Omdat een heel jaar wachten op de nieuwe Detective & Thrillergids voor liefhebbers de echte crime is, hierbij alvast zes uitvoerige recensies van nieuwe spannende boeken. Denk aan de duistere kunstgrepen van grootmeesters als Stephen King en Colson Whitehead, maar ook aan het steek- en wurgwerk van opkomende talenten als Adeline Dieudonné en Elyse Friedman.

D&T-BRIEF

Wil je het hele jaar door op de hoogte blijven van alle ins & outs van het spannende boek? Schrijf je dan in voor onze maandelijkse Detective & Thrillerbrief.

stephen king, Holly

Amerikaans (Holly, 2023), Boekerij, € 24,99

Er schijnen in de Verenigde Staten vurige Stephen King-fans te zijn die hebben gezworen nooit meer een boek van hem te lezen. In hun ogen is King verworden tot een woke anti-Trumper die in het coronavirus gelooft, de Capitoolrellen veroordeelt en niet domweg van mening is dat de overwinning van hun Grote Leider hem ontstolen is.

Door de ogen van hoofdpersoon Holly, detective en fervent draagster van mondkapjes en plastic handschoenen, toont hij zijn afkeer van de Trump-aanhangers. Haar eigen moeder, fanatiek antivaxer en Trump-fan, wordt tijdens een betoging tegen mondkapjes besmet en sterft binnen twee weken in het ziekenhuis aan Covid. Terwijl Holly via Zoom naar haar eenzame begrafenis zit te kijken, wordt ze gebeld door Penny Dahl, moeder van een verdwenen dochter. Nadat ze de volgende dag op haar kantoor KeepersFinders de twee keer gevaccineerde Penny, voorzien van mondkapje N95, met een elleboogstoot heeft begroet, luistert ze naar het verhaal van de vermissing en neemt ze de zaak aan.

We mogen meten walgen van de rauwe lever in een gestolde plas bloed.

Dus nu kunnen we gaan zien wat King in petto heeft met dit eerste boek waarin Holly Gibney de hoofdrol speelt. Sinds 2014 kwam zij zijdelings voor in de Bill Hodges-trilogie, als een lichtelijk autistische vrouw die met name bovennatuurlijke schurken onschadelijk maakte.
In dit hele boek gebeurt echter niets bovennatuurlijks. Ook horror, het handelsmerk van King, komen we nauwelijks tegen. Wel mogen we meteen walgen van de rauwe lever in een gestolde plas bloed die het eerste ontvoerde slachtoffer gedwongen wordt om op te eten, en zo zijn er nog wat momenten dat kokhalzen en een beetje griezelen de prijs dreigt te worden om verder te kunnen lezen, maar King beschrijft het ook weer allemaal zo gezellig en natuurlijk dat het behoorlijk snel went. Zelfs de moordenaars, een keurig gepensioneerd echtpaar hoogleraren, roepen maar af en toe stevige weerzin op.

Anders dan Holly kennen wij lezers die moordenaars vanaf het begin, en ook hun motief wordt vrij snel duidelijk. De spanning bestaat voornamelijk uit de vraag of Holly ontdekt wie er achter de verdwijning van Bonnie zit, of ze erachter komt dat Bonnie niet het enige slachtoffer is en uit de onzekerheid of de daders zullen worden opgespoord en gepakt.

Er zijn vast lezers die er zo geen bal aan vinden. Maar naast het feit dat het boek een bijzonder aardig beeld geeft van corona onder Trump, is het geweldig geschreven en bijzonder moeilijk neer te leggen, ondanks alles wat we bij voorbaat al weten. Bovendien komt King met een detective van de soort waarop we dol zijn in Europa: een licht autistische vrouwelijke speurder, à la de hoofdpersonen van The Killing en The Bridge. Alsof King wilde laten zien dat hij ook die kant van het genre perfect beheerst. En dat doet hij.

Barbara van IJzeren

adeline dieudonné, blijf

Belgisch (Reste, 2023), Atlas Contact, € 22,99

‘M. ligt hier naast me. Hij is dood.’ Eén thriller-basiselement is in de eerste zinnen meteen aanwezig: het lijk. De eventuele moordenaar doet dan weer minder ter zake. Origineel aan de opzet van Blijf is dat het verhaal draait om de verhouding tussen iemand die plotseling uit het leven is weggerukt en degene die het lichaam vindt. Verhouding in twee betekenissen van het woord. De ik-verteller had een langdurige buitenechtelijke liefdesrelatie met deze M. De vraag naar het hoe en waarom van zijn dood wordt overvleugeld door de spanning omtrent de onafwendbare openbaring van dit geheim. In haar gedachten wendt de illegale geliefde van de dode zich tot zijn echtgenote. Met haar voelt zij zich, via hun gedeelde liefde voor M., het intiemst verbonden. Een vrouw die zij niet kent, en die even onwetend is over het vreemdgaan van haar man als over het feit dat hij nu levenloos in een vakantiehuis naast zijn minnares ligt. Op die afgezonderde plek moet de minnares zich – vooralsnog in haar eentje – verhouden tot het lichamelijke overblijfsel van de man die haar acht jaar lang gelukkig heeft gemaakt, en van wie zij elk onderdeel liefheeft.

Een liefdesdaad ontpopt zich tot het échte misdrijf van deze psychologische thriller.

Indrukwekkend aan dit derde spannende boek van Dieudonné is hoe het de lezer bewust maakt van de onmogelijke positie waarin een geheime minnaar/minnares verkeert als er iets ernstigs gebeurt met de getrouwde geliefde. Vanwege het vooruitzicht dat naasten die officieel meer recht hebben op de dode hem van haar zullen afnemen, weigert de hoofdpersoon van Blijf zijn lichaam uit handen te geven. Een liefdesdaad die zich ontpopt tot het échte misdrijf van deze psychologische thriller, en die navoelbaar wordt door de terugblikken op de clandestiene romantiek van een grootse, conflictloze affaire. En op de existentiële betekenis hiervan voor een vrouw van een jaar of veertig die juist dankzij het niet kunnen versmelten met deze bezette partner voor het eerst haar autonomie en eigenwaarde vond. Een ander thema is de beperkte manier waarop we in het Westen om een dode rouwen, en het gebrek aan rituelen die we daarvoor hebben. Er moet een heksachtig personage aan te pas komen om de ik-verteller daar alternatieven voor te geven.

Net als Het echte leven, het overrompelende debuut van de Waalse schrijfster dat in 2020 werd uitgeroepen tot de VN-Thriller van het jaar, bevat Blijf veel binnenwereld. Opnieuw verglijden angstfantasieën die geworteld zijn in een sinistere realiteit zo nu en dan in horror. De grens naar het occulte wordt in deze roman lichtjes overschreden, maar qua gruwel ligt de nadruk bij het gehannes met een ontbindend lijk. Wat afbreuk doet aan de in aangenaam korte hoofdstukken gegoten, lekker beklemmende vertelling is de briefvorm ervan. Al is de (Franstalige) ik-verteller een docente Frans, haar gedachten en emoties zijn te literair verwoord voor een brief aan een liefdesrivale van iemand in shock, die ook nog eens in halve dronkenschap zegt te schrijven. De ingeving ‘Ik denk dat ik begin met jou deze paar bladzijden te sturen’ betreft geen neergepende velletjes vol rauwe pijn. We zijn dan al ruim vijftig mooi geformuleerde romanpagina’s onderweg.

Marijn van der Jagt

colson whitehead, misdaadmanifest

Amerikaans (Crook Manifesto, 2023), Atlas Contact, € 24,99

Niet voor niets heeft Colson Whitehead al twee Pulitzerprijzen te pakken: hij beweegt zich met grote voortvarendheid door tal van genres en stijlen, waarbij hij net zo trefzeker blijkt te zijn in historische fictie als in horrorverhalen over zombies. De geboren New Yorker heeft jarenlang rondgelopen met het idee voor Harlem Shuffle, zijn een-na-jongste en beste boek. In de tussentijd vergrootte hij zijn vaardigheden, totdat hij er eindelijk klaar voor was om het definitief te schrijven.

De hoofdpersoon in deze briljant vertelde misdaadroman, die speelt in het Harlem van de jaren ’60, was de beminnelijke heler Ray Carney. En in Whiteheads nieuwste boek, Misdaadmanifest, komt Ray weer terug. Inmiddels zijn we beland in de jaren zeventig en is hij al vier jaar lang een eerlijke zakenman. Steeds trotser bewandelt Ray het rechte pad, maar ach, het noodlot heeft het nu eenmaal voorzien op mensen met goede bedoelingen. Zijn tienerdochter wil dolgraag kaartjes hebben voor The Jackson 5. En wat doe je dan, als liefhebbende vader: je klopt voor één keer aan bij een schimmig figuur uit je donkere verleden, want zo iemand kan zelfs aan onbereikbare tickets komen. In ruil daarvoor wordt dan wel een wederdienst geëist. Tja, en dan is het eind zoek.

Hele woonwijken gaan in vlammen op – en achter de schermen wrijven investeerders zich in hun handen.

In het tweede deel van het boek zijn we weer een paar jaar verder en is Carneys meubelzaak het decor van een blaxploitationfilm – in de fraaie traditie van kaskrakers als Blacula en The Incredible 2-Headed Transplant. Daarbij bewandelt de geharde krachtpatser Pepper een pad dat precies tegengesteld is aan dat van Ray.

Tot zijn eigen verbazing krijgt deze beroepscrimineel een echte betaalde baan, als beveiliger op de filmset. Al is het allemaal wat onwennig, Pepper hanteert eenzelfde ethische code als de beruchte messentrekker Chink. Die vuistregel heeft het boek aan zijn titel geholpen: ‘Je hebt voor jezelf een hiërarchie van de misdaad, van wat moreel gezien acceptabel is en wat niet, een misdaadmanifest, en degenen die de laagste misdaden begaan, zijn de kakkerlakken. Ongedierte.’

In akte drie gaan alle tot dan toe zo kundig en meeslepend neergezette personages ineens op in een scherpe sociale satire over corruptie en geweld in Harlem. Daarmee wordt deze zwarte wijk in NYC de eigenlijke hoofdpersoon van het boek. Tegelijkertijd krijgt het literaire alter ego van Whitehead de overhand, want het stilistische geweld en de onderkoelde maatschappelijke verontwaardiging overheersen het aanvankelijke misdaadverhaal. Jazeker, er wordt op grote schaal gekonkeld en gefraudeerd. Hele woonwijken gaan in vlammen op, puur uit eigenbelang – en achter de schermen wrijven rijke investeerders zich in hun handen. Saai is het nergens, maar het verhaal stijgt zo hoog op boven de hoofden van mensen als Ray en Pepper, dat ze gaandeweg vrijwel uit het beeld verdwijnen. En dat is echt doodzonde, hoe goed het allemaal ook is geschreven. ‘Pepper had hem gevloerd met de nonchalance van iemand die een papieren zak verfrommelt en in de vuilnisbak gooit.’

Ed van Eeden

Elyse Friedman, De opportunist

Canadees (The Opportunist, 2022), HarperCollins, € 21,99

De plot van De opportunist volgt een beproefd recept en is in andere variaties al honderden keren verteld. Het gaat om een erfkwestie: welke erfgenaam slaagt erin vlak voor diens levenseinde het testament van een steenrijke bejaarde nog snel aan te passen? De Canadese schrijfster Elyse Friedman voegt een gewiekste en volvette variant toe aan het repertoire, dus storend is het inzetten van dit aloude thema zeker niet. Sterker nog: De opportunist is al aangekocht door Netflix en zal ook daar vast hoge ogen gooien. De vele cliffhangers (na elk hoofdstuk!), snedige oneliners, plottwists en het decor van de puissant rijke, maar moreel gecorrumpeerde familie Shropshire zijn geknipt voor een bingewaardige verfilming.

Het lijkt wel of Friedman, jaloers op het succes van de streamingsdiensten, eerst populaire series als The White Lotus en Succession heeft bestudeerd om die formule nauwgezet toe te passen op haar eigen verhaal. Bovendien is de exorbitante leefwijze van miljardairs om van te smullen. Wat zouden we graag net als zij zijn, en vooral ook net zoveel bezitten. En als dat niet kan, dan smullen we ervan dat die miljardairs ondanks al hun luxe net als gewone stervelingen eenzaam en ongelukkig blijken te zijn, of nog liever: kijken we gretig toe hoe the filthy rich dramatisch ten onder gaan.

De vele cliffhangers, oneliners, plottwists en het decor zijn geknipt voor een verfilming.

Friedmans verwerking van de formule: Alana is het zwarte schaap van een steenrijke familie met wie ze al een decennium het contact verbroken heeft. Als de succesvolle zakenman Ed Shropshire het familiekapitaal dreigt te vergeven door op bejaarde leeftijd met zijn veertig jaar jonge verpleegster Kelly in het huwelijksbootje te stappen, komen Alana’s ambitieuze halfbroers en opvolgers Martin en Teddy in actie. Alana wordt door hen ingevlogen met een privéjet en krijgt een ruime vergoeding in het vooruitzicht gesteld als ze erin slaagt op de oude Ed in te praten en de verpleegster te ontmaskeren als een gold digger. Tegen het decor van enorme plezierjachten en cocktails aan het zwembad, vecht de familie een smerige strijd uit. Iedereen houdt zijn kaarten dicht op de borst en in elk oppervlakkig gesprekje is de dreiging van Eds naderende einde voelbaar. Zolang Shropshire Sr. nog niet getrouwd of dood is, is er nog manoeuvreerruimte. Terwijl de familie de generale repetitie voor een kitscherig huwelijksfeest doorloopt, worden moordplannen gesmeed en uitgevoerd. Fijn dat er nog wat overtollige damherten afgeschoten moeten worden op de golfbaan.

Van dik hout zaagt men planken, zou je zeggen, maar Friedman verweeft een paar diepere lagen door terug te blikken en van perspectief te wisselen. Het hoofdpersonage Alana en haar onverwerkte trauma’s en levensverhaal geven diepte en de contouren van een macaber wraakmotief worden steeds duidelijker. Ook loopt er een feministische rode draad door het verhaal: alle mannen zijn ploerten en de zelfbewuste vrouw is de held. Wat tot halverwege nog een gezellige erfenisthriller leek, wordt plotseling een serieus verhaal over kwaadaardigheid zonder opsmuk, en bloedwraak. De duistere wending redt het boek van de typering ‘oppervlakkig’. Friedman blijkt haar verhaal, achteraf bezien, zeer uitgekiend te hebben gecomponeerd. Precies volgens de hitformule van Netflix. Bingen maar.

Louike Stassen

terry hayes, het jaar van de sprinkhaan

Australisch, (The Year of the Locust, 2023), A.W. Bruna, € 29,99

Op ongeveer twee derde van de 760 pagina’s is de thrillerkoek op. Tot dan toe lag de waardering ‘briljant’ in het verschiet. Maar vanwege een slecht uitpakkende fusie met sciencefiction blijkt de kwalificatie ‘goed’ toch het maximaal haalbare.

We maken kennis met CIA-agent Ridley Walker, ook wel Kane genoemd. Een van de beste spionnen van de Amerikaanse geheime dienst, in grootte en intelligentie vergelijkbaar met James Bond, Jason Bourne van Robert Ludlum en Ethan Hunt uit Mission Impossible. Met dit verschil dat Walker een vaste partner heeft, de arts Rebecca, en de liefde tussen de twee blijft bestaan. Hoewel hij veel – zijn werk – voor haar moet verbergen. De eerste opdracht die hem wordt toebedeeld, is een informant ontmoeten in het Midden-Oosten. De man kan van alles vertellen over het Leger van de Zuiveren, een terroristische groepering gebouwd op de rokende puinhopen van IS. De missie mislukt volkomen, al komt een gewonde Walker er uiteindelijk levend vanaf. Helden sterven niet, wisten we al van de eerdergenoemde roman- en filmfiguren.

Het kwaad is Roman Kazinski, een Russische sadist met een tatoeage van een sprinkhaan op zijn rug.

Net zoals we er blindelings op kunnen vertrouwen dat het Kwaad wordt gepersonifieerd. In dit geval is het Roman Kazinski, een van oorsprong Russische sadist met een tatoeage van een sprinkhaan op zijn rug. De verhitte strijd tussen Kazinski en Walker is een hoofbestanddeel in dit boek, waarin Hayes aantoont over een vlotte pen te beschikken. Zijn beschrijvingen beklijven. ‘Ondanks wat de leiders van een heel stel landen hadden beweerd, was Islamitische Staat (…) nooit op het slagveld verslagen. (…) Ze was naar alle vier de windstreken verwaaid en de kanker was uitgezaaid.’ Anderzijds moeten we constateren dat de auteur soms erg lang van stof is. Pagina’s lang moet de CIA’er zijn superieur en zijn psycholoog uitleggen wat hij wanneer deed op welke plek. Dat doet geforceerd aan.

Interessant zijn de hoofdstukken over verhullingstechnologie. Walker stapt als waarnemer aan boord van een onderzeeër die bij nadering van de vijand compleet onzichtbaar kan worden gemaakt. Tijdens de testvaart in de buurt van Zuid-Afrika – spoiler alert! – gaat het echter helemaal mis. Dat is ook het moment dat de sciencefiction zijn intrede doet. Als enige van de bijna 170 opvarenden overleeft de spion (natuurlijk). Hij ontwaakt 24 jaar later in een ijskoud, grotendeels van de kaart geveegd New York. De wereldbevolking is gedecimeerd, dreigt zelfs definitief te verdwijnen. Nota bene Rebecca en hun tweeling behoren tot de laatsten der Mohikanen. Toevallig, hè? Walker moet terug in de tijd om het onheil te voorkomen. Stephen King deed dat in 2016 al (en beter) in 22-11-1963, over een tijdreis die de moord op John F. Kennedy moest verijdelen.

De ontknoping is volgens de regels, dus niet verrassend. De actie, de vaart en de dialogen zijn bovengemiddeld. Al met al is het eeuwig zonde dat Hayes heeft gekozen voor deze opzet. Maar dat de productiemaatschappijen in Hollywood in de rij staan om dit te verfilmen, lijkt zeker.

Arno Ruitenbeek

steve cavanagh, moorddeal

Noord-Iers (Kill For Me, Kill For You, 2023), Luitingh-Sijthoff, € 22,99

Steve Cavanagh, van huis uit advocaat, is vooral bekend van zijn ingenieus geplotte rechtbankreeks over advocaat Eddie Flynn, die uitsluitend iemand verdedigt als hij overtuigd is van zijn of haar onschuld. Ditmaal heeft hij een standalone thriller geschreven over twee wraaklustige vrouwen: Amanda en Wendy, die elkaars ergste vijand willen vermoorden. Die plot klinkt misschien bekend. En ja, dat is ook zo. Want bijna 75 jaar geleden, in 1949, verscheen Strangers on a Train, de psychologische thriller van Patricia Highsmith, over twee mannen die voor elkaar een moord plegen – met een huiveringwekkende rol van de labiele psychopaat Tom Ripley. Haar debuut werd ook prachtig verfilmd door Hitchcock.

Dat klinkt alsof Moorddeal nogal voorspelbaar zal zijn, maar Cavanagh wiegt ons heel slim in slaap.

Het boek begint voortvarend. Amanda zit in de New Yorkse metro met een glimmende revolver in de aanslag om de pedofiele griezel om te leggen die haar zesjarige dochter vermoordde en naakt in een afvalcontainer dumpte. Een week later pleegde haar intens verdrietige man zelfmoord. Amanda’s leven is verwoest (geen werk, schulden, pijnstillers). Tot haar grote frustratie loopt de dader vanwege een ijzersterk alibi nog steeds vrij rond. Maar nu is Amanda er klaar mee. Ze heeft zich goed voorbereid; wekenlang is ze naar het bos gereden om op blikjes te oefenen. Maar op het moment suprême herkent de man haar, en roept subiet de politie erbij. Amanda wordt aangeklaagd en moet van de rechter naar een traumapraatgroep.

Ze is thuis ernstig toegetakeld en bivakkeert sindsdien in een hotel waar ze pleinvrees ontwikkelt.

Bij de eerste groepssessie – ‘Heb je iets dat je met ons wilt delen?’ – ontmoet ze Wendy. Ook háár dochter is vermoord en de dader is bij gebrek aan bewijs niet veroordeeld. Wanneer ze na afloop van een met drank overgoten cafébezoek praten over oude speelfilms, komt Strangers on a Train ter sprake. Ze krijgen een lumineus idee: ze ruilen van moord en bezorgen elkaar zo het perfecte alibi. De kersverse vriendinnen huiveren van opwinding en beloven elkaar dat ze niet zullen afhaken. Wendy gaat als eerste aan de slag. Amanda pakt alvast een bijl. En dan loopt alles anders.

Net als we zelfgenoegzaam zitten te bedenken dat we Cavanagh nu wel doorhebben, zet hij het verhaal weer volledig op z’n kop. Hij misleidt ons keer op keer. En dat kan hij als geen ander, weten zijn trouwe fans. Daarbij voert hij zoals gebruikelijk enkele op het eerste gezicht onbeduidend lijkende bijfiguren op. Zoals Ruth, die op pagina 142 een roman van Patricia Highsmith leest. Ze is thuis door een engerd met een mes ernstig toegetakeld en bivakkeert sindsdien met haar man Scott (type lulletje rozenwater) in een hotel waar ze pleinvrees ontwikkelt. Ook haar dader is nog steeds op vrije voeten, al maken de volhardende politiespeurders Farrow en Hernandez jacht op hem én inmiddels op een nieuwe moordenaar. Ondertussen houdt Cavanagh het tempo hoog in zijn korte hoofdstukken en produceert hij cliffhanger na cliffhanger. Dat zijn personages wat vlak zijn, deert ons niet, want de Ierse misdaadauteur heeft een inventieve, ademloos spannende thriller geschreven die Highsmith bijna doet vergeten.

Anne Versloot