Onderzoek
Nederland doet te weinig voor mensen met een handicap

Veel landen hebben samen afgesproken om de positie van mensen met een beperking te verbeteren. Dat hebben ze gedaan in het VN-verdrag Handicap. Sinds 2016 geldt dat verdrag ook in Nederland. Maar vijf jaar later lijkt de positie van mensen met een beperking niet beter te zijn.

Auteurs
Anna Deems, Mattijs Smit

7 tot 9 minuten leestijd

‘Au!,’ roept Leo Wessel. Hij krijgt voor de derde keer in nog geen minuut tijd een tak tegen zijn neus. Even verderop stoot hij zich tegen een scheef liggende stoeptegel. De lange Wessel struikelt net niet.

‘Drie jaar geleden heb ik een lijst gemaakt voor de gemeente met te smalle stoepen, scheve tegels, gevaarlijke takken en onhandige struiken. Maar daar hebben ze nooit iets mee gedaan.’

Wessel is bijna blind en loopt al tien jaar met een stok. Dit jaar krijgt hij ook een blindengeleidehond. Maar een wandeling door zijn woonplaats Melissant blijft voor hem een hindernisbaan.

Leo Wessel is bijna blind en loopt al tien jaar met een stok. De foto’s in dit artikel zijn gemaakt door Mattijs Smit.
Geen beleid

In Nederland zijn ruim twee miljoen Nederlanders met een beperking. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die doof zijn of blind. Of mensen die in een rolstoel zitten of een verstandelijke beperking hebben.

De Verenigde Naties (VN) zijn een internationale organisatie waarvan 193 landen lid zijn. Ook Nederland is lid. Via de VN hebben veel landen samen afgesproken om de positie van mensen met een beperking te verbeteren.

In het VN-verdrag Handicap staan afspraken over hoe vervoer, scholing, zorg en werk meer toegankelijk moeten worden voor mensen met een beperking.

Een beperking mag niet de reden zijn dat iemand niet mee kan doen. Maar in Nederland gebeurt dat toch.

De laatste jaren is het zelfs nog erger geworden. Bijvoorbeeld op het gebied van werk, onderwijs en zorg. José Smits deed hier onderzoek naar. ‘Nederland heeft beloofd aan allerlei verplichtingen te voldoen. Maar er is geen beleid om dat voor elkaar te krijgen,’ zegt Smits.

In de animatie hieronder wordt het VN-verdrag Handicap uitgelegd. De animatie is gemaakt door Beike Looijse.

Niet volwaardig

Wat zijn de gevolgen van een gebrek aan toegankelijkheid? Om daar achter te komen, maakten we een lange vragenlijst. Daarop stonden vragen over onderwijs, werk, vervoer, cultuur en toegankelijkheid.

Ruim 250 Nederlanders met verschillende beperkingen vulden de vragenlijst in. 65 procent van hen geeft Nederland een onvoldoende voor het laten meedoen van iemand met een beperking.

Wie in Nederland een beperking heeft, komt dagelijks grote en kleine struikelblokken tegen. Zoals steile trappen in cafés en onleesbare menukaarten in restaurants. Dat levert veel problemen op. Daardoor vermijden veel mensen met een beperking plaatsen waar ze eigenlijk graag zouden komen.

Ook zijn er emotionele problemen. Zoals verdriet als je ergens niet aan mee kan doen. Of boosheid als je niet serieus wordt genomen. ‘We doen nog altijd niet mee,’ vindt een van de mensen die de vragenlijst invulden. ‘Mensen zien ons nog steeds als zielig, niet volwaardig. Zolang je op deze manier naar mensen met beperkingen blijft kijken, blijf je ons als een uitzondering zien.’

Wessel probeert over te steken
Een steeds gevaarlijker missie

‘Waar zitten jullie?’ vraagt Leo Wessel voordat hij zich in zijn stoel laat zakken. ‘Jullie zouden niet de eersten zijn bij wie ik per ongeluk op schoot zou gaan zitten.’ Lachend zet hij zijn witte stok tegen de muur. In zijn eigen huis heeft Wessel die niet nodig. Binnen gaat alles vanzelf. Buiten gaat dat lastiger.

‘Als jij oversteekt, dan kijk je of er een auto aankomt,’ legt Wessel uit. ‘Als ik oversteek, dan luister ik of er een auto aankomt. Maar nu zijn er steeds meer stille elektrische auto’s. Zo wordt oversteken steeds gevaarlijker voor mij.’

Wessel noemt nog veel meer problemen waar de overheid niets aan doet. ‘Het lijkt gewoon helemaal niet belangrijk te zijn. Wij lijken niet belangrijk te zijn,’ zegt hij. ‘In Nederland denken overheden eerst aan geld, dan aan regels en dan nog een keer aan geld. Het wordt tijd dat ze nu eens een keer aan ons gaan denken.’

Toegankelijke publicatie

We hebben geprobeerd dit verhaal in toegankelijke taal te schrijven. Daarbij zijn we geholpen door ervaringsdeskundigen van de LFB. Dat is de landelijke belangenorganisatie dóór en vóór mensen met een verstandelijke beperking. Liever het originele artikel lezen of beluisteren? Dat kan hier.

Boetes

De verschillen tussen Nederland en andere landen zijn groot. In Nederland zijn er geen consequenties als je je niet houdt aan afspraken in het VN-verdrag. Een voorbeeld van een consequentie is een boete.

Frankrijk deelt bijvoorbeeld boetes uit aan winkeliers die geen toegankelijke kassa hebben. En in Italië wordt al jaren geen huis meer gebouwd zonder dat er eerst over toegankelijkheid wordt nagedacht. In Nederland wordt daar niet of nauwelijks over nagedacht.

Onderzoeker José Smits vindt dat een slechte zaak. ‘Er worden hier nog steeds nieuwbouwwoningen gebouwd die niet toegankelijk zijn,’ zegt Smits. ‘Dat is in landen als Engeland of Oostenrijk ondenkbaar. Maar ook in heel Zuid-Europa of Scandinavië. Een drempel tussen een woning en het balkon mag hier niet meer hoger zijn dan twee centimeter. Maar er is niks gezegd over liften, brede toegangsdeuren of ruimere toiletten.’

Verslaggever 1 in een rolstoel

Verslaggever 2 in een rolstoel

Hoge stoepen

Voorzichtig pakt Marijke Smits twee sportief ogende rolstoelen. ‘Probeer zelf maar eens om hier in Best ergens te komen met zo’n ding.’ Zelf gaat ze voorop. Vlak na het verlaten van haar oprit begint het gedonder al. Verslaggever 1 komt de hoge stoeprand bijna niet op. Verslaggever 2 klapt bijna achterover als hij net iets te hard aan het achterwiel trekt.

Voor Smits is het een grote uitdaging om met haar rolstoel door het verkeer te rijden. ‘Het is alsof ik elke dag aan topsport doe,’ zegt Marijke Smits. ‘Buiten moet ik steeds hoge stoepen op en over scheve tegels heen. Als ik een winkel of station binnen ga, wacht er een volgende uitdaging op me. En dan doet Best het op dit gebied nog niet eens zo slecht.’

Voor ons heeft ze de boekwinkel als bestemming uitgezocht. Het personeel is vriendelijk. Tegelijkertijd is het haast onmogelijk om met een rolstoel tussen de gangen door te rijden. ‘Restaurants zijn nóg erger,’ zegt Smits buiten. ‘Hier is bijvoorbeeld niet één restaurant met een rolstoeltoegankelijk toilet. Dat is toch ongelooflijk?’

Marijke Smits in haar rolstoel: ‘Het is alsof ik elke dag aan topsport doe.’
Optimist

Ook in de vragenlijst noemen veel mensen het gebrek aan toegankelijke toiletten. Ook met het openbaar vervoer (OV) hebben veel mensen die onze enquête invulden moeite: 56 procent van hen geeft de toegankelijkheid daarvan een onvoldoende. Reizen met het OV geeft vaak stress.

Dat herkent Marijke Smits. ‘Ik ben een optimist en wil graag kijken naar wat er goed gaat. Er komen meer treinen met een lage instap. En naar rolstoeltoegankelijke toiletten hoef je minder lang te zoeken. Maar de bus blijft bijna altijd en overal een ramp.’

Heel veel gekletst

Jetty Mouw lacht. Maar eigenlijk is het helemaal niet leuk. Zelfs vergaderingen over toegankelijkheid zijn in Nederland niet toegankelijk volgens haar. Ze hoort zelf slecht. En ze zit in verschillende belangenverenigingen. ‘Zelfs daar heb ik drie jaar lang moeten herhalen dat ik een vergadering niet kan volgen zonder doventolk.’

Het valt Mouw op dat mensen vooral veel kletsen over toegankelijkheid. En dat de verschillen tussen gemeenten groot zijn. ‘Je ziet dat de ene gemeente heel ver is, terwijl er in de andere gemeente nog bijna niets is gedaan. Dan denk ik: ja, heel apart.’

Lange adem

Paul Blokhuis is staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hij is politiek verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het VN-verdrag Handicap. ‘We werken aan een proces dat lang kan duren’, zegt hij daarover. Blokhuis ziet dat het beter gaat op het gebied van toegankelijk stemmen, samen spelen en de drempels van winkels en cafés.

Volgens Blokhuis kan het nog een stuk beter. Maar hij vindt ook dat de overheid al veel stappen in de goede richting zet. ‘Ik merk dat nog niet iedereen deze ontwikkelingen ziet.’

Gunst

Illya Soffer is directeur van Ieder(in), de grootste organisatie voor mensen met een beperking. Ze ziet dat de overheid hard heeft gewerkt. En ze zegt ook dat het een grote uitdaging is om het VN-verdrag goed uit te voeren. ‘Het gaat over zorg, onderwijs, arbeid, inkomen, wonen, reizen, seksualiteit – om heel veel verschillende dingen.’

Maar ze is ook kritisch: de overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen. Soffer: ‘Er zijn nu geen goede regels over het verdrag. En er zijn geen duidelijke doelen die je kan meten. Daardoor blijft het een mazzeltje als jouw gemeente ergens iets mee doet. En of je met een beperking dus wel of niet kunt meedoen in de samenleving.’

De rollende politicus Otwin van Dijk
Rollend politicus

Otwin van Dijk is de burgemeester van de gemeente Oude IJssselstreek. Op de parkeerplaats voor het gemeentehuis rolt zijn vrouw hem met rolstoel en al zijn eigen auto uit. Door een gebroken arm voelt hij zich op het moment nog meer beperkt dan normaal.

Volgens Van Dijk is in Nederland geld vaak belangrijker dan mensen. Dat vindt hij ‘dom en beperkt’. Van Dijk: ‘Je zou denken: laten we openbaar vervoer toegankelijk maken voor al die mensen met een beperking. Nu laten we aangepaste busjes achter niet-aangepast vervoer rijden.’

Af en toe lijkt er wel iets beter te gaan. Maar het blijven allemaal kleine, losse stapjes in plaats van een grote verandering in het hele land. En dat terwijl het VN-verdrag Handicap heel duidelijk is, zegt Leo Wessel. ‘De overheid moet ervoor zorgen dat wij volledig kunnen meedoen in de samenleving. Maar tot nu toe worden dat verdrag én wij zelf niet serieus genomen.’                               

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (fondsbjp.nl)          

Luister ook naar de radioreportage over dit onderzoek in het programma Pointer van de KRO/NCRV. Op zondag 14 november om 14.00 uur op NPO Radio 1.

Spot On Stories is een collectief van freelance onderzoeksjournalisten. Zie ook spotonstories.nl.

Vragenlijst

Hoe ziet (on)toegankelijkheid eruit in het dagelijks leven van iemand met een beperking? Welke drempels ervaren zij bij gebouwen, op school, op het werk of in de vrije tijd? Dat vroegen we in een uitgebreide vragenlijst. Die is gedeeld door verschillende verenigingen van mensen met een beperking. Ruim 250 personen uit het hele land vulden de vragenlijst in. Met hun reacties deden we dit onderzoek en maakten we dit verhaal.

Toegankelijkheid van alle kanten

In dit verhaal hebben we het vooral over ‘fysieke’ toegankelijkheid. Dingen zoals verlaagde drempels of aangepast vervoer dus.

In ons volgende verhaal gaan we in op sociale kanten van toegankelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan de kans om een baan te vinden. Of aan serieus genomen worden op school. Wat zijn de gevolgen als onderwijs, werk of sociale activiteiten niet toegankelijk zijn?

Samenleving