‘Inmiddels zijn stap 1 en stap 2 van het onderzoek naar alternatieve locaties afgerond. De uitkomst van stap 2 betreft de verfijning van het zoekgebied uit stap 1: bekijk de uitkomsten van stap 1 en stap 2.’ Ook na vier keer lezen blijft het onduidelijk wat hier precies staat. De uitleg komt van een website van Defensie, die is bedoeld om de ‘bewoners te informeren en hun zorgen weg te nemen’.

Met ‘bewoners’ bedoelt Defensie de krap drieduizend inwoners van Herwijnen. Een dijkdorpje aan de Waal, twaalf kilometer ten oosten van Gorinchem, dat bestaat uit een historische kern van oude, pittoreske dijkwoningen en boerderijen, en een paar kale nieuwbouwwijken die daar vanaf de jaren vijftig omheen zijn gebouwd. Precies 960 meter van die dorpskom vandaan staan Edwin Rijkse en Ruben van der Horst voor een hek bij een met brandnetels overwoekerd stukje land.

‘Dit is de grond die Defensie in 2016 kocht om er een radar neer te zetten,’ begint Rijkse, die meteen van wal steekt met een eindeloze reeks argumenten waarom dat een slecht plan is. ‘Het terrein is te klein, waardoor de radar te dicht bij de weg komt te staan. Sta je straks op deze plek voor het hek, dan is dat vanwege de straling gewoon gevaarlijk,’ legt hij uit. ‘Dat verzinnen wij niet, dat staat in een rapport van Defensie zelf,’ vult kompaan Van der Horst aan. ‘De officiële richtlijn adviseert dat de radar minimaal 1500 meter van de bebouwde kom moet liggen.’

Het duo is de drijvende kracht achter Stichting Niet Nog een Radar in Herwijnen. Ze weten de radar al vier jaar tegen te houden en zijn vast van plan daar nog minimaal een paar jaar aan vast te knopen. ‘Maar de inzet is dat die radar hier helemaal niet komt. De dorpskom ligt gewoon te dichtbij.’

De Omgevingswet

Op 1 januari 2023 wordt in Nederland de Omgevingswet ingevoerd. Honderden regelingen op het gebied van ruimtelijke ordening komen samen in de nieuwe wet, met als belangrijkste verandering dat gemeenten meer beslissingsbevoegdheid krijgen. Individuele burgers worden op die manier afhankelijker van de werking van lokale democratieën. Hoe werkt dat in de praktijk? Onderzoekscollectief Spit onderzoekt casussen waarin burgers aanlopen tegen bureaucratie, economische belangen en een starre bestuursstijl. De resultaten van het onderzoek verschijnen onder meer in Vrij Nederland. Op www.wonendaarmensendan.nl verzamelt Spit verhalen van burgers. Tips? Info@oc-spit.com

Serieus probleem

De kritische Herwijnenaren vormen een serieus probleem voor Defensie. De huidige radar in Nieuw Milligen (twintig kilometer ten westen van Apeldoorn) is verouderd en aan vervanging toe. De reserveonderdelen raken op. ‘En worden niet meer bijgemaakt,’ zegt squadroncommandant Arjan de Graaff. ‘We houden de radar nu nog draaiende, maar als hij morgen kapotgaat, kan ik mijn taak niet goed meer uitvoeren.’

En dat is levensgevaarlijk. Zonder voldoende radardekking kunnen terroristen of vijandige naties onopgemerkt ons luchtruim invliegen. En dat is volgens de squadroncommandant nog niet alles. Hij herinnert zich een vliegtuig met een kapotte hoogtemeter. ‘Die konden we dankzij onze radar veilig naar Schiphol begeleiden.’

Steeds meer onderzoeken laten een mogelijke correlatie zien tussen radarstraling en verschillende levensbedreigende ziekten.

Gelukkig bestaat er voor dit soort projecten van nationaal belang de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Met deze regeling kan Den Haag de beslissingsbevoegdheden overnemen van lagere overheden, en versnelde procedures toepassen. Dat wil niet zeggen dat een RCR automatisch voor versnelling zorgt en het Rijk rücksichtslos zijn wil kan opleggen. Nee, Den Haag zal gewoon rekening moeten houden met belanghebbenden. Om te voorkomen dat die naar de rechter stappen of het Rijk bestoken met bezwaren, en daarmee het project vertragen, moeten Rijk en initiatiefnemer (Defensie) belanghebbenden overtuigen van de noodzaak van het plan.

In dit geval een eenvoudige taak, zou je zeggen. Het gaat hier om de veiligheid van ons land. Maar dat viel tegen, blijkt uit een reconstructie van Onderzoekscollectief Spit voor Vrij Nederland. Het Rijk kreeg het in dit Betuwedorp voor elkaar om zowel de bevolking als de voltallige gemeenteraad tegen zich in het harnas te jagen. Met als gevolg dat de radar in Nieuw Milligen nog altijd niet is vervangen. En het lijkt er niet op dat dit op korte termijn gaat gebeuren. Lees hoe achterkamertjespolitiek, minachting voor het democratisch stelsel en een gesloten bestuurscultuur nodeloos zorgen voor groeiende weerstand bij burgers en het op slot zetten van een project van landsbelang.

Hoge piefen

‘In de buurt van Nieuw Milligen komen vier grote windmolenparken,’ leggen Rijkse en Van der Horst uit. ‘Die kunnen storingen veroorzaken op radarbeelden. Defensie ging op zoek naar een nieuwe locatie, en kwam hier bij ons in Herwijnen uit.’

Danny van Arendonk, een lokale makelaar, stuitte per toeval op een aangekondigde wijziging van het bestemmingsplan en ontdekte dat Defensie een radar in zijn dorp wilde plaatsen. Bij navraag bleken de gemeenteraadsleden van niets te weten. Omdat de makelaar zich zorgen maakte over de gezondheidsrisico’s, diende hij een zogeheten zienswijze in bij de gemeente. Kort daarop kreeg hij een telefoontje van Defensie: of ze op de koffie mochten komen.

‘In vol ornaat kwamen twee hoge piefen langs. Die lieten bouwtekeningen zien en legden uit wat het nationale belang was,’ weet Van der Horst. ‘Ze eindigden het gesprek met de vraag of ze mochten concluderen dat hij zijn bezwaar zou intrekken.’ Dat deed Van Arendonk niet. Dat Defensie zoveel moeite deed om een simpele burger ervan te overtuigen geen gebruik te maken van zijn democratische recht, maakte hem achterdochtig. ‘Wij maakten ons net als Van Arendonk zorgen,’ zegt Van der Horst. Defensie begrijpt dat ‘het dragen van een uniform mogelijk intimiderend is overgekomen, maar dit is wel conform de kledingvoorschriften’ en benadrukt dat deze gesprekken juist waren bedoeld om ‘het vertrouwen te winnen’.

Gestorven aan ALS

De zorgen gaan ver terug voor de Herwijnenaren. De defensieradar zou namelijk niet de eerste in het dorp zijn. Tot 2012 stonden er twee radartorens en Eurocontrol, van de Luchtverkeersleiding; in 2017 bouwde de KNMI er een neerslagradar en op de Waal, de natuurlijke grens van het dorp, vaart druk scheepsverkeer dat intensief gebruikmaakt van radarcommunicatie. De Herwijnenaren vragen zich af of zoveel radarstraling nog wel gezond is.

Om de Herwijnenaren gerust te stellen, organiseerden Defensie en de gemeente een aantal informatieavonden. Daar wisselden bewoners anekdotes uit over het leven onder de oude radar van de Luchtverkeersleiding. Ze herinnerden zich hoe de radio elke elf seconden stoorde, wat te horen was op de cassettebandjes waarop je de Top 40 opnam. En als je met de auto voorbij die radar reed, stotterde de motor. Maar wat hen het meest verontrust, is de spierziekte ALS die in Herwijnen viermaal vaker voorkomt dan elders in Nederland.

‘Twee dorpsgenoten die al in de jaren zeventig vanwege de gezondheidsrisico’s bezwaar maakten tegen de eerste radar, zijn later gestorven aan ALS,’ vertelt Van der Horst.
Defensie beloofde meer openheid en legde het stralingsrapport van de radar ter inzage op het gemeentehuis. De manier waarop dat ging, voedde opnieuw het wantrouwen. ‘We moesten ons mobieltje inleveren, en in de hoek zat een ambtenaar die in de gaten hield of we niet stiekem aantekeningen maakten. Dat was vanwege “militaire veiligheidsbelangen”, want het was geclassificeerde informatie, werd ons verteld. Maar boven het rapport stond “unclassified”,’ schampert Van der Horst.

Uit WOB-documenten blijkt dat ook ambtenaren bij Defensie twijfelen: ‘Is de staatssecretaris gerechtigd de regeling in te zetten? Dat is de hamvraag.’

Tijdens de tweede informatieavond was dat rapport het onderwerp van gesprek. De bewoners zetten vraagtekens bij de onafhankelijkheid ervan – het was immers opgesteld door de radarbouwer zelf. Ook de gehanteerde normering was bron van discussie. In omringende landen is die veel strenger dan in Nederland, weten de bewoners. De aanwezige stralingsspecialist van TNO legde uit dat de veiligheidsnormen niet door medisch specialisten maar door de politiek zijn vastgesteld. Niemand hoefde zich ongerust te maken: de marges zijn ruim. Zo kan radiostraling je lichaam opwarmen, maar dat effect is binnen de gehanteerde norm heel klein. ‘Als ik hier drie rondjes rond de tafel ren, dan denk ik dat ik daar al warmer van word dan van de straling die van de radar afkomt,’ illustreerde hij. Of radarstraling kan leiden tot de spierziekte ALS, kon de expert niet zeggen. ‘Dat is wetenschappelijk niet aan te tonen.’

De bewoners in de zaal reageerden geïrriteerd. Steeds meer onderzoeken laten een mogelijke correlatie zien tussen radarstraling en verschillende levensbedreigende ziekten. Waarom worden die niet meegenomen in de adviezen en normering? Waarom risico lopen en niet net als veel andere EU-landen de normering hoger zetten, in plaats van Herwijnen als testlab gebruiken? De TNO-expert ging daar niet in mee. ‘Jij begrijpt niet hoe wetenschap werkt,’ bitste hij tegen de man die het woord voerde. Als wetenschapper kon hij alleen een negatief advies uitbrengen als wetenschappelijk zou zijn bewezen dat die risico’s bestaan: bij een oorzakelijk verband dus, niet slechts een mogelijk verband. De aanwezige wethouder stelde de zaal gerust. Het was aan de gemeenteraad om te besluiten of de radar er zou komen. ‘En die stemde in het najaar van 2018 unaniem tegen,’ zegt Rijkse.

Defensie had ook bij de raadsleden de gezondheidszorgen niet kunnen wegnemen. En ze vroegen zich af waarom die radar per se in Herwijnen moest komen te staan. Waren er geen andere locaties? ‘De tegenstem werd ook ingegeven door een mail die het ministerie van Economische Zaken een week voor de stemming naar de lokale volksvertegenwoordigers stuurde. Mocht de Gemeenteraad tegenstemmen, schreef het ministerie, dan zou er een Rijkscoördinatiebesluit (RCR) komen en zou de gemeente alle zeggenschap over het project verliezen.’ Dat machtsvertoon schoot totaal in het verkeerde keelgat. ‘Defensie vertelde continu dat ze onze stem serieus zou nemen. Nu voelt het alsof ze dat alleen doet als we stemmen zoals Den Haag goeddunkt,’ verwoordde CDA-raadslid Ad van Krieken zijn ongenoegen destijds tegen Follow the Money.

Alternatieve locaties

Acht maanden later, in juni 2019, voegde toenmalig staatssecretaris van Defensie Barbara Visser (VVD) de daad bij het woord en stuurde een brief naar de Eerste en Tweede Kamer. Er zou een RCR komen. Als reden gaf ze op dat ‘goede landelijke militaire radardekking essentieel is’ voor het uitvoeren van de grondwettelijke taken van Defensie. En aangezien de radar in Nieuw Milligen vanwege de windmolenparken geen optie is, moest die naar Herwijnen.

‘Wij hebben toen het boekje Wat is een RCR? gekocht. En lazen dat we vier weken de tijd hadden om de Tweede Kamer ervan te overtuigen iets van de RCR te vinden. Doet de Kamer niets, dan gaat zo’n RCR automatisch door zonder dat erover hoeft te worden gestemd. Dat is het gemene van deze regeling,’ zegt Van der Horst. (Volgens Defensie wordt de staatsrechtelijke soep niet zo heet gegeten en is de RCR bedoelt om ‘vragen, zorgen en zienswijzen op te halen uit de omgeving’ die dan bijvoorbeeld ‘suggesties kunnen doen voor een beter ontwerp van het radarstation’.)

Samen met de gemeenteraadsleden lukte het de bewoners de aandacht te krijgen van de Tweede Kamer. Er kwam een debat in september 2019. ‘Dat was op het nippertje,’ herinnert Van der Horst zich. ‘Sadet Karabulut (SP) zat in een vertraagde trein. Moest vanaf het station naar het Binnenhof rennen om het dossier, nog net voor het zomerreces, op de agenda te krijgen.’

Inhoudelijk viel het debat tegen. Er werd op de valreep een vervolgdebat aangevraagd waarin, jawel, tot een vervolgdebat werd besloten. De hamvraag of de staatssecretaris mocht doorgaan met de Rijkscoördinatieregeling werd vooruitgeschoven. Er moest vooral meer ‘onderzoek’ – dat woord valt 120 keer – komen. Dat kwam er ook: naar de gezondheidsrisico’s, en naar mogelijke alternatieve locaties, omdat staatssecretaris Visser zich alleen zou kunnen beroepen op het nationaal belang als de radar echt alleen in Herwijnen zou kunnen komen te staan.

‘Maar steeds als er resultaten op tafel kwamen, wisten wij daar gaten in te schieten,’ zegt Rijkse. Dat ging zo door tot de Kamer er in de winter van 2021 genoeg van had en een motie aannam dat de radar niet in Herwijnen mocht komen. In Herwijnen konden voor de tweede keer de champagnekurken van de fles.

Terecht wantrouwen

Toen werd het stil. ‘We werden argwanend. Er kwamen nieuwe verkiezingen. De Kamerleden die wij kenden – en die goed in het dossier zaten – verdwenen van het toneel,’ vertelt Van der Horst. Het wantrouwen bleek terecht toen destijds demissionair staatssecretaris Visser, anderhalf jaar na de motie, besloot dat de radar toch naar Herwijnen zou gaan. De gezondheidsrisico’s waren niet wetenschappelijk aan te tonen, en een alternatieve locatie was er niet. Het kabinet lichtte de Tweede Kamer per brief in dat het de RCR zou doorvoeren en de Kamermotie vanwege het landsbelang niet zou uitvoeren. De nieuwe Tweede Kamer deed niets.

Maar, vroegen de Herwijnenaren zich af: was die RCR zonder stemming van de Tweede Kamer wel rechtsgeldig? Uit WOB-documenten blijkt dat ook ambtenaren bij Defensie twijfelen: ‘Is de staatssecretaris gerechtigd de RCR in te zetten? Dat is de hamvraag,’ mailde een medewerker van de bestuursstaf van Defensie. Uiteindelijk concludeerde Defensie dat de regeling door kon gaan. De Tweede Kamer had er immers over gesproken. Daarmee leek de kous af.

De trage procedures zetten projecten op slot en zorgen er tegelijkertijd voor dat burgers gaandeweg hun vertrouwen in de overheid verliezen.

Maar staatsrechtgeleerden die Spit sprak, zien dat anders. Dat de Kamer hierover heeft gesproken, betekent volgens hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans van de Universiteit Leiden dat er juist geen ‘sprake kan zijn van – stilzwijgende – goedkeuring. Dat de Tweede Kamer “vergeten” is het weer op te pakken, doet daar niets aan af, er is geen groen licht gekomen voor de RCR.’ Voermans’ collega Michiel de Vries van de Radboud Universiteit denkt daar net zo over. ‘Het is nu aan de Tweede Kamer dit te corrigeren, daar ligt de bal.’

Als Spit de fracties benadert die in 2019 op de trom sloegen, blijft het angstvallig stil. Op de simpele vraag wat het huidige standpunt is, volgen antwoorden zoals: ‘dat ligt nog even open’ (ChristenUnie), of ‘we wachten de technische briefing even af’ (CDA). Een technische briefing die er, wegens te weinig animo onder Kamerleden, nooit komt. Over de motie, aangenomen door de vorige motie, wordt niet meer gerept. Die is vervangen door een nieuwe motie van de VVD en de SGP: de radar moet in Herwijnen komen, maar na vijf jaar moet er wel worden geëvalueerd. Ofwel: de RCR gaat gewoon door en de radar gaat naar Herwijnen.

Voor de bühne

‘Toen ik hoorde dat de RCR gewoon doorging, verloor ik toch wel even mijn vertrouwen in de politiek,’ erkent Van der Horst. ‘We hadden zowel de gemeenteraad als de Tweede Kamer met argumenten achter ons gekregen, maar vanwege allerlei belangen waar je je vinger niet achter krijgt, sta je met lege handen. In Nederland lijkt het alsof je toegang hebt tot de macht. Je loopt in Den Haag, je loopt langs Rutte, praat met Tweede Kamerleden. Het lijkt allemaal heel open, maar dat is het niet. Het is allemaal voor de bühne.’

Ondanks de tegenslag zijn de Herwijnenaren niet van plan de handdoek in de ring te gooien. ‘Er staan nog tal van mogelijkheden open. Die zullen we allemaal gebruiken,’ zegt Van der Horst. Hij klikt zijn mobiel aan en toont een screenshot van een lijst met zeventien alternatieve locaties die qua ligging veel geschikter zijn. ‘Met 960 meter afstand van de bebouwde kom bungelt Herwijnen onderaan het lijstje. Bovenaan staat een terrein in Lopik, dat 1600 meter van het dorp ligt.’

Hoe verder de woningen van de radar staan, hoe kleiner de gezondheidsrisico’s. Waarom Defensie dan niet voor Lopik, of een van de beter gesitueerde, andere locaties kiest? Voor Herwijnenaren is het een raadsel. De officiële lezing is dat je het landschap verstoort als je een radar in Lopik plaatst. Maar uit WOB-documenten blijkt een heel ander verhaal. In 2019 schreef Defensie aan staatssecretaris Barbara Visser: ‘Voor elke andere locatie zal de doorlooptijd zeker twee keer zo lang zijn (…) na de reuring rond Herwijnen is nergens medewerking of draagvlak in de omgeving te verwachten. De politieke aandacht heeft hier effectief elk alternatief onmogelijk gemaakt.’

Ook bij Nieuw Milligen blijkt het ministerie zich te hebben vergist in de weerstand van de Herwijnenaren. Defensie had voor de aankoop van de grond overlegd met de gemeente Lingewaal, waar Herwijnen destijds onder viel. Die zag nog geen problemen met de radar, en dus gaf Defensie in 2020 en 2021 een verklaring van geen bezwaar af voor de bouw van twee grote windmolenparken bij Nieuw Milligen, nadat Defensie het stukje grond in het achterland van Herwijnen had gekocht.

‘Het scenario dat de planning van de radar zou botsen met de planning van de windparken was niet in zicht toen gemeente Lingewaal positief stond tegenover de plannen van Defensie,’ geeft het ministerie van Defensie toe in een mail. Deze positieve grondhouding sloeg echter om toen de Rijksoverheid de lokale gemeenschap warm wilde maken voor de toekomstige radar. Toen vervolgens de gemeenteraad unaniem ‘nee’ zei tegen de komst van de radar, zat Economische Zaken met een probleem: ‘verdere vertraging [zou] leiden tot verlies van subsidie voor de windparken.’

Draaiboek ‘hoe het niet moet’

De trage ambtelijke, politieke en bestuursrechtelijke procedures zetten projecten op slot en zorgen er tegelijkertijd voor dat burgers gaandeweg hun vertrouwen in de overheid verliezen. De Omgevingswet die volgend jaar januari wordt ingevoerd, als dat tenminste niet voor de zoveelste keer wordt uitgesteld, moet daar verandering in brengen.

De ideeën daarover stammen al uit het begin van deze eeuw. Door kortere procedures, minder wetgeving en tegelijkertijd het in een eerder stadium betrekken van burgers, moet de nieuwe wet iets doen aan het tweekoppige monster van stroperige procedures en burgers die daardoor hun vertrouwen in de overheid verliezen. Tijdig met de lokale bevolking en bedrijven om tafel zitten en hun wensen en ideeën in een vroeg stadium inventariseren en meenemen in de plannenmakerij zou niet alleen tot betere besluitvorming leiden, maar ook het proces versnellen. Want door de wensen van burgers te verwerken in je plannen, voorkom je dat ze naar de rechter stappen.

De casus van het radarstation in Herwijnen laat zien dat met name op het gebied van open bestuurscultuur nog een wereld te winnen is.

Veel critici betwijfelen of dat met de Omgevingswet zoals die nu op de tekentafel ligt, gaat lukken. Vooral de manier waarop de stem van de burger is ingetekend, roept vraagtekens op. Burgerparticipatie is straks wel verplicht, maar hoe daar invulling aan moet worden gegeven, is aan de betreffende overheid en zal daarom vooral afhankelijk zijn van de bestuurscultuur binnen het gemeentehuis en de kwaliteit van de aldaar aanwezige tegenmachten.

De Rijksoverheid geeft in de casus Herwijnen vooral een draaiboek ‘hoe het niet moet’. De RCR is in het leven geroepen om via wetgeving en kortere procedures de besluitvorming te versnellen. Hoewel tal van studies aantonen dat een transparante bestuurscultuur daarbij helpt, vergaten Defensie en de Tweede Kamer hier de burger serieus te nemen. Ook zijn er vragen over het lerend vermogen in Den Haag: hoewel Defensie aan Vrij Nederland laat weten een ‘kerngroep Herwijnen’ in het leven te roepen om zo ook bewoners te betrekken, weten de bewoners in Herwijnen nog van niks.

In een evaluatie over de RCR van een aantal jaren geleden wijst het onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix al op het belang van een overheid die open en duidelijk communiceert, de deuren van achterkamertjespolitiek dichthoudt en deelbelangen niet tegen elkaar uitspeelt. Doet de overheid dat toch, dan werkt de regeling als olie op het vuur. De casus van het radarstation in Herwijnen laat zien dat met name op het gebied van open bestuurscultuur nog een wereld te winnen is. Zolang daar geen verandering in komt, zal de Omgevingswet weinig soelaas bieden.

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Democratie & Media en het Gieskes Strijbis Fonds.