Tijdens het debat over de toeslagenaffaire deze week in de Tweede Kamer liepen de emoties zeldzaam hoog op. Nadat voor de zoveelste keer een belangrijk document afgelopen jaar voor de Kamer en de Commissie-Donner bleek te zijn achtergehouden door ambtenaren van de Dienst Toeslagen, barstte SP-Kamerlid Renske Leijten los: ‘Ook al weten ze dat het onterecht is, ze lieten die ouders creperen onder beslag!’ – gevolgd door een geladen stilte.

Kort daarna was het de beurt aan haar CDA-collega Pieter Omtzigt, die eerder die dag tijdens een ontmoeting met de ouders zijn tranen al nauwelijks kon bedwingen. ‘Ik ben witheet’, sprak hij. ‘Het ministerie weet het al acht maanden. En al die acht maanden zitten die ouders in de ellende, en worden ze het huis uit gezet. En ze wéten het, en het wordt níet aan de commissies meegedeeld. Wat voor werk ben ik aan het doen, voorzitter?’

 Ik geloof niet dat ik ooit zo’n onthutsend verslag heb gelezen van de ellende die cynisch...