De PVV-stemmers: dat zijn boze, bange burgers die liefde, aandacht en zorg nodig hebben. Diep in hun hart wilden zij eigenlijk op een heel andere partij stemmen, maar de potloden zweefden in het stemhokje zomaar richting Geert Wilders. Ineens dwaalden gedachten af naar bushaltes die door windmolens werden vervangen en tradities die dankzij woke-gezemel als sneeuw voor de zon verdwenen. Terwijl de kiezers tobden met financiële onzekerheden, orakelde de witte wijn sippende elite vanuit de binnenstad met dedain over de gewone man als racist. Als vanzelf kleurde toen het vakje bij de PVV rood.

Sinds 22 november vorig jaar buitelen verslaggevers, commentatoren en andere – meestal zeer hoogopgeleide – gewone-mankenners over elkaar heen om de verkiezingsuitslag aan het land uit te leggen. Een kwart van de kiezers koos voor de Partij voor de Vrijheid, de anti-immigratiepartij die met de leus ‘Nederlanders weer op 1’ campagne voerde. Die kiezers, echoot het sindsdien door het land,...