Mijn man woont inmiddels langer in Nederland dan in Suriname, zijn geboorteland. De eerste vierentwintig jaar van zijn leven waren Surinaams, en dat heeft ervoor gezorgd dat hij een heel reëel beeld heeft van het land in de tropen. Hij verheerlijkt het niet, en ook is er geen sprake van ressentiment of minachting. Het voordeel, vindt hij zelf, is dat hij opgroeide op een plek waar kleur niet de uitzondering was maar de regel. De president was gekleurd, de rechters, de bankdirecteur en de parlementariërs. Ja, en ook de vuilnismannen.

Ik geloof dat het met die vuilnismannen ook in Nederland wel snor zit qua diversiteit, maar in de hogere echelons, van wetenschap tot rechtspraak en politiek, is de bruine of zwarte mens de eenling. Dat moet iets met je doen, zeker als je niet hier geboren bent en geen tastbare herinneringen bewaart aan Suriname. Je ouders hebben Suriname achter zich gelaten, dit is jouw land, maar de kans is klein dat je een gekleurde hoogleraar treft, of in het...