Daar was ze dan, kordaat en rechtlijnig, geen tijd voor ongein. Vastberaden kwam Marjolein Faber op de pers afgestapt. ‘Góédenavond’, sprak ze dinsdag in een bosje microfoons, waarna ze in een monoloog van exact één minuut ontstak. De kern: ja, ze begreep de commotie rond haar ‘eerdere uitspraken’. Maar nee, daar wilde ze het nu verder niet meer over hebben. De uitspraken in kwestie had ze immers gedaan in de rol van oppositieleider, en inmiddels was er sprake van ‘een nieuwe werkelijkheid: voor u staat een kandidaat-minister.’
Exit oppositieleider Faber; enter beoogd minister van Asiel en Migratie Faber. Maar die eerste was natuurlijk niet in het niets opgelost, redeneerden de aanwezige journalisten. Nam de kandidaat-minister de controversiële woorden van haar vorige incarnatie terug? Haar expliciete omarming van de extreemrechtse omvolkingstheorie, bijvoorbeeld? Faber sloot haar ogen, haar hoofd ging ongedurig heen en weer (ze moest dóór, zagen die slakken dat dan niet, dóór, met gestrekt been de toekomst in). ‘Ik ben iemand die vóóruitkijkt,’ zei ze. ‘Ik ga niet uitspraken die ik in het verleden heb gedaan recenseren.’
Recenseren is uit de mode. Dat lijkt althans de nieuwste trend onder de politici die aan de wieg staan van kabinet-Schoof I. Helemaal nieuw is het niet – NRC-columnist Floor Rusman stipte vrijdag al aan dat het werkwoord eerder werd gebezigd door Mark Rutte. In 2020 stelde voormalig hoogleraar Groninger Taal en Cultuur Siemon Reker inderdaad een lijstje samen van citaten waarin de (toen nog niet demissionair) premier onder meer debatten, collega’s en organisaties niet wenste te ‘recenseren’, waarmee hij dan simpelweg bedoelde: ik ga me over deze kwestie niet uitlaten.
Toch is het woord me zelden zo opgevallen als in de afgelopen dagen, toen het in korte tijd zijn opmars maakte in het vocabulaire van de formerende partijen. Zo wilde kandidaat-PVV-minister Reinette Klever de opinies van Vlaams Belang-kopstuk Filip Dewinter niet recenseren (hoewel hij bij haar omroep ruim baan kreeg om, daar heb je ‘m weer, omvolkingstheorieën te bespreken), wilde kandidaat-NSC-minister Caspar Veldkamp de opinies van Klever niet recenseren en wilde NSC-leider Pieter Omtzigt de opinies van… tja, de gehele PVV niet recenseren. Hier moest haast wel sprake zijn van een mediastrategie. Alsof er een memo was rondgegaan: ‘Krijg je moeilijke vragen over uitspraken die jij of collega’s in het verleden hebben gedaan? Geen nood: recenseren behoort niet tot je takenpakket.’
Want dat klopt natuurlijk. Een politicus is geen recensent. En wanneer je ieder verzoek tot zelfreflectie, iedere uitnodiging tot kleur bekennen zo herformuleert dat het klinkt als een taak die niet bij je functie past, kun je ongewenste vragen makkelijk ontwijken. Stilstaan bij het verleden om gedane zaken te recenseren? Sterretjes plakken op een uitspraak uit 2020? Belachelijk. Triviaal. Vóóruit, wij denken vóóruit!
Recenseren is een vak apart. Een vak dat oefening vergt, en een klein beetje aanleg misschien.
Tot zover de cynische verklaring. Laat ik hier, puur en alleen omdat cynisme ook zo cynisch wordt, nog een alternatieve verklaring opperen: deze politici erkennen dat recenseren een vak apart is. Een vak dat oefening vergt, en een klein beetje aanleg misschien. Pure gêne en gelatenheid: politici die weigeren te recenseren, omdat ze niet weten hoe het moet.
Nu valt daar gelukkig iets aan te doen. Hier, waarom ook niet: een spoedcursus recenseren, in drie verschillende stijlen, met Fabers persmomentje als casus.
recensietype 1: de overwogen theaterrecensie
1. Open met een sprekende scène uit het te recenseren verhaal.
2. Geef enige achtergrond: wat recenseer je precies? Wie heeft dit verhaal gemaakt?
3. Benoem wat de sterke en zwakke punten van het verhaal (licht toe!).
4. Herhaal kort de kern om tot je eindoordeel te komen.
Voorbeeld: ‘In grijs colbertje stond ze daar, tegenover een groep nieuwsgierige journalisten. Al dagen wilden zij weten of kandidaat-minister Marjolein Faber nog steeds achter haar gevaarlijke uitspraken over de omvolkingstheorie stond. Maar Faber zou ze niet geven wat ze wilden: zij was enkel gekomen om een ingestudeerd riedeltje af te steken, nietszeggend en kleurloos ondanks haar montere houding, en dan weer te vertrekken. Wat een veelzeggend interview had kunnen worden, bleef een leeg persmoment.’ – 1 ster
recensietype: de gesponserde bol.com-recensie
1. Zeg precies wat er van bovenaf van je wordt verlangd (schuw de hyperbool niet!).
2. Laat je flink betalen.
Voorbeeld: ‘Fantastische vrouw. Er is niemand die zo hard vóóruit-, vóóruitkijkt als Faber; niemand die met zo veel klasse grijze colbertjes draagt; niemand die zo hard in omvolkingstheorieën blijft geloven zonder het uit te spreken. Faber: powervrouw. Jij gaat het maken.’ – 5 sterren
recensietype 3: de boze yelp-recensie
1. Spui je gal. Geneer je niet: alles moet kapot.
Voorbeeld: ‘Bah.’ – 1 ster
Zo eenvoudig kan het zijn. Laatste tip voor recensieschuwe formatiepartijen: met name uitspraken van PVV-Kamerleden schijnen wat eng te zijn om te recenseren. Probeer het daarom eerst eens met een uitspraak van een VVD’er – Yeşilgöz’ ‘nareis-op-nareis’-debacle leent zich uitermate goed als oefenmateriaal. Zet ‘m op, en onthoud: oefening baart kunst.
VRIJ NEDERLAND VERNIEUWT
Er gaat veel veranderen bij Vrij Nederland. Zo gaan we de redactie uitbreiden, de website en het blad opnieuw vormgeven en ons meer richten op onze oorspronkelijke missie. Benieuwd? Lees hier meer!