In het korte verhaal ‘The Preserving Machine’ van Philip K. Dick, dat stamt uit 1953 en in 1969 in boekvorm verscheen, kan Doc Labyrinth de gedachte niet verdragen dat het cultuurgoed waarom hij zielsveel geeft, verloren dreigt te gaan.

Gelukkig is hij een briljante wetenschapper, dus bedenkt hij een manier om het proces te stoppen. Cultuur is kwetsbaar, redeneert hij, en compleet afhankelijk van anderen om in stand gehouden te worden. Maar wat nu als cultuur zichzelf zou kunnen verdedigen? Labyrinth maakt een machine waarmee hij bladmuziek van zijn favoriete componisten hoopt te kunnen omzetten in levende wezens die op eigen houtje kunnen overleven (het blijft sciencefiction).

Ooit werkte Philip K. Dick in de platenzaak University Music op Telegraph Avenue in Berkeley, en hoewel hij meer drugs gebruikte dan de gemiddelde popmuzikant, hield hij meer van klassieke muziek. Labyrinth voedt zijn machine derhalve met Bach, Schubert, Mozart, Brahms en Wagner. Na eerst een test te...