironie van de geschiedenis. De mensen in die wijk waren zeker geen racisten. Het ging om iets anders: overvolle ziekenhuizen, overvolle scholen, moeten vechten voor een sociale huurwoning, moeten vechten voor een baan. In hun levens was te snel te veel verandering gekomen. In alle populistische bewegingen in Europa speelt de angst voor migranten een rol. Het wás ook een grote fout om de binnengrenzen in het Schengengebied af te schaffen zonder de buitengrenzen van Europa zeker te stellen.

Maar het andere element is: stop de wereld, de veranderingen gaan te snel. De conservatieve filosoof Michael Oakshot schrijft, vrij naar Goethe, dat de conservatieven zeggen: “Verweile dich, du bist so vertraut”, hou vast aan wat bekend is. Als alles om je heen verandert, grijp je terug naar de vertrouwde identiteit van de natie, van je eigen stam. Dat sentiment verklaart voor een groot deel wat er nu gebeurt. Dat betekent niet dat de richting van progressieve pro-Europeanen zoals ik verkeerd was, in het streven naar een open samenleving en de eenwording van Europa, maar wel dat we langzamer en behoedzamer te werk hadden moeten gaan.’

U pleitte eerder voor ‘liberal patriotism’. Wat bedoelt u daarmee?
‘We moeten werken aan een politiek die zowel linkser is als rechtser. Linkser door economische ongelijkheid te bestrijden, en rechtser door meer aandacht te besteden aan de zorgen die mensen hebben over gemeenschap en identiteit. Aan de ene kant hebben we meer herverdeling van de welvaart nodig, misschien zelfs een gegarandeerd basisinkomen, en moeten we veel meer investeren in de helft van de bevolking die niet hoogopgeleid is. En aan de andere kant moeten we het gesprek over de natie niet overlaten aan de nationalisten.

We hebben ons als progressieven veel te eenzijdig gericht op de Europese eenwording en wereldwijde uitdagingen als de klimaatverandering. Robert Menasse pleit er bijvoorbeeld voor dat we de natie achter ons laten en de Verenigde Staten van Europa omarmen. Waarom? De natie speelt een belangrijke rol in de gemeenschap van de Europese Unie en is het kader waarbinnen onze burgerlijke vrijheden nog steeds het best worden gegarandeerd. De natie geeft mensen bovendien een thuis dat we ze niet moeten willen ontzeggen in deze tijd van grote veranderingen.’

U heeft van nabij meegemaakt hoe de Oost-Europese landen zich in de jaren negentig ontwikkelden tot vrije democratieën. Maar Oost-Europese leiders als Viktor Orbán vertonen de laatste jaren steeds meer autoritaire trekken, de onafhankelijke rechtspraak en de vrijheid van meningsuiting worden bedreigd. Dat moet een bittere ervaring voor u zijn.
‘De bepalende ervaring van mijn leven is reizen en wonen in de andere helft van Europa, achter het IJzeren Gordijn, en te ontdekken hoe vurig mensen ernaar verlangden vrij te zijn en weer bij Europa te horen. Ze kregen het voor elkaar. En vervolgens traden de meeste van die landen binnen vijftien jaar toe tot de Europese Unie. In 2004 liep ik mee in een demonstratie in Warschau, waar Beethovens “Ode aan de vreugde” werd gezongen in het Pools. Het was fantastisch, wat een overwinning.

Maar zoals Józef Pilsudski, de eerste president van het onafhankelijke Polen na de Eerste Wereldoorlog, zei: winnen en op je lauweren rusten is een nederlaag, verslagen worden en niet opgeven, dát is de overwinning. En wat deden wij Europeanen na het einde van de Koude Oorlog? We wonnen en gingen op onze lauweren rusten. We hebben veel te weinig tegen het opkomende populisme in de Oost-Europese landen gedaan. Veel West-Europeanen denken nog steeds dat Oost-Europa een exotisch, half wild gebied is waar ze nu eenmaal niet zo democratisch zijn. Maar het populisme van Viktor Orbán is van dezelfde familie als dat van Marine Le Pen, Matteo Salvini, Nigel Farage en Geert Wilders. De democratische krachten in Hongarije verdienen onze volledige steun.’

Viktor Orbán heeft ook in Oxford gestudeerd. Kent u hem?
‘Ik kan me hem nog goed herinneren. Hij studeerde hier aan het eind van de jaren tachtig. Als jonge student kwam hij bij me langs, hier in dit gebouw, en vroeg me hem te vertellen over de liberale democratie. En daar is hij nu, de autoritaire leider van een land dat niet langer een liberale democratie is. Het is schokkend. Orbán stopt enorme subsidies van de EU in zijn zak die hij gebruikt om zijn vriendenkliek te subsidiëren, onder wie de eigenaren van kranten en televisiestations. Dat is hoe hij de media controleert. En intussen wint hij verkiezingen door te ageren tegen George Soros, Jean-Claude Juncker en de EU.

Lees ookHoe filantroop George Soros de lievelingsvijand werd van dictators en trollen9 december 2018

Het schokkendst is nog dat Europa er medeplichtig aan is. De Europese Unie doet niets tegen het misbruik van die geldstromen. In het Europees Parlement heeft de christen-democratische EVP de partij van Orbán eindelijk geschorst, maar ze hadden niet het lef hem eruit te schoppen. Dat is een van de grootste Europese schandalen van deze tijd. En de man die er verantwoordelijk voor is als fractievoorzitter van de EVP, Manfred Weber, is nu Spitzenkandidat om de volgende president van de Europese Commissie te worden. Hoe kan ik jonge mensen leren te geloven in een Europa van waarden, van vrijheid en democratie en mensenrechten, als zulke dingen gebeuren?’

In Polen, waar de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt bedreigd, heeft de EU wel hard ingegrepen.
‘Dat heeft Frans Timmermans als Eurocommissaris heel goed gedaan. Hij is de good guy aan de Brusselse kant van dit verhaal. Maar belangrijker is nog dat de Polen zelf terugvechten. Er zijn grote demonstraties tegen het regeringsbeleid, en er zijn nog steeds belangrijke onafhankelijke media, zoals de krant Gazeta Wyborcza die in 1989 werd opgericht door een van mijn beste vrienden, en waar ik nog steeds voor schrijf. Dat is bemoedigend.’

Bent u bang dat de Europese Unie uit elkaar valt, zoals met de Sovjetunie is gebeurd?
‘Ik denk eerder dat Europa het risico loopt geleidelijk te verzwakken, zoals het Heilige Roomse Rijk in de laatste periode. Dat begint nu al te gebeuren: Italië dat de Nieuwe Zijderoute van de Chinezen omarmt; Duitsland dat meewerkt aan de Russische Nordstream-pijpleiding, tegen het Europese energiebeleid in; Engeland dat afkoerst op een brexit. Zo kan de geleidelijke verzwakking eruitzien: als death by a thousand cuts.

In een tijd waarin de Europese Unie juist sterker zou moeten worden om op te staan tegen China, Rusland en de wereldwijde macht van Facebook en Google, om nog maar niet te spreken over de existentiële uitdaging van de klimaatverandering. Maar op veel plaatsen in Europa zie ik een tegenoffensief opkomen, voor een open samenleving en voor een sterk Europa. In Slowakije is net een progressieve, pro-Europese vrouw tot president gekozen. In Polen wordt massaal gedemonstreerd voor de democratie en de rechtsstaat. Emmanuel Macron, met al zijn fouten, zet zich op een bewonderenswaardige manier in voor de Europese samenwerking. En in Engeland komen miljoenen mensen op de been om te voorkomen dat Groot-Brittannië de Europese Unie echt verlaat. A luta continua, de strijd is nog niet gestreden.’

Op dinsdagavond 7 mei spreekt Timothy Garton Ash in De Balie in Amsterdam over brexit en de toekomst van Groot-Brittannië in Europa.