‘Kijk, hier zie ik wat los zitten.’

Zonder zijn blik van de microscoop  te halen, pakt Thomas Sohilait een pincet. In een soepele beweging grijpt hij een onderdeel van het moederbord van een MacBook onder zijn microscoop, trekt het los en legt het op zijn werkbank. Het zilverkleurige ding is zo groot als een suikerkorrel.

Je moet vaste handen hebben om dit werk te doen, zegt Sohilait. ‘Kwestie van veel oefenen.’

Sohilait zit in zijn reparatiewinkel Captain Mac in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. De kleine werkplaats is gevuld met opengeschroefde Apple-computers; op de werkbank staat een arsenaal aan gespecialiseerde apparatuur. ‘Dit is een voeding,’ zegt Sohilait, ‘dit is een multimeter, en daar heb ik een oscilloscoop.’ Hij gebruikt ze om iets te doen dat volgens Apple onmogelijk is: dode apparaten tot leven wekken.

Er komt een vrouw binnen met een jong kind aan de hand. Een week geleden was haar laptop, ook een MacBook, er plots mee opgehouden. Bij de Apple Store...