Toen van de week reusachtige rumoer in de media ontstond over de onthulling van GeenStijl dat D66 en het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben geprobeerd de documentaire Sigrid Kaag. Van Beiroet tot het Binnenhof op allerlei punten aan te laten passen, gebeurde het tegenovergestelde van wat je zou mogen hopen.

Terwijl zo’n onthulling bedoeld zou moeten zijn om licht te werpen op de onderhandelingen tussen voorlichters en journalisten waarmee sommige producties gepaard gaan en de journalistieke mores die daarbij zouden moeten gelden, leidde de publicatie in de media juist tot het tegenovergestelde: een nog veel grotere stroom aan misvattingen en gemakzuchtige oordelen over het gekonkelfoes in de Hilversumse en Haagse achterkamers, en zelfs de zotte suggestie dat de gehele omroep in handen zou zijn van D66 omdat NPO-bestuurder Shula Rijxman wel eens D66 heeft gestemd en VPRO-directeur Lennart van der Meulen ooit campagneleider van de partij is geweest. Alsof er vanuit de top...