Het hoeft eigenlijk niet zo nodig van Tim Hofman (32), een interview. ‘Waar gaat het dan over?’ vraagt hij als ik hem opbel met het voorstel. ‘Toch niet over mij en mijn leven of zo? Dat is echt niet zo boeiend, hoor. En daar heb ik al zo veel over verteld.’

Een paar weken later zitten we toch tegenover elkaar in mijn studio. Ik heb Hofman uitgelegd dat het mij niet zozeer gaat om hemzelf en zijn leven, maar meer om zijn werk – zijn ontwikkeling als maker de afgelopen tien jaar, en zijn invloed op het huidige medialandschap. Dat vond hij wel interessant. Hij heeft een taxi genomen omdat het weer zo kut was, vertelt hij als hij de trap opkomt, en onderweg ontbijt gehaald – vandaar dat hij tien minuten later was, sorry daarvoor. Hij gaat meteen zitten aan de grote tafel: ‘Zijn we al begonnen?’

Het is waar dat Tim Hofman al veel aan het woord is geweest het afgelopen decennium – op zo’n beetje elk platform en binnen elke niche. Hij maakt sinds 2011 televisie voor BNN/VARA: Spuiten en slikken, reisprogramma’s, Je zal het maar hebben en Over mijn lijk. Hij zat geregeld aan tafel bij talkshows als De Wereld Draait Door en werd geïnterviewd door zo’n beetje elke grote krant. Hij deed mee aan Ranking the Stars, aan Wie is de Mol?, aan Jachtseizoen van StukTV. In 2016 poseerde hij naakt en zoenend met collega-presentator Jan Versteegh voor L’Homo. Hij bracht twee keer een dichtbundel uit, was in 2018 coauteur van het Boekenweekgeschenk voor jongeren. In 2020 verzorgde hij samen ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers de Jan Terlouw lezing en viel hij een paar keer in als OP1-presentator.

https://www.vn.nl/product/vrij-nederland-nr-6-2021/

Het is ook waar dat er al behoorlijk veel over zijn leven bekend is. Wie wil weten wat Hofman bezighoudt, hoeft maar naar zijn sociale media te kijken. Op Instagram post hij selfies in de lift, foto’s van zijn sportsessies en van avonden op de bank, met of zonder zijn vriendin en haar katten. Op Twitter deelt hij dagelijks zijn visie op de actualiteit, grappige memes, updates over zijn eigen werk. In interviews en in zijn eigen uitingen lijkt Hofman niets achter te houden. Hij vertelt even openlijk over zijn haarimplantaten als over gedachten aan zelfmoord tijdens depressieve perioden op zijn negentiende.

Schaamte of publiekelijk ongemak lijkt iets wat Hofman simpelweg niet kent – of anders houdt hij het heel goed verborgen. Zijn vriendin Lize Korpershoek maakte in 2019 de documentaire Mijn seks is stuk, over haar verminderde zin in seks tijdens een lange relatie. Hofman vond dat allemaal geen probleem. Sterker nog: hij liet zich voor de film interviewen over de situatie.

‘Ik wil graag seks, ja. Liefst met jou,’ aldus Hofman, terwijl hij met Lize in bed ligt. Wat is het ergste dat ze over mij kunnen zeggen, antwoordde hij destijds als hem om een reactie werd gevraagd. Dat ik het weinig doe met m’n vriendin? Tegen Volkskrant Magazine: ‘Dan ga je toch lekker thuis zitten lachen om mijn seksleven. Mag.’

Tim Hofman

Van zichzelf winnen

Toch is het ook raar om Hofman niet te interviewen. In het afgelopen decennium groeide hij van jonge BNN-presentator uit tot een icoon van activistisch media maken, en tot misschien wel de bekendste presentator van dit land – in elk geval onder jongeren. Met zijn YouTube-programma BOOS zit hij geregeld rond de miljoen kijkers, soms ver daarboven. Over mijn lijk, dat Hofman sinds 2020 presenteert, zit tussen de miljoen en anderhalf miljoen – gewoon op de lineaire NPO.

Pak de macht, Hofmans nieuwste programma, zit momenteel rond de 400.000 – maar dit is pas het eerste seizoen. Hofman heeft 450.000 volgers op Instagram en een kleine 200.000 op Twitter. Hij won drie Gouden Televizierringen op het laatste Televizier Gala.

Hij weet het nog goed, zegt Hofman, het moment dat hij doorkreeg dat je met televisie maken iets kunt veranderen. ‘Ik was zanger van een bandje,’ vertelt hij. ‘Niet een supergoed bandje.’ Maar waar het bandje – of vooral frontman Hofman – wél goed in was, waren de verhalen tussen de nummers door. Hofman probeerde altijd uit alle macht het publiek mee te krijgen – met grappen, anekdotes, dat werk. Die ene minuut tussen de nummers door was zijn kans om te kijken hoeveel invloed hij vanavond weer kon uitoefenen op de mensen in de zaal – het werd een soort spelletje dat hij steeds van zichzelf wilde winnen.

Hofman zou het vreselijk vinden, zo’n ombudsman-titel. Hij noemt zichzelf consequent ‘een handige mediamaker’.

Zo kwam het dat 3 voor 12 hem vroeg een zomer lang alle festivals in Den Haag te presenteren. ‘Dan moest je dus publiek warm krijgen om half acht ’s avonds of zo,’ vertelt hij. ‘Ga er maar aan staan.’

Op een van die stroeve, vroege avonden verzon Hofman een list. ‘Ik zei tegen het publiek: er hangen hier overal camera’s, jullie zijn op tv! Je had ze eens moeten zien – meteen iedereen los. Toen dacht ik: moet je nagaan als ik wél een camera had gehad.’

Handige mediamaker

Inmiddels heeft Hofman die camera, en richt hij die op de plekken waar het mis zit in de samenleving. Voor BOOS verzamelt hij verhalen van kijkers die zich onheus bejegend voelen; bij Pak de macht onderzoekt hij met een team de misstanden die ze zelf het belichten waard vinden. Dat leidt ertoe dat Hofman zich bezighoudt met wantoestanden in allerlei soorten en maten. Van liegende influencers en immorele huisjesmelkers tot de hypocrisie van Shell en de behandeling van de Oeigoeren – Hofman lijkt zich om vrijwel alles even kwaad te kunnen maken. Waar haalt hij die energie vandaan? En hoe is dat slungelige jongetje dat in 2011 begon bij de BNN University uitgegroeid tot zo’n beetje onze nationale media-ombudsman?

‘Ik herinner me dat ik op de basisschool een bepaalde juf niet meer met “u” wilde aanspreken, nadat ik ruzie met haar had gehad.’

Hofman zou het vreselijk vinden, zo’n ombudsman-titel. Hij noemt zichzelf consequent ‘een handige mediamaker’. En dat morele besef, die behoefte om steeds meer onrecht aan de kaak te stellen, dat is de afgelopen tien jaar flink gegroeid, zegt hij – al zat het er ook al vroeg in. Zijn eerste klus voor BNN was een interview met Mark Rutte. Met Spuiten en slikken kreeg Hofman landelijke aandacht met FC Gay: een speciale uitzending over homo’s binnen de voetbalwereld. In 2014 haalde hij met hetzelfde programma 40.000 handtekeningen op onder de petitie ‘Eén pil te veel maakt geen crimineel’ – een initiatief tegen de strenge aanpak van drugsgebruikers op festivals.

Maar ook daarvoor al, als kind, was hij bovengemiddeld bezig met wat rechtvaardig is. ‘Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik op de basisschool een bepaalde juf niet meer met “u” wilde aanspreken, nadat ik ruzie met haar had gehad,’ vertelt hij. ‘Dan zei ik heel serieus: “Nee, ik noem je nu geen u meer, want ik heb geen respect meer voor je.” Was ik tien of zo.’

Als tiener dacht hij veel na over vrijheid, wat dat voor hem betekende, en voor mensen in het algemeen. ‘Het vaste beeld van hoe je een man moest zijn, bijvoorbeeld, vond ik heel storend,’ vertelt hij. ‘Dat je niet moest zeiken, breed moest zijn en macho – strontvervelend.’

Tim Hofman

Drang om te scoren

Tim Hofman lijkt vervolgens vooral de juiste man op de juiste plaats te zijn gebleken – een jongetje met flink moreel besef en een gezonde dosis lef, in de toverdrank gevallen van online volgers en publieke aandacht. De laatste jaren lijkt met zijn volgers- en kijkersaantallen ook zijn engagement te zijn gegroeid. De onderwerpen die hij aankaart met BOOS evolueerden van bestelde producten die tegenvallen en telefoonproviders die te veel geld vragen tot bijvoorbeeld een documentaire over de euthanasiewens van jongeren die kampen met uitzichtloos psychisch lijden.

En ja, die evolutie heeft ook te maken met zijn eigen ego, zegt Hofman. ‘Het is geen zuiver altruïsme. Ik krijg er geld voor, en egoboosts. Ik krijg alle credits terwijl ik eigenlijk met een heel team werk.’

In zekere zin is het nog altijd dat wedstrijdje met zichzelf; steeds weer die poging het publiek mee te krijgen. ‘Hoe ver kan ik gaan met iets, hoe veel mensen ga ik op de been krijgen.’

En Hofman kwam er al snel achter dat je om mensen op de been te krijgen niet alleen op een podium hoeft te staan: je kan jezelf ook online manifesteren, proberen daar de boel op te schudden. Hij weet nog goed dat hij Twitter voor het eerst downloadde – in 2009 was dat, hij zat destijds in een enorm slechte relatie. ‘Ik voelde me niet gezien, niet gewaardeerd. Ik opende Twitter en dacht: wauw, hier kan ik gehoord worden, reacties uitlokken.’

Het gedrag van de online massa fascineerde hem – naast zelf tweets de wereld in slingeren en kijken hoe daarop werd gereageerd, raakte hij geboeid door wat online aansloeg en wat niet. Het was eigenlijk weer dat persoonlijke wedstrijdje om de aandacht van het publiek – maar nu op het internet.

Best een uitgedachte strategie

Toen hij zich aanmeldde bij BNN University, kreeg hij de tip altijd de krant te lezen. ‘Dat doe ik al,’ zei hij terug. Blijf dat de komende jaren doen, raadde gevestigde mediamakers hem aan, dan leer je de wereld begrijpen. Hofman voegde daar zelf aan toe dat hij ook al die tijd Twitter in de gaten zou moeten houden – zo begrijp je niet alleen de media, maar ook de reacties daarop, de dynamiek eromheen, hoe massale verontwaardiging tot stand komt, wanneer en hoe een buzz ontstaat. ‘Nu lees ik dus al tien jaar Twitter én de krant,’ zegt Hofman. ‘Ik zie kleine activisten met driehonderd volgers online opkomen en een jaar later in NRC staan. Zo’n ontwikkeling vind ik supertof.’

Inmiddels zou hij zichzelf willen omschrijven als een ‘360 graden mediamaker’. Hij zet niet alleen in op (online) programma’s maken, maar ook op sociale media – ál zijn kanalen zijn eigenlijk één pakket. Hij heeft ‘best een uitgedachte strategie’ als het gaat om al die verschillende uitingen, zegt hij. ‘Ik post niet zomaar iets, heb altijd een idee wat waarheen moet.’ Op Twitter deelt hij andere dingen dan op Instagram, en op de Instagram-feed weer andere dingen dan in de stories. ‘Het versterkt elkaar allemaal,’ legt Hofman uit. ‘Ik heb dat algoritme zo langzamerhand in mijn hoofd zitten.’

Op zijn Instagram deelt hij het als er een nieuwe BOOS online staat; op het YouTube-kanaal van BOOS wordt dan weer reclame gemaakt voor Pak de macht. Zo worden de 530.000 abonnees daar gemotiveerd om ook naar de lineaire NPO te kijken – dat is het idee.

Tim Hofman

‘Invulling’ en ‘aanvulling’

En ja, soms krijgt dat algoritme wel eens de overhand – wordt scoren te belangrijk. ‘In 2019 zat ik bij de psycholoog. Alles ging heel goed, ik had op werk de ene knaller na de andere, maar ik voelde me echt helemaal kut.’ Het was ‘kick op kick op kick’ in Hofmans wereld – steeds meer kijkers, steeds meer slagkracht, nationale aandacht, Kamervragen. ‘Ik raakte er verslaafd aan. Als er dan eens twee weken geen rel ontstond, voelde ik me leeg en verveeld. Had ik zoiets van: waar doe ik het voor.’

Het was ‘diep vallen’, die periode, maar Hofman leerde er wel van wat echt belangrijk voor hem is. Dat hij zich slecht voelde, kwam omdat de wereld om zijn werk heen ‘een beetje wankelde’: hij zat niet lekker in zijn vel, zijn privéleven liep niet optimaal. ‘Zodra ik me dan begon te vervelen op het werk, zag ik dat er niet genoeg over was.’ Dus kwam hij uit op de vraag: waar heb ik nou het meest behoefte aan? ‘Omarmd worden door geliefden, met vrienden zijn, goed in m’n vel zitten, daar gaat het om.’

Hofman dwingt zichzelf altijd het verschil in te zien tussen ‘invulling’ en ‘aanvulling’. De invulling van zijn leven moet bestaan uit ‘essentiële, fundamentele dingen’, zegt Hofman. Zorgen voor de mensen van wie je houdt en dingen maken waarin je gelooft. ‘Met wie ik huil en met wie ik high five, daar gaat het om.’ Aanvulling, dat is alles daaromheen – aandacht, complimenten, kicks. ‘Zodra dat de overhand neemt en ik het daarvoor ga doen, moet ik bij mezelf te rade gaan en iets veranderen,’ zegt Hofman.

Meteen daarna kijkt hij verstoord op. ‘Hee, zitten we nou toch over mij te lullen?’

Steeds weer een nieuwe grens

Met zijn opmerking over het algoritme in zijn hoofd gaf Hofman onbewust antwoord op mijn belangrijkste vraag: waar komt zijn eindeloze drive vandaan? De energie om je elke week weer over iets anders ontzettend op te winden? Je zou kunnen denken: geldingsdrang. Of: een messiascomplex. Maar vermoedelijk is het eerder een combinatie tussen die twee, en ligt Hofmans motivatie ergens op het kruispunt tussen zijn morele besef en zijn drang om te scoren. Ergens tussen dat jongetje dat geen ‘u’ meer wil zeggen tegen een juf en die frontman van een ‘niet heel goed bandje’. Ergens tussen de scholier die zich afvroeg waarom hij als man per se macho zou moeten zijn en de jongeman die zich niet gehoord voelt binnen zijn relatie, maar wél op Twitter.

Een algoritme werkt zo dat wat scoort, beloond wordt: op Twitter worden tweets met veel likes aan meer mensen getoond; kijk je op TikTok lang naar een bepaald filmpje, dan zal de app je vaker dat soort filmpjes laten zien. Bij Hofman stuwen de twee pijlers die zijn persoonlijke algoritme vormen elkaar constant omhoog, zo lijkt het: nog meer scoren betekent nog meer moreel besef, en vice versa. Met zijn alsmaar toenemende aantal volgers en kijkers én de aldoor groeiende maatschappelijke impact van zijn programma’s in de rug, zoekt Hofman steeds weer een nieuwe grens op.

‘Kijk,’ zegt hij, ‘bij BOOS krijgen we constant mails van kijkers over dingen die ze frustrerend vinden.’ Zo werkt het programma: kijkers sturen kwesties in, en Hofman probeert die vervolgens op te lossen. Of in de kenmerkende BOOS-taal: hij probeert boze mensen onboos te maken. ‘Dan kan je per aflevering zo’n probleem aanpakken, of je kan op een gegeven moment gaan kijken wat nou de onderliggende structuren zijn die steeds weer diezelfde soort problemen veroorzaken.’ De grote lijnen doortrekken, noemt hij dat – via het YouTube-kanaal naar zijn nieuwe Pak de macht.

Tim Hofman

Geld versus moraal

Uiteindelijk komt het doorgaans uit op ‘geld versus moraal’, heeft hij gemerkt. En het doel is altijd: meer vrijheid verschaffen aan meer mensen. ‘Als kijkers aankaarten dat influencers dingen doen die moreel niet oké zijn, maken we daar een aflevering over,’ zegt Hofman. ‘Maar ik vind het ook heel overdreven als we gaan zeiken omdat een influencer rookt op een foto.’

Het gaat hem erom zaken die oneerlijk zijn aan het licht te brengen, en ondertussen bepaalde gedragscodes te normaliseren die zorgen voor meer vrijheid. ‘Wij spreken in BOOS bijvoorbeeld standaard van hij/zij/die. Maken we geen punt van, maar we doen het wel consequent.’ Een project als de euthanasie-documentaire heeft het BOOS-team in hun eigen vrije tijd gemaakt, vertelt hij. ‘We gingen er vanuit dat het niets zou doen, maar we vonden het onderwerp gewoon heel belangrijk.’

Het klinkt vast heel pretentieus, zegt Hofman, maar hij ziet het als een soort verplichting, dat constant scherp houden van de macht, een stem geven aan mensen die anders niet gehoord worden. ‘Ik heb een miljoen kijkers op elke BOOS-aflevering, een half miljoen volgers op mijn sociale-mediakanalen. Dan kan ik toch niet stilzitten?’

Hij is een publiek figuur, een witte heteroman met een baan bij de nationale omroep. ‘Daardoor kan ik bepaalde dingen aankaarten die anders niet aangekaart zouden worden.’

Hofman vindt het ook ‘helemaal prima’ als mensen als Marcel van Roosmalen hem een messiascomplex toedichten.

Hofman is gefascineerd door macht en tegenmacht, zegt hij. ‘Ik zit nu op een machtige plek en wil van daaruit de tegenmacht aan het woord laten.’ Daardoor gaat wat hij maakt eigenlijk nooit over hemzelf, want hij zit in die ‘bevoorrechte positie’. En vandaar dus ook dat hij eigenlijk niet meer over zichzelf wil lullen.

Dat ‘de rechterflank op Twitter’ hem door die houding ‘een vieze deuger’ vindt, boeit Hofman niet zo. ‘Deugen is echt een vies woord geworden. Waarom? Ik schaam me er niet voor dat ik wil deugen.’

Hij vindt het ook ‘helemaal prima’ als mensen als Marcel van Roosmalen hem een messiascomplex toedichten. ‘Dat snap ik eigenlijk wel. Soms lees ik tweets van mezelf terug en denk ik: doe even rustig. Zit ik me weer enorm op te winden. Dit is er aan de hand! Politiek, wordt wakker! Mensen, kom in opstand! Dan denk ik later: man, wat zit je nou te neuzelen.’

Sociale-media-Robin Hood

Hofman heeft zichzelf wel in een aparte positie gemanoeuvreerd de laatste jaren. Enerzijds wil hij alleen maar anti-establishmentprogramma’s maken, anderzijds is hij ontegenzeglijk zelf establishment geworden. De laatste tijd wordt hij steeds vaker gepersifleerd, door de TV-Kantine van RTL, bijvoorbeeld, waar Hofman eerder dit jaar gereduceerd werd tot een slungelige hipster die om de zoveel tijd lukraak ‘Wat de fok?!’ roept. En onlangs ook door TikTok-sensatie Pieter van der Ley (zo’n 230.000 volgers). Hij speelde Hofman treffend na als kauwgom kauwende, lichtelijk ongemakkelijke presentator die als een sociale-media-Robin Hood ten strijde trekt voor benadeelde consumenten. ‘Oké, dus jij hebt de CEO een mail gestuurd met blablabla, geen reactie, geen geld terug, niet gelukt. Wauw.’

Ook als het gaat om zijn typetjes is Hofman zowel in trek bij de grote gevestigde omroepen als bij het jonge publiek op Instagram en TikTok. Zelf vindt hij het ‘leuk hoor’, dat soort filmpjes, maar het zijn ‘geen grote dingen’ in zijn bestaan.

‘Bij de eerste keer Lucky TV denk je nog: geinig. Inmiddels zie ik het gewoon als iets wat erbij hoort. Ik werk al tien jaar bij de grootste omroep van Nederland.’ Probeer dan maar eens geen establishment te worden, wil hij maar zeggen. Bij Pak de macht heeft Hofman zijn kenmerkende skinny jeans met gaten verruild voor een serieus pak. Een stap in de richting van volwassenheid? Nee, zegt hij. ‘Stond beter bij het decor.’

Dingen in beweging krijgen

Toen ik mijn ouders vertelde dat ik Tim Hofman interviewde – een zijpad tijdens een gesprek over het verdwijnen van Andere Tijden – keken die me niet-begrijpend aan. ‘Die gast van BOOS,’ probeerde ik. ‘Die vaak misstanden aankaart.’ Nog steeds die lege blikken. ‘Zo’n blonde jongen,’ ging ik door. ‘Met heel veel tattoos?’

‘Je bedoelt Arie Boomsma?’

Pas toen ik begon over Over mijn lijk ging er ergens een lichtje branden – geloof ik. Een situatie als deze zou met iemand onder de veertig onvoorstelbaar zijn: iedere jonge Nederlander kent Tim Hofman – of hij/zij/die nou wil of niet. Niet heel gek: de onderwerpen die hij aankaart hebben vaak betrekking op een jonge doelgroep – variërend van het Kinderpardon tot het strenge drugsbeleid.

Maar als ik vraag of hij zich bewust opwerpt als woordvoerder van onze generatie, antwoordt hij meteen: absoluut niet. ‘Ik ben geen vertegenwoordiger van de millennials, dat wil ik ook niet zijn. Ik word vaak genoeg gebeld door talkshows, of ik iets vanuit “onze kant” wil komen belichten. Dat doe ik dan nooit.’ Waarom niet? ‘Ten eerste: neem iemand die geen witte heteroman is. Ten tweede: ik spreek niet voor iedereen.’

Ja, Hofman laat wel een generatie spreken, beaamt hij, ‘maar dat is iets heel anders’. Bij BOOS kaart hij problemen aan die kijkers aandragen – en dat zijn doorgaans jongeren. Zo kom je weer terecht in het kip-ei-verhaal van Hofman en zijn volgersschare: doordat hij meer voor jongeren maakt, trekt hij meer jonge kijkers en vergroot hij steeds zijn slagkracht en populariteit online. Zijn interesse in onze generatie komt verder gewoon doordat hij er zelf toe behoort, zegt hij. ‘Logisch.’

Maar ook door zijn observatie dat jongeren in vergelijking met andere leeftijdsgroepen zo slecht georganiseerd zijn. ‘Wij gaan niet meer bij vakbonden of zo.’ Een jong persoon die in de knel zit met zijn huisbaas, zal op dit moment waarschijnlijk eerder Tim Hofman bellen dan een huurdersvereniging.

Maar soms neemt Hofman toch wel een soort onderwijzende rol aan? Bij een initiatief als de Stembus, bijvoorbeeld, riep hij in 2017 alle jongeren met klem op te gaan stemmen, omdat ze dat doorgaans procentueel gezien heel weinig doen. ‘Ik zag toen bij Brexit en Trump dat hele generaties pas na zo’n ramp zeiden: fuck, ik ben niet gaan stemmen. Dat wilde ik hier voorkomen.’

Het hele initiatief was overigens meer een ‘ingeklede truc’ om het stemmen van jongeren überhaupt op de agenda te krijgen, zegt hij. ‘We leefden niet in de veronderstelling dat de opkomst in één keer van 17 procent naar 25 zou gaan, of zo.’ Maar het agenderen van dat soort dingen, daar gaat het Hofman om. ‘Onze generatie zit ingeklemd tussen enorme schulden, allerlei megacrises en een kaalgeslagen neoliberale wereld. We moeten ons er bewust van worden dat we dingen in beweging kunnen krijgen. Anders verandert er niets.’

Waarom zou je dit willen?

Hofman en ik zijn inmiddels ongeveer twee uur in gesprek. Mijn belangrijkste vraag voor dit interview was: waar komt zijn drive vandaan? Nu ik dat eenmaal begrijp, wordt die vraag langzaamaan overstemd door een nieuwe: waarom zou je dit willen? De combinatie van moreel besef en veel volgers zorgt in Hofmans wereld voor het steeds weer aankaarten van steeds serieuzere onderwerpen; steeds meer kijkers, steeds meer slagkracht.

Maar hoe is het om constant het gevoel te hebben dat je dat wat scheef zit recht moet krijgen, en dan ook nog voor een miljoen kijkers of meer? Hofman maakt alleen al met BOOS rond de vijftig afleveringen per jaar; in een programma als Pak de macht zit maanden voorbereiding.

‘Je kan gewoon niet in het weekend elke avond naar de kroeg en dan op maandag iemand interviewen op z’n sterfbed. Dat trek je mentaal niet.’

Hij doet me een beetje denken aan van die overwerkte Zuidas-advocaten, zeg ik: elke dag keihard werken en bizar veel geld verdienen, maar nooit tijd om het uit te geven. ‘Soms heb ik werkweken,’ antwoordt hij, ‘waarop ik op maandag bij een begrafenis van iemand van Over mijn lijk sta, dinsdag namens BOOS ruzie sta te trappen met beveiligers, woensdag in allerlei talkshows zit met een petitie – en dan is de week pas halverwege.’

Dan denkt hij ook wel even: holy shit. ‘Maar ik benader mijn ritme heel bewust de laatste tijd. Ik sport drie keer per week, plan twee avonden in waarop ik alleen ben, zorg dat ik goed slaap, dat ik vrienden zie, dat het goed gaat met Lize. Als ik bezig ben met een programma drink ik twee of drie maanden helemaal niet. Anders kan ik moe en depressief worden.’

Klinkt eigenlijk gewoon heel spartaans. Hofman: ‘Je kan gewoon niet in het weekend elke avond naar de kroeg en dan op maandag iemand interviewen op z’n sterfbed. Dat trek je mentaal niet.’

Geen losse flodders meer

En Hofman is voorlopig ook nog lang niet klaar. Hij wil het ‘BOOS-instituut’ uitbreiden, de komende jaren, zegt hij. Nog meer slagkracht creëren. Met het team zijn ze ‘actief bezig’ een nieuwe norm te bepalen over de relatie tussen journalistiek en machthebbers.

‘Weet jij hoe de CEO van Tata Steel eruitziet? Ik ook niet. Ik wil dat weten. Ik wil geen genoegen meer nemen met een woordvoerder. Ik wil de grote bedrijven en het grote geld ter verantwoording roepen. Daar radicaler in zijn.’

Hij wil ‘geen losse flodders meer schieten’, zegt hij. ‘Een miljoen kijkers op een kleine ondernemer afsturen – dat kon in het begin van BOOS nog, maar dat kan nu echt niet meer.’

Hij is benieuwd waar het YouTube-kanaal over vijf jaar staat, zegt hij. ‘Of het dan nog BOOS heet.’ Hij wil Over mijn lijk blijven maken, en verder gaan met Pak de macht in een coronavrije wereld. ‘Dat er wel gewoon 250 man publiek in de zaal zit, en ik fysiek naar de baas van Shell toe kan gaan.’ Hij wil zijn programma’s meer gevestigd krijgen, en nog meer verantwoordelijkheid nemen – dat is zo’n beetje het plan, zegt hij. ‘Zo, was dat hem?’