In de vroege ochtend van 7 maart 1996 klom de dertien jaar oude Ji Seong-ho op een goederentrein in de stad Hoeryong in Noord-Korea. Het zwart van de kolen zorgde voor extra camouflage. En hij was niet alleen. Soms zag Seong-ho de ogen en de tanden van andere kolendieven.

Aan de rand van de stad Hoeryong lag kamp 22, een concentratiekamp waar gevangenen steenkool uit de mijnen hakten. Een goederentrein vervoerde de kolen naar een energiecentrale. Militairen bewaakten de treinen, maar ’s nachts was het mogelijk om ongezien op de trein te springen en kolen van de trein te gooien. Zijn moeder en jongere zusje verzamelden de kolen daar, om ze voor voedsel te ruilen op de zwarte markt. Bij de volgende halte zou hij van de trein afspringen. Maar omdat hij dagen niet gegeten had, voelde hij zich zwak. Hij kon zijn ogen niet meer openhouden.

‘Ik weet alles nog,’ zegt Ji Seong-ho, ‘het nummer van de trein, 4031, het geluid van andere treinen die langsreden, alleen die dertig seconden dat ik mijn bewustzijn verloor, ben ik kwijt.’

Ik spreek Ji Seong-ho in de bar van een Ibishotel in de Den Haag, waar hij te gast is bij het Border Sessions festival. Als je van niets weet, valt niets op aan hem. Hij draagt een pak, een das en om zijn pols een groot horloge, die de Koreaanse tijd aangeeft. Hij is hier om te praten over hoe het autoritaire regime van Noord-Korea technologie gebruikt om het volk en de pers te controleren. En ook over manieren om technologie te gebruiken om de mensenrechten te helpen en de vrijheid te vergroten. The Dark Side of Tech, heet zijn onderdeel bij het festival.

Engels spreekt hij niet. Naast hem zit Jiye Seong-Yu. Ze treedt op als persagent en tolk van Ji Seong-ho. Ze groeide op in Auroville, een experimenteel dorp in India waar mensen uit alle landen vreedzaam samenleven. Ze studeerde in Maastricht en werkte als producer voor YG Entertainment, onder andere bekend van het nummer ‘Gangnam Style’. Als strategisch adviseur van de Human Rights Foundation, helpt ze nu Noord-Koreaanse activisten.

Noord-Korea
Ji Seong-ho in Seoul, Zuid-Korea. Foto: Jean Chung/Getty Images
Hongersnood

Nadat hij van de trein was gevallen, werd Seong-ho wakker tussen de rails. Opstaan lukte niet. Zijn linkerbeen zat nog maar met een pees vast. Bloed stroomde uit zijn lichaam. Toen hij zijn been vastgreep, ontdekte hij dat hij ook drie vingers van zijn rechterhand miste. Zijn jongere zusje vond hem. Ze legde een sjaal over hem heen en kon niets anders doen dan trillen van angst.

Uiteindelijk droegen een paar mannen hem naar een ziekenhuis, maar de artsen weigerden hem te opereren. Zelfs als hij de operatie zou overleven was het hopeloos. Een gezond mensenleven was al niks waard, iemand met een handicap was ten dode opgeschreven in Noord-Korea tijdens de grote hongersnood van 1994 tot 1999.

Seong-ho voelt nog steeds hoe de zaag alle botten in zijn lichaam liet trillen.

Die hongersnood was ontstaan toen na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de aanvoer stopte van goedkope kunstmest uit Rusland, waarvan de landbouw in Noord-Korea afhankelijk was. Het voedseldistributiesysteem stortte in elkaar. De Noord-Koreaanse overheid deed of de Koreaanse boeren hun eigen volk konden bevoorraden. Om de schijn op te houden, ging al het voedsel naar Pyongyang en naar het leger. De mensen op het platteland probeerden te overleven op paddenstoelen en berggras. Tussen 1 en 3 miljoen Noord-Koreanen stierven van de honger.

Een schande voor het land

Maar de artsen konden de smeekbedes van Seong-ho’s moeder niet weerstaan en opereerden hem, zonder verdoving en zonder bloedtransfusie. Seong-ho voelt nog steeds hoe de zaag alle botten in zijn lichaam liet trillen. Nog steeds hoort hij het gedruppel van het bloed in een grote pan. Als hij zijn bewustzijn verloor, sloeg de arts hem hard in het gezicht.

Hij was nog een kind en had een groot en naïef vertrouwen in de artsen. Hij dacht dat ze zijn lichaam konden repareren en dat hij na zijn operatie weer zou kunnen lopen, met een kunstbeen. ‘Toen ik wakker werd zag ik een stomp met verband. Toen pas begreep ik echt de ernst van de situatie. Naast de psychologische angsten en pijn van het verliezen van ledematen, begon ik me af te vragen hoe ik moest overleven in een land waar mensen makkelijker stierven dan dieren.’

‘Hoe durf je als gehandicapte de grens over te gaan,’ zeiden de militairen, ‘je bent een schande voor ons land.’

Vrienden zorgden voor hout, en maakten houten krukken voor hem. Zijn vader maakte de krukken op maat. Ji Seong-ho leerde zich voortbewegen en kon weer meehelpen om eten te zoeken. Een keer glipte hij langs de militairen naar China, waar de honden beter aten dan de mensen in Noord-Korea. Het lukte hem om daar een paar kilo rijst mee te nemen. Maar Noord-Koreaanse agenten zagen hem de grens over sluipen. Ze namen alle rijst af en martelden hem drie weken lang. Een andere Noord-Koreaan die op hetzelfde moment aangehouden was, werd lichter gestraft. ‘Hoe durf je als gehandicapte de grens over te gaan,’ zeiden de militairen, ‘je bent een schande voor ons land.’ Lichamelijk en geestelijk gehandicapten kunnen zich beter schuilhouden in Noord-Korea.

Alleen verder

In een tien kilometer brede strook langs de noordgrens met China kun je met een Chinese mobiele telefoon contact maken met het Chinese telefoonnetwerk. Toen Ji Seong-ho in 2006 in dat grensgebied met een gevluchte vriend in Zuid-Korea kon spreken, hoorde hij dat ze mensen met een handicap in China niet sloegen, en dat je er als gehandicapt persoon zelfs kon studeren.

Samen met zijn jongere broer vertrok hij in april 2006 naar de Tumen rivier, die China van Noord-Korea scheidt. Door het vele smeltwater was het water dieper dan verwacht. De stroming trok hem mee. Zwemmen kon hij niet met een been en een hand, maar zijn broer wist hem bij zijn haren te grijpen en trok hem met stokken en al naar de overkant. Ze slopen langs de Chinese militairen. Als ze in China gepakt zouden worden, zouden ze teruggestuurd worden naar Noord-Korea en eindigen in een concentratiekamp.

In de Zuid-Koreaanse ambassade in Bangkok was iedereen stomverbaasd. Nooit eerder hadden ze een gehandicapte vluchteling gezien uit Noord-Korea.

Seong-ho was door zijn handicap kwetsbaarder dan zijn broer en besloot alleen verder te gaan, om de kans te vergroten dat in ieder geval zijn jongere broer in Zuid-Korea aan zou komen om daar geld te verdienen zodat hij hun moeder en zus en vader ook naar Zuid-Korea kon laten komen.

Stomverbaasd

Met hulp van de Chinese Underground Railroad, een netwerk van mensen van hulporganisaties en smokkelaars, begon Seong-ho een 10.000 kilometer lange tocht door de jungle van China. De kans was klein dat hij het zou redden.

Iedere Chinees zag dat hij Noord-Koreaan was, en hij viel ook nog eens op omdat hij gehandicapt was. Uiteindelijk wist hij door de jungle, via Laos en Myanmar, het veilige Thailand te bereiken, het eerste land van waaruit Noord-Koreanen niet teruggestuurd worden naar Noord-Korea.

In de Zuid-Koreaanse ambassade in Bangkok was iedereen stomverbaasd. Nooit eerder hadden ze een gehandicapte vluchteling gezien uit Noord-Korea. Waarschijnlijk niet alleen omdat de tocht zo zwaar is. Een arts die in 2006 uit Noord-Korea vluchtte, vertelde dat gehandicapte baby’s daar meteen na de geboorte gedood werden en snel verbrand. Ook zijn er volgens gevluchte Noord-Koreanen speciale kampen voor mensen met een geestelijke handicap of groeistoornissen, die gesteriliseerd zijn.

Pas in Zuid-Korea zag Seong-ho voor het eerst iemand die leed aan het syndroom van Down. Films of foto’s over deze kampen en hoe mensen met een handicap in Noord-Korea behandeld worden, zijn de grens nog niet overgekomen.

Noord-Korea
Ji Seong-ho laat zijn foto met Donald Trump zien. Foto: Jean Chung/Getty Images
Goed geïntegreerd

In juli 2006 kwam Seong-ho in Zuid-Korea aan. Net als iedere andere Noord-Koreaan eerst in Hanawon, een kamp waar vluchtelingen gedurende drie maanden klaargestoomd worden om in Zuid-Korea te kunnen leven. Noord-Koreanen krijgen er lessen over democratie en mensenrechten. Ze leren er hoe je een geldautomaat moet gebruiken, en gaan op excursies om naar de kapper te gaan en om kleren te kopen, wat komische taferelen oplevert, omdat Noord-Koreanen een voor Zuid-Koreanen curieuze kledingsmaak hebben. Tot zijn grote verbazing kreeg Seong-ho in Zuid-Korea voorrang als persoon met een handicap. De Zuid-Koreaanse overheid zorgde voor een huis en belangrijker nog, een prothese-been en -arm.

Veel Noord-Koreanen vinden het moeilijk om zich aan te passen in Noord-Korea of kampen met depressies, maar Ji Seong-ho is goed geïntegreerd.

Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik geloof in de kracht van menselijke waardigheid en vastberadenheid. Als je moeilijkheden hebt, moet je die overwinnen. Als dat lukt, groei je als persoon. Ik denk dat de grootste handicap die een mens kan hebben niet fysiek, maar mentaal en psychologisch is. Het enige trauma dat ik heb is dat ik niet naar televisieseries of films kan kijken met ziekenhuisscènes met operaties. Ook kan ik er niet tegen als er op tv mensen op straat in elkaar geslagen worden en bloeden.’ 

Mensensmokkel

Ji Seong-ho studeerde in Seoul rechten en stichtte de organisatie Now Action and Unity for Human Rights (NAUH), bestaande uit gevluchte Noord-Koreanen, Zuid-Koreanen en Amerikaanse Koreanen. Hij helpt nu zelf mensen die willen vluchten uit Noord-Korea. Het begon met het helpen van zijn moeder en zusje, die ook ontsnapt waren uit Noord-Korea maar in het mensensmokkelcircuit terecht waren gekomen. Vanwege het vrouwentekort in China verdwijnen veel Noord-Koreaanse vrouwen daar om verkocht te worden aan alleenstaande boeren.

Het lukte Seong-ho om zijn moeder en zus te traceren en ook naar Zuid-Korea te halen. Sindsdien helpt hij bij het opsporen van Noord Koreaanse vrouwen in China. De afgelopen vier jaar hebben ze meer dan honderd Noord-Koreanen uit China gered. Zijn vader kon hij niet redden. Hij probeerde als laatste te ontsnappen, maar werd gepakt bij de grens en doodgemarteld.

de modernste surveillance-apparatuur

Om mensen in Noord-Korea te kunnen helpen, is communicatie noodzakelijk. Allereerst om ze te laten weten dat er hoop is. Ten tweede om de praktische zaken te regelen. Langs de noordgrens met China, waar je de surveillance kunt ontduiken, verbergen zich ‘brokers’, Noord-Koreanen met een gesmokkelde Chinese telefoon, die voor contact met Zuid-Korea kunnen zorgen, en daar veel geld mee verdienen.

Noord-Korea is nu een orwelliaanse surveillancestaat.

Deze ‘brokers’ zijn een belangrijke schakel in de smokkelroute van Noord naar Zuid. Via de brokers worden de afspraken gemaakt en geld geregeld. Seong-ho: ‘Etnisch Koreanen die Chinees staatsburger zijn en in Zuid-Korea werken, hebben een Zuid-Koreaanse bankrekening. Zij kunnen geld uit Zuid-Korea naar China krijgen. Vandaar wordt het naar Noord-Korea gesmokkeld, naar een Noord-Koreaan die het geld kan gebruiken om smokkelaars te betalen die hem of haar via China, Myanmar en Laos in Thailand krijgen. De tussenpersoon houdt 30 procent commissie in. De Zuid–Koreaanse en de Chinese tussenpersoon verdelen het geld.’

Om de ‘brokers’ tegen te gaan, gebruikt de overheid nu de modernste surveillance-apparatuur. In de grensgebieden jagen agenten van ‘Bureau 27’ met zogenaamde IMSI-catchers – apparaten die er voor telefoons uitzien als telefoonantennes. Als een telefoon contact maakt met een IMSI-catcher, is het gesprek af te luisteren en de locatie van de telefoon te traceren. ‘De apparatuur komt uit Duitsland,’ zegt Seong-ho. ‘Vanuit de stad kun je daarom niet langer dan dertig seconden via een Chinese telefoonpaal bellen. In de bergen een half uur.’

De zwarte-marktgeneratie

Noord-Korea is nu een orwelliaanse surveillancestaat. Het beschikt niet alleen over geavanceerde surveillance-apparatuur, het heeft ook een eigen intranet en een eigen telefoonnetwerk, dat continu gemonitord wordt. De telefoons en computers hebben daarnaast zelfs een eigen Koreaans besturingssysteem. RedStar OS ziet eruit als het besturingssysteem van Apple, met programma’s om te schrijven en zelfs om muziek te maken. Maar het bevat ook verborgen programma’s.

In 2015 lieten Duitse onderzoekers zien hoe documenten op een USB-stick een watermerk krijgen als je ze in een Koreaanse computer steekt. Zelfs als je de documenten niet opent. Zo kun je aan documenten die per USB-stick verspreid zijn, zien langs welke computers ze zijn geweest. Zo is het mogelijk om netwerken van ‘subversieve personen’ in kaart te brengen en om te voorkomen dat belastende informatie het land verlaat. Onderzoekers ontdekten opmerkelijk genoeg dat Facebook foto’s op een vergelijkbare manier onzichtbaar oormerkt.

Oppervlakkig gezien lijkt het erop dat Kim Jong-un, met dank aan moderne surveillance- en communicatietechnologie, het land beter dan ooit onder controle heeft.

Maar dit is schijn. Na de hongersnood is Noord-Korea veranderd. ‘De gehoorzame mensen die bleven werken, stierven het eerst. Ze verspilden meer energie en kregen niet te eten. Omdat we geen openlijke kritiek mochten hebben in Noord-Korea, praatten we daar in bedekte termen over. We zeiden dat de herten en de konijnen doodgingen, en de wolven en de vossen het overleefden.’ De mensen die naar de overheid luisterden, zijn een hongerdood gestorven. De mensen die handeldreven op de zwarte markt hebben het overleefd.

USB-sticks vormen een belangrijk wapen om informatie het land in te krijgen.

‘De zwarte-marktgeneratie,’ zo noemt Ji Seong-ho ze, ‘een hele nieuwe generatie heeft nooit de voordelen van het communistische systeem gekend. Ze vertrouwen de zwarte markt meer dan de overheid. Dat verandert de mensen en de samenleving. Ik hoor dat mensen laptops en telefoons van Samsung willen. Er is een grens aan wat de overheid kan controleren.’

Niet alleen wordt de technologie om de bevolking in de gaten te houden steeds beter, ook de hoeveelheid aan informatie die je via een USB-stick naar binnen kunt smokkelen wordt met de dag groter. USB-sticks vormen een belangrijk wapen om informatie het land in te krijgen. De tolk Jiye Seong-yu coördineert het project Flash Drives For Freedom. Ingezamelde USB-sticks worden schoongemaakt en volgezet met films en informatie over de wereld buiten Noord-Korea.

Lees ookIn armere landen zijn mensen niet alleen online om hun leven te verbeteren, ook zij willen porno kijken23 februari 2019

Een andere beproefde andere manier om informatie binnen te smokkelen, is via SD-kaartjes, die ook wel neuskaartjes worden genoemd omdat je ze in je neus kunt verbergen. Om surveillance te ontduiken, gebruiken Noord-Koreanen zogenaamde NoTels, kleine beeldschermpjes waarop je films van USB-sticks en dvd’s kunt bekijken. Noord-Koreanen kijken zo naar Zuid-Koreaanse soaps en Amerikaanse films. De serie Friends schijnt mateloos populair te zijn. En porno natuurlijk.

De zwarte markt van de wereldpolitiek

Gruwelijke verhalen zoals die van Ji Seong-ho of getuigenverslagen uit de verschrikkelijke kampen, komen alleen via de verhalen van vluchtelingen naar buiten. Maar via Google Maps kan iedereen de concentratiekampen zien liggen.

Een rapport uit 2014 van de Verenigde Naties concludeerde dat er in de kampen honderdduizenden mensen gestorven zijn na blootgestaan te zijn aan ‘onuitspreekbare wreedheden’, zoals verkrachtingen, babymoord, marteling en moord. Een panel van voormalig oorlogsmisdaadrechters concludeerde dat Kim Jong-un vervolgd moet worden voor misdaden tegen de menselijkheid. Auschwitz-overlever en rechter Thomas Buergenthal noemde de Noord-Koreaanse kampen in veel opzichten zelfs wreder dan Auschwitz.

Via Google Maps kan iedereen de concentratiekampen zien liggen.

Begin 2018 deed Ji Seong-ho zijn verhaal bij Trumps eerste State of the Union toespraak en stak hij ook daar zijn houten krukken in de lucht. Trump leek onder de indruk. Na afloop vertelde Seong-ho voor de camera’s hoe aardig en meelevend Trump was.

Des te vreemder dat Trump nu weer dikke maatjes lijkt te zijn met Kim Jong-un.

Is Seong-ho niet teleurgesteld in Trump? Voelt hij zich niet gebruikt? Of ziet hij Trump als voorbeeld van iemand die Noord-Koreanen een wolf of een vos noemen, en die zijn weg zoekt op de zwarte markt van de wereldpolitiek?

Ji Seong-ho geeft een lang antwoord aan de tolk Jiye Seong-yu. Maar ik krijg een kort antwoord. ‘Ik wil hier niks over zeggen, anders dan dat mijn organisatie financiële steun krijgt, misschien niet direct van Trump zelf, maar wel van de regering-Trump.’