Een theorie wil niets liever dan meteen door de praktijk bewezen worden. Er is niet veel mooiers dan een concreet voorbeeld wanneer iets algemeens wordt beweerd. Je wilt boter bij de vis. Je wilt het meteen voor je zien.

Wanneer de Engelse filosoof en econoom Adam Smith in de bijna zeshonderd pagina’s van De theorie van de morele gevoelens beweert dat wij permanent onderhevig zijn aan gemoedsbewegingen en morele gevoelens die suggereren dat iets goed of slecht is, dan is het goed dat we een roman bij de hand hebben waarin dat op elke bladzijde bewezen wordt. Bij het lezen van De rat van Amsterdam van Pieter Waterdrinker knippert het rode licht onafgebroken. De innerlijke rechter staat permanent aan.

Daar heeft Waterdrinker voor gezorgd door hoofdpersoon en verteller Ruben Katz uit te rusten met een behoorlijk bedenkelijk karakter (de titel zegt het al), maar ook met het vermogen om zijn verhaal ‘als volwassen rat’ krachtig en onomwonden onder woorden te brengen. Tenslotte...