Enkele minuten voor het Kamerdebat waar Mark Rutte volstrekt onverwacht zijn vertrek uit de politiek bekendmaakte, beweerde hij nog met een stalen gezicht tegenover een verslaggever van de Telegraaf die in de gang met hem meeliep naar de Kamerzaal dat hij van plan was door te gaan, ondanks de brede motie van wantrouwen die hem boven het hoofd hing: ‘Dat heb ik vrijdag al gezegd. Als het aan mij ligt: absoluut! Maar ik denk er ook rustig over na.’

Het was een kenmerkend moment in Rutte’s politieke loopbaan: het zeldzame gemak waarmee de politieke overlevingskunstenaar een half leugentje uit zijn mouw schudde.

Even later tijdens het debat verklaarde de VVD-leider bijna terloops – zodat menigeen zijn oren niet kon geloven – dat hij niet langer beschikbaar was als lijsttrekker, en de politiek na de komende verkiezingen zou verlaten. De beslissing had hij naar eigen zeggen de ochtend tevoren al genomen. Uit Rutte’s toelichting was op te maken dat de afgelopen dagen het besef...