‘Mijn dochter en ik slenterden door de stad, door parken, sliepen ’s avonds bij mijn zus in Kampen, bij een vriendin in Enschede of bij mijn nicht in Tilburg,’ zegt Aicheline (54). ‘Ik kon maar geen woning vinden. Intussen probeerde ik een leven op te bouwen in Haarlem. Ik werkte daar als schoonmaakster in een ziekenhuis. Een baan met meer verantwoordelijkheid kon ik niet dragen. Ik had te veel aan mijn hoofd. Een woning is geen luxe, maar een essentiële basis. Het voelde – en het voelt nog steeds – alsof ik faalde. We waren altijd een hecht gezin. Mijn dochter is iemand die van lekker eten houdt, hapjes op tafel, televisie aan, en nu kan ik haar geen maaltje bieden, niet zeggen: kom vanavond maar lekker bij mama eten. Ze heeft geen thuis, voelt geen warmte.’

Intrekken

‘Ik ben programmacoördinator Tijdelijk Wonen binnen de Regenboog Groep, waar ook het project Onder de Pannen onder valt,’ zegt Tamara Kuschel. ‘We zitten in Amsterdam, Haarlem en Amstelland en...